erfgoedobject

Site van Boerenmolen met gasmotor en omgeving

bouwkundig element
ID
88788
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88788

Juridische gevolgen

Beschrijving

De Boerenmolen op de hoek van de Oude Bruggeweg en de straat Kouter maakt deel uit van een uitzonderlijke molensite. Kenmerkend is de hoge ensemblewerking tussen de hoge romp van een stellingmolen uit het midden van de 19de eeuw en de molenaarswoning. Deze woning werd rond 1922 ondergebracht in de in 1840 gebouwde, vroegere watermolen op de kronkelende Waal- of Jabbeekse beek (“Walebeek” op Atlas der Buurtwegen, rond 1845). De coöperatieve uitbating van de windmolen vanaf 1906 verklaart de benaming Boerenmolen.

Historiek

De molenaarsfamilie Deprez bouwde in 1840 een watermolen op de Waalbeek voor het malen van graan en het slaan van olie. De molen was eigendom van Karel, Jacobus en Pieter Deprez, molenaars uit Leke en Snellegem, maar werd gebouwd op disgrond. Rond 1854-1858 liet molenaar Seraphinus Deprez ten westen van de watermolen een windmolen aanbouwen, toen de Koutermolen genaamd. De watermolen fungeerde verder als oliemolen, de windmolen - met jaartal 1858 op de kap - werd als korenmolen gebruikt. Bij de bouw werden enkele oude molenonderdelen hergebruikt, zoals onder meer blijkt uit het jaartal "1784" op een staakijzer. De wieken hadden een vlucht van circa 24 meter. De kap draaide op een zetel en 6 + 2 + 2 rollen. De stellingmolen werd in 1886 uitgerust met een gasmotor om ook op windstille dagen graan te kunnen malen. Mogelijk herbergde de uitbreiding van het volume, in 1885 door het kadaster geregistreerd, deze motor. Tien landbouwers, gegroepeerd in de "Maatschappij – Burgerlijke Casteleyn Lodewijk en deelhouders" kochten in 1906 de molen en stonden in voor de coöperatieve uitbating van de “stoomoliemolen en graanwindmolen”.

Na de verkoop van de windmolen in 1921 aan molenaar Edmond Desopper werd de watermolen omgebouwd tot woning (kadastrale opsplitsing in 1922). De Waalbeek onder de molen getuigt nog van de watermolen. In 1940 werd de buitenroede voorzien van het in Nederland geïntroduceerde wiekverbeteringssysteem van A.J. Dekker. In 1960 werd de windmolen stilgelegd. De galerij werd in 1963 door een storm vernield. Plannen uit 1971 om de molen te herstellen werden nooit uitgevoerd en na nieuwe stormschade in 1976 werden de kap en het wiekenkruis met as en vangwiel weggenomen. In 1995 werden de molenstenen uit veiligheidsoverwegingen uitgehaald. Na verwijdering van de klimop en het plaatsen van een noodkap (1995) werd de bakstenen molenromp in 1996 gerestaureerd.

Beschrijving

De hoge conische molenromp van de vroegere stellingmolen is opgetrokken in donkerrode baksteen (formaat 22 x 10,5 x 5,5-6 cm) boven een zwart geschilderde plint. De rondbogige muuropeningen zijn in spiraalvorm om de romp geschikt. Ze zijn gevat onder een roodbakstenen strek met waterlijst in fijne baksteen. Boven het portaal met houten poort is er een heiligennisje. De vensters zijn ingevuld met kruisvormige houten ramen. In de bovenste zolder zijn er ook blinde vensters. Bovenaan is de romp afgewerkt met een borstwering. Tussen de eerste en tweede bouwlaag bevinden zich twee rijen stellinggaten, waarin de dwarsliggers en de schuine schoren van de houten stelling verankerd waren. Ook houten deuren geven de stelling aan. Ten noorden van de molen is het molenerf gekasseid.

Inrichting van de molen. Op de benedenverdieping zorgden conische kamwielen voor de mechanische aandrijving van de molen. De eveneens beschermde gasmotor staat in een bijgebouw tussen de molen en de woning. Er is ook een haverpletter. Op de maalzolder is de houten koningsspil bewaard. De twee steenkoppels van de steenzolder zijn sinds 1995 verwijderd (aan de buitenzijde van de molenromp opgesteld). Verder omvat de steenzolder de ijzeren koningsspil met ijzeren spoorwiel met houten kammen (132 kammen). Ook de twee staakijzers met volledig ijzeren kamwielen (54 kammen) zijn bewaard. De inscripties "P.D.L." en "1784" in cartouches op een staakijzer wijzen op hergebruik. Op de luizolder is de koning opnieuw in hout. Op de kapzolder heeft of had het kamwiel 36 kammen. Het verwijderde bovenwiel (mogelijk nog bewaard in de tuin) had 46 kammen.

Ten oosten van de molenromp sluit de molenaarswoning aan. Dit gebouw van anderhalve bouwlaag en vier traveeën gaat deels terug op de watermolen van 1840 en werd rond 1922 tot woning verbouwd en uitgebreid. Dat de woning ten oosten op een betonnen plateau doorloopt over de Waalbeek, herinnert aan deze vroegere functie. De witgeschilderde baksteenbouw boven zwart geschilderde plint is grotendeels gevat onder een roodpannen zadeldak. Tegenaan de molenromp (westzijde, waar ze aan de stelling raakte) werd echter bewust een plat dak voorzien. In het westelijke gedeelte van het huis, tegenaan de molen, is de gasmotor ondergebracht in een ruimte onder lager lessenaarsdak. De lijstgevel van de noordgevel (voorgevel naar Oude Bruggeweg) is onder de dakrand afgelijnd met uitkragend metselwerk. Daaronder steken de markerende getoogde venstertjes van de halve verdieping. Verder is de voorgevel opengewerkt door rechthoekige vensters (vernieuwd houtwerk) en de getoogde deur rechts. In de achtergevel (recente lage aanbouw onder lessenaarsdak) zijn de rondboogvenstertjes van de halve verdieping erg markerend.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Snellegem, 1842/2, 1869/1, 1886/11, 1922/2, 1948/3, 1955/7, 1957/11, 2002/29.
  • Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen, Cel Onroerend Erfgoed, dossier DW000398, DW000395.
  • ANTHONE P. & DESMEDT M. 2005: Achiefbeelden Varsenare, Snellegem, Stalhille, Zerkegem, Gloucestershire, 73, 76.
  • BONNEZ A. 1953: Windmolens te Snellegem, Biekorf 54.5, 115-117.
  • CORNILLY J. 2005: Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel III, Brugge, 110.
  • DESMEDT M. 1976: Molens en molenaars te Snellegem, Brugs ommeland 16.2, 71-90.
  • DESMEDT M. & MAES R. 1994: Toen de Duischers binnen het dorp kwamen… Snelleghem 1914-1918, Aartrijke, 10-12.
  • DEVLIEGHER L. 1984: De molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt-Weesp, 76, 238-239.
  • DEVYT, C. 1966: West-Vlaamse windmolens. Inventaris volgens de toestand op 1 januari 1965, Brugge, 110.
  • MAES R. 1987: Snellegem in vergeelde foto's, s.l., 65-67.
  • NOTERDAEME J. 1976: Molens en molenaars in Snellegem, Brugs ommeland 16.3, 191-195.
  • PENNINCK J. 1972: De boerenmolen te Snellegem, Brugs ommeland 12.3, 102-104.
  • S.N. 1976: Snellegem “Boerenmolen”, Molenecho's 4.1, 3, 8.
  • S.N. 1995: De boerenmolen te Snellegem, Curiosa 33.322, 14-16.
  • VANSINTJAN D. 1996: De molenwacht Vlaanderen: een terug- en vooruitblik, Molenecho's 24.1, 19.

Auteurs: Vanneste, Pol; Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Site van Boerenmolen met gasmotor en omgeving [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88788 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.