Grote historische hoeve met losse bakstenen bestanddelen waaronder een rosmolen, in U-vorm geplaatst op een groot, onverhard rechthoekig erf grenzend aan de Cathilleweg. De rosmolen werd beschermd als monument binnen een dorpsgezicht dat de volledige hoeve, de gracht en poel aan straatkant en de naastgelegen weide omvat.
Historiek
Op de kaart van Pieter Pourbus van 1571 wordt op deze plaats een grote hoeve met vier bestanddelen rondom een groot vierkant erf weergegeven, toegankelijk vanaf de straat via een brug over een brede beek. Het opschrift boven de voordeur van het huidige boerenhuis is fragmentarisch en reeds verschillende keren overschilderd, maar laat het gebouw opklimmen tot begin de 17de eeuw. Het wijst op een heropbouw van de boerderij in 1610 door ene Paeys: "PAEYS HOPE/ Dhope Van PaeYs heeft MY herbowt/ M/D/C.X.". Een figuratieve kaart uit 1723 geeft de "Hofstede Weduwe Keldermans" weer als twee parallelle hoofdvolumes haaks op de straat, zijnde een stenen boerenhuis met stal en een houten schuur, met ten oosten een kleiner stenen volume. Het erf is aan de straat via een poort toegankelijk. Het boerenhuis is duidelijk in drie opgedeeld, overeenkomend met de huidige toestand van het volume. Op de kaart van Ferraris (1771-1778) en op de Primitieve Kadasterkaart (1830) wordt deze samenstelling aangehouden. In 1862 registreert het kadaster de bouw van een rosmolen in opdracht van de Brugse eigenaar Auguste de Laage de Bellefaye.
Beschrijving
Hoeve bestaande uit losse bakstenen bestanddelen die opklimmen tot de 17de en 18de eeuw. Ten noorden, het boerenhuis van drie traveeën + twee opkamertraveeën, met ten westen een geïncorporeerde paardenstal van twee traveeën. Ten noorden is een haakse aanbouw tegen het huis voorzien, reeds weergegeven op begin-19de-eeuwse kadasterschetsen. Witgekalkte baksteenbouw met grijze plint. Het volledige volume is onder één doorlopend zadeldak gevat (mechanische pannen, nok haaks op straat). Het werd sterk gerestaureerd met onder meer aanpassing van muuropeningen, evenwel de originele volumes respecterend. Boven de segmentboogdeur van het huis, een met florale motieven omlijst medaillon waarin het bovenvermelde opschrift met datering.
Ten westen bij het huis aansluitend, een lager stalvolume onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen, nok haaks op straat). Witgekalkte baksteenbouw met rechthoekige poort, staldeur en kleine vensters. Steunbeer rechts naast de poort. In de stal zijn de hardstenen slieten, de hengsels en de bakstenen vloeren bewaard. Ten noorden, aanbouw onder lessenaarsdak. Ten zuiden van het erf, de parallel met het woonhuis opgebouwde monumentale dubbele dwarsschuur. Gaat wellicht terug op de houten schuur die op de kaart van 1723 wordt weergegeven. Helrode en bruine baksteenbouw onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen, haaks op de straat). Zijpuntgevel aan straatkant met resten van muurvlechtingen, gestut door twee versneden steunberen. Twee schuurpoorten, waaronder één onder verhoogde dakoverstek. Luchtgleuven en staldeuren. De getelmerkte gebinten zijn intact bewaard. De rosmolen werd opgetrokken in 1862 ten noorden van de schuur en bewaarde een groot deel van het binnenwerk.
Achtzijdige rosmolen in laat-19de-eeuwse gele baksteen, buitenwerks 6,20 meter doorsnede. Oorspronkelijk afgedekt met stro, heeft de rosmolen nu een pannen dak. De molen heeft een ingang en vier luikopeningen met diefijzers. Het oorspronkelijke aandrijfwerk met kamwielen en schijflopen is circa 1945-1946 vervangen door wielen met drijfriemen. De rosmolen, die enkel een koppel maalstenen had, heeft gewerkt tot na de Tweede Wereldoorlog, toen een motor geplaatst werd. Het wagenhuis met typische afgewolfde bedaking, is volledig vernieuwd, maar behield de volumewerking van het oorspronkelijke gebouw.
Rijksarchief Brugge, Kaarten Mestdagh, nummer 1595, Figuratieve kaart die de ligging aanduidt van diverse hofsteden in de wateringen van Blankenberge, 1723.
Rijksarchief Brugge, Kaarten watering van Blankenberge, nummer 1239, Caerte Figuratif van een hofstede....van Maximiliaan de Peelaert Steemaeke, 19de eeuw.
DEVLIEGHER L., Rosmolens in de Westvlaamse kuststreek, Brugge, 1975, p. 340-343.
GOEDSEELS V. & VANHAUTE L., Hoeven op land gebouwd. Een verhaal van boerderijen, landschappen en mensen, Leuven/Tielt, 1978, p. 72.
MONTEYNE G., Stalhille, parel van het Noorden, Jabbeke, 2000, p. 153-154.
Bron: HOOFT E. met medewerking van BOONE B., CALLAERT G., DE BODT V. & SANTY P. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Jabbeke, Deelgemeenten Snellegem, Stalhille, Varsenare en Zerkegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL35, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Hooft, Elise Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)