Hoeve in de dorpskern, gelegen op een groot begraasd erf ten zuiden van de parochiekerk Sint-Vedastus.
Historiek
Historische naam van de hoeve is "Hof Ter Walle", afhankelijk van de Burg van Brugge. In 1435 was Jacques Robrechts, schepen van het Brugse Vrije, eigenaar van de hoeve. Het bleef in het bezit van belangrijke Brugse families tot aan de Franse Revoluties.
Op de kaart van Ferraris (1771-1778) weergegeven als een hoeve met twee losse parallelle, haaks op de straat geplaatste volumes in een ruime, omhaagde boomgaard. Het Primitief Kadasterplan van 1830 toont drie gebouwen in een boomgaard, waarbij het boerenhuis wellicht het 18de-eeuwse bleef, met ten oosten een nieuw bakhuis en ten zuiden een haaks op het woonhuis nieuw gebouwde paardenstal. In 1908 laat eigenaar Jean Vanderheyde, advocaat te Oostende, de bestaande gebouwen vergroten, ten zuiden van de gebouwen komt een nieuwe dwarsschuur. Op het einde van de 20ste eeuw werd de hoeve volledig ingesloten door verkavelingen met eengezinswoningen in tuin.
Beschrijving
Hoeve met losse bestanddelen op een ruim begraasd erf, met resten van boomgaard en deels met knotwilgen omzoomd. Het huidige uitzicht van de hoeve werd bepaald in 1908, toen de eigenaar alle bestaande gebouwen liet vergroten en een nieuwe schuur liet bouwen; alle gebouwen kregen hierdoor buitenmuren die hoofdzakelijk in dezelfde geelbruine baksteen zijn opgetrokken, ze zijn gevat onder pannen zadeldaken.
Het in kern wellicht 18de-eeuwse boerenhuis ligt ten westen van het erf, tegen de straat aan. Witgekalkte baksteenbouw op gepekte plint, gevat onder pannen zadeldak (nok haaks op de straat, mechanische pannen). Breedhuis van drie traveeën en één bouwlaag; gecementeerde erfgevel met gewijzigde muuropeningen. Een ommuurde stoep schermt het huis af van de huisweide.
Ten oosten van de woning, een in kern begin-19de-eeuwse, maar in 1908 grondig verbouwde bakstenen stal van zes traveeën en anderhalve bouwlaag. Bewaarde getoogde muuropeningen: aan erfgevel rood geschilderde gedeelde staldeuren en één laaddeur; kleine stalvensters. De achtergevel (noord) is enkel geopend door drie kleine stalvensters; grote laaddeur in oostelijke zijpuntgevel.
Aan oostzijde van het binnenerf, een gelijkaardige paardenstal met grosso modo dezelfde kenmerken en bouwgeschiedenis. Tegenover boerenhuis en stal, ten zuiden van het binnenerf, een schuur die in 1908 volledig nieuw werd opgetrokken. Brede enkelvoudige dwarsschuur met korfbogige poorten, enkele luchtgleuven en grote rondbooglaaddeur in westelijke puntgevel.
Historische aanvullingen van Marcel Desmedt, februari 2008.
Bron: HOOFT E. met medewerking van BOONE B., CALLAERT G., DE BODT V. & SANTY P. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Jabbeke, Deelgemeenten Snellegem, Stalhille, Varsenare en Zerkegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL35, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Hooft, Elise Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)