erfgoedobject

Hoeve Ter Leye

bouwkundig element
ID
88865
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88865

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Ter Leye
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Hoeve "Ter Leye". Historisch leengoed langs de voormalige "Oudbrugghewech", belangrijke middeleeuwse verbindingsweg tussen Oudenburg en Brugge.

Historiek

"Ter Leye" is één van de oudste sites in Varsenare: ze zou opklimmen tot circa 1000 en zou gebouwd zijn als omwalde versterking in het moerassige gebied van Varsenare. De naam refereert naar één van de vele "leides" of kreken die het domein doorkruisten en uitmondden in de Tollenaersbeke aan de Oosternieuwweg. Een deel van het land was leengoed van Graaf Boudewijn met de Baard (988-1035). Omstreeks 1313 is de familie de Brolose gekend als bezitter van het leengoed, circa 1460 komt het in handen van de Heren van Cleven, later overgenomen door Jan van Gistel, Heer van Dudzele en van Straeten. Op de kaart van Pieter Pourbus (1561-1571) weergegeven als "Ter Leye", bestaande uit verschillende losse bestanddelen op een dubbel omwald, vierkant opperhof. In die tijd zou het goed bewoond zijn door Jan Van Ackere, medestichter van de schuttersgilde Sint-Sebastiaan in 1563. Een Prijsboek uit 1674 beschrijft het als "dhofstede ende tgoet ter leye met een wallekin opt noorthende ende walgrachten rontsomme". Op de kaart van Ferraris (1771-1778) wordt Ter Leye verkeerdelijk "het Moordenaarskasteel" genoemd, wat de bijnaam is van de naastgelegen hoeve "Ter Rietschilde" (zie nummer 7). Op de Ferrariskaart bestaat het goed uit drie losse bestanddelen rondom een rechthoekig binnenerf, met ten noorden een bakhuis; het neerhof is rechthoekig omwald, met ten noorden een kleiner onbebouwd opperhof; een dreef verbindt het goed met de weg. Een gedetailleerde kaart van dit goed in het "Manschepe bouck van alle de leenen ende achterleenen immediatelyck ende mediatelyck gehouden vanden leenhove en casteele van Wijnendaele" uit 1774 geeft meer informatie. Het gebouwenbestand is in perspectief weergegeven, en geeft ook een poortgebouw weer bij de erfingang.

Op midden-19de-eeuws kaartmateriaal als Vandermaelen en Primitief Kadasterplan (1834) is de hoeve identiek weergegeven, met vermelding van naam "'t Goet ter Leye". De leggers van het kadaster identificeren de gebouwen als boerenhuis (west), schuur (L-vormig volume in noordoosthoek), stal (zuid) en bakhuis. In de jaren 1870 wordt het woonhuis uitgebreid aan westzijde, het zuidwestelijke deel van de walgracht wordt gedempt. In 1894 wordt een nieuw bakhuis ten westen van het huis gebouwd; een mutatie die pas in 1906 wordt geregistreerd: afbraak oud bakhuis en bouw van stal en bakhuis ten westen van het boerenhuis. Op het einde van de 20ste eeuw wordt de walgracht verder gedempt en worden loodsen opgetrokken.

Beschrijving

Hoeve met losstaande bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldaken, waarvan de drie oudste volumes (huis, schuur en paarden/koeienstal) minimaal tot de 18de eeuw opklimmen en geschikt zijn rondom een onverhard binnenerf. Het schrijnwerk is rood geschilderd. Het neerhof was oorspronkelijk met een rechthoekige gracht omwald, waarbij het boerenhuis tegen de westelijke gracht aanleunde. Deze gracht werd in 1870 gedempt om de verbreding van het huis mogelijk te maken; de eind-19de- of begin-20ste-eeuwse stal en bakhuis werden ook ten westen van het woonhuis opgetrokken. Ten noorden van dit neerhof, het onbebouwde trapeziumvormig opperhof waarvan de walgracht deels is bewaard. Het erf is ten zuiden toegankelijk via een ijzeren hek waarin de naam "Ter Leye" is verwerkt; twee bakstenen hekpijlers met hardstenen afdekplaat, waarvan de linkse een nis met Heilig-Hartbeeld bevat. Langs de toegang, een boomgaard.

Boerenhuis ten westen van het binnenerf, haaks op de weg. Bruinrode verankerde baksteenbouw, witgekalkt op gepekte plint, onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen). Laaghuis van vijf traveeën dat wellicht eind 19de eeuw is opgehoogd in aansluiting met de nokhoogte van het ten noordelijke hooghuis van twee traveeën, zie in 1894 is het dak naar verluidt vervangen. De oostgevel is als voorgevel uitgewerkt, met rechthoekige muuropeningen; venster in eerste en voordeur in vierde travee werden gedicht; deur in vijfde travee geeft uit op een zoldertrap. Beluikte vensters, die in de opkamertraveeën 19de-eeuws schrijnwerk bewaarden; rechthoekig keldervenster. De achtergevel was oorspronkelijk blind, maar is nu voorzien van een achterbouw uit 1870 en recente muuropeningen. De zuidelijke zijpuntgevel bevat eveneens een nieuw venster en wordt getypeerd door een radvormig uilengat in de geveltop en twee ovale oculi.

Schuur op L-vormig grondplan, in de noordoosthoek van het neerhof, bestaande uit twee haaks aan elkaar gebouwde roodbruine bakstenen volumes onder pannen zadeldaken (Vlaamse pannen). Het noordelijke deel is het hoogste en incorporeert een wagenhuis. Het lagere haakse schuurgedeelte ten oosten heeft grote, verzorgde muurvlechtingen in de zuidpuntgevel. Talrijke bouwsporen wijzen op opeenvolgende verbouwingen door de eeuwen heen, onder meer afdaken die de erfzijde ontsieren.

Stal ten zuiden van het erf, waarvan het westelijke deel paardenstal, en het oostelijke deel koeienstal is. Rode baksteenbouw onder pannen zadeldaken (Vlaamse pannen, nok haaks op huis). Beide langsgevels bevatten licht getoogde staldeuren met strek, waarvan enkele dichtgemetseld. De westelijke zijpuntgevel heeft een licht getoogde deur en zoldervenster, en een mijtervormig nisje.

De eind-19de- of begin-20ste-eeuwse bakhuis- en stalvolumes ten westen van het boerenhuis zijn opgetrokken in geelbruine baksteenbouw onder pannen zadeldaken, eveneens met rood geschilderd schrijnwerk.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Varsenare, 1880/17, 1906/3, 1983/4, 1999/1. "Manschepe bouck van alle de leenen ende achterleenen immediatelyck ende mediatelyck gehouden vanden leenhove en casteele van Wijnendaele", 1774, bewaard in het museum "Kasteel van Wijnendale".
  • Ongepubliceerde nota's van Marcel Desmedt.
  • ANTHONE P., e.a., Hoeven in woord en beeld, in: Jabbeke extra info, juni 2003, p. 8.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel IX, Brugge, 1929, kl. 512-513.
  • FRANCHOO A., Het verleden van "Ter Leye", aloude heerlijkheid te Varsenare, in Brugs Ommeland, jg. 4, nr. 2, 1964, p. 59-66.
  • VERVENNE A., Oude hoeven en hun bewoners. Varsenare, s.d., s.l., p. 91-94.

Bron: HOOFT E. met medewerking van BOONE B., CALLAERT G., DE BODT V. & SANTY P. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Jabbeke, Deelgemeenten Snellegem, Stalhille, Varsenare en Zerkegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL35, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Ter Leye [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88865 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.