Kleinschalig appartementsgebouw aanleunend bij de nieuwe zakelijkheid, opgetrokken volgens kadaster circa 1937. Voortuin beperkt tot vaste afgeronde bloembakken en afgebakend door geblokte bakstenen pijlers waartussen hekken. Deel van interbellumensemble 2-11 en 13-45.

Enkelhuis met souterrain waarin opgenomen garage en drie bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen). Verzorgde baksteenarchitectuur met gebruik van afgeronde donker geglazuurde tegels voor omlijstingen en onderdorpels. Brede venstertravee als gevelhoog gestapelde bow-window nog geverticaliseerd door oplopende, afgeronde penant met decoratief metselverband en doorbroken door patrijspoorten voorzien van geometrisch glas-in-loodmotief; laatst genoemde ook aanwezig in portaal. Nieuwe gootlijst. Rechthoekige muuropeningen waarin nieuw houtwerk. Trappenbordes. Verdiept portaal; nieuwe deur.