is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Vrije Kleuter- en Basisschool Sint-Paulus
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Onderwijsgebouwen
Deze vaststelling was geldig van tot
Het in 1910 door de broeders van Liefde opgerichte Sint-Paulusinstituut bestaat uit een neotraditionele straatvleugel, midden jaren 1980 op postmoderne wijze verbouwd en uitgebreid naar ontwerp van de architecten Albert en Eric Lefebure.
Circa 1910 richtten de broeders van Liefde aan de Smidsestraat een jongensschool op: het Sint-Paulusinstituut. Dit bevond zich pal in de nieuwe zuidelijke stadswijk die ontstond ten noorden van het Sint-Pietersstation (1912) en vlakbij de Sint-Pauluskerk (1905) die het hart vormde van de nieuwe parochie. Blijkbaar was deze school een succes want het gebouw diende al in 1913 uitgebreid te worden met een achterbouw. Tot in 1938, toen het Sint-Paulusinstituut in de Patijntjestraat geopend werd, huisvestten deze gebouwen aan de Smidsestraat trouwens niet alleen een lagere school maar ook de eerste vier jaren van het middelbare onderwijs.
Tussen 1984 en 1987 lieten de broeders van Liefde de achterbouw slopen en vervangen door een opvallende nieuwbouw naar een ontwerp uit 1984 van Albert en Eric Lefebure. Albert Lefebure verbouwde tijdens de jaren zeventig ook al het vermelde Sint-Paulusinstituut aan de Patijntjestraat met een functionele architectuur die sterk aansloot bij het bestaande gebouw. In de Smidsestraat bleef de straatgevel weliswaar grotendeels behouden maar hier kozen de ontwerpers toch ook voor enkele toevoegingen die sterk contrasteren met de bestaande, neotraditionele gevelarchitectuur uit 1910. De oorspronkelijk bijna volledig blinde straatgevel werd geopend met postmodern aandoende vensters, en deels bekleed met kunststeen en bekroond met opvallende, schuine bovenlichten.
Het schoolcomplex bestaat uit een straatvleugel (met op de begane grond de inkomhal, leraarskamer en directie en op de verdieping oorspronkelijk een mediatheek en bibliotheek) en twee dwarse vleugels met klassen die achteraan verbonden worden door een gang en een overdekte speelplaats. In het verlengde van de westelijke dwarse vleugel bevindt zich nog een turnzaal met kleedkamer en sanitair, en ten noordoosten van de oostelijke dwarsvleugel de eetzaal.
De straatvleugel bestaat uit een hoofdvolume van twee bouwlagen en vijf traveeën onder een zadeldak (leien) met de nok evenwijdig aan de straat, en links een lager volume van twee traveeën waarvan de linkertravee één bouwlaag telt onder een zadeldak (leien) met de nok evenwijdig aan de straat, en de rechtertravee opgehoogd werd tot anderhalve bouwlaag onder een plat dak. Neotraditionele kenmerken zijn de zijtrapgevels, de decoratieve baksteenarchitectuur met polychromie (banden in zwarte baksteen die contrasteren met het rode parement), lisenen, verdiepte gevelvelden onder een dubbele muizentand, een gevelbekroning met een dubbele tandlijst, een breukstenen plint met hardstenen afzaat en neggen, blinde gevelvelden onder een boogfries, hardstenen waterlijsten en gevelankers. Dit hoofdvolume was oorspronkelijk symmetrisch opgebouwd en grotendeels blind uitgewerkt met enkel op de bovenverdieping van de centrale travee een venster. Ook de achtergevel van deze straatvleugel was oorspronkelijk op die manier uitgewerkt (weliswaar met grote vensters) en dit is deels bewaard, met name bovenaan. Door de bouwfase van de jaren 1980 verdween deze achtergevel bijna volledig achter een glazen gordijngevel.
Bij de straatgevel vertaalde de bouwfase van midden jaren 1980 zich in het openen van de drie rechtse traveeën met vensters in beide bouwlagen, grotendeels achter één of twee eenvoudige zuiltjes op een kubusvormige sokkel in sierbeton (met granulaat van blauwe hardsteen), aansluitend op het boogfries. De drie traveeën links daarvan werden meer ingrijpend aangepakt met een bekleding van eenzelfde sierbeton tussen de lisenen, drie schuine bovenlichten (in blauwgelakte aluminium) ter hoogte van de trappenhal en de bibliotheek, en met getrapte deuropeningen, waarvan één asymmetrisch.
De achterbouwen die bestonden uit neotraditionele baksteenarchitectuur werden grotendeels gesloopt. In de plaats kwamen twee rechthoekige dwarsvleugels van twee bouwlagen onder een plat dak waarvan de westelijke dwarsvleugel verder doorloopt naar achteren. De dwarsvleugels zijn met elkaar verbonden door middel van twee smalle gangen van twee bouwlagen onder een plat dak, één aangebouwd tegen de straatvleugel en één aan de achterzijde van de oostelijke dwarsvleugel, waardoor een kleine binnenkoer ontstaat. De koergevels zijn uitgewerkt als gordijngevels in blauw aluminium schrijnwerk met blauwe gevelpanelen ter hoogte van de vloerplaten of volledig beglaasd. Bij de dwarsvleugels lopen deze gevels schuin en werd gekozen voor spiegelglas omwille van de zonwering en privacy in de klassen. De binnenkoer is volledig uitgewerkt in klinkers maar met een kronkelend pad en gebogen sokkels voor lantaarns, die contrasteren met de strakke gevels rondom. De overige achterbouwen (met name de turnzaal en eetzaal) zijn meer functioneel uitgewerkt: volumes van één bouwlaag onder een plat dak en met opengewerkte bakstenen gevels. Voor de muren op de perceelsgrens werden de bakstenen muren van de gebouwen uit 1913 deels gerecupereerd en ingevuld met hoge vensters van glasbouwsteen.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Smidsestraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vrije Kleuter- en Basisschool Sint-Paulus [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/88929 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.