erfgoedobject

Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus

bouwkundig element
ID
89057
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/89057

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historisch gegroeid gebouwencomplex ingeplant op een domein van 62 hectare groot. Elk paviljoen heeft een eigen tuin en de meeste werden in hun oorspronkelijke staat bewaard. Bijhorend domeinbos van 8 ha groot voorzien van een visvijver en een kleinveeboerderij.

Over het hele domein liggen afzonderlijke paviljoenen verspreid.

Historiek

Midden 12de eeuw: Eerste vermelding van Bulskampveld: "Bulnas Campa", "Buls Campi", "In Campo de Bulleskamp", "Het Veld van de Stieren".

1750-1790: Eerste ontginning van het Bulskampveld en het bosgebied eromheen door Andreas van den Bogaerde (zie hoeve zogenaamd "Goed van den Bogaerde", Noendreef nummer 3). Ook omstreeks deze periode kocht Lambert Malfait, herenboer, een stuk van het Bulskampveld. Tot eind 18de eeuw : Het domein maakt deel uit van het grote Bulskampveld, dat vanaf de tweede helft van de 18de eeuw werd ontgonnen door kasteelheren en rijke herenboeren.

Tot midden 19de eeuw: Louis Jacobsen woont tot dan in de kasteelboerderij, die nu het centrale gedeelte van de "Oude Bouw" vormt. De hoeve stond gekend als "het Kasteeltje". 1852 : Aankoop van het kasteelgoed door de Belgische Staat. 1853 : Oprichting van de Hervormingsschool van Beernem, zogenaamd "de Rode Rokjes". Verbouwing van "het Kasteeltje" en bouwen van het nieuwe scholencomplex onder leiding van architect Dumont (tot 1860). Aan de rechterzijde van "het Kasteeltje" werden drie vleugels met kelder, gelijkvloerse en zolderverdieping onder mansardedak toegevoegd. 1876 : Uitbreiding van het complex door aanbouw van een korte vleugel links van de hoofdingang. Het bestaande hoofdgebouw werd verhoogd met een verdieping onder een zadeldak. < 1898-1902 : Verlenging van de linkervleugel en bouw van nieuwe kapel op plaats van oude keuken. Verbouwing van zogenaamd "Kasteeltje" tot zijn huidig uitzicht. Oprichting van de boerderij.

1914-1918 : Opeising van de gebouwen door de Duitse bezetter. 1926 : Sluiting van de gebouwen en verhuis van de meisjes wegens bezuinigingen. 1928 : Aankoop van het complex door de Broeders van Liefde. Aanpassing van de bestaande gebouwen aan de nieuwe functie van "gesticht voor zwakzinnige kinderen en rustige krankzinnige mannen". Verbouwing van de boerderij. De bestaande wegen en dreven werden opgehoogd en verhard. 1929 : Aanleg van de begraafplaats. 1930 : Opening van nieuwe paviljoenen "Sint-Aloisius", "Sint-Marie", "Sint-Cornelius" en "Sint-Paulus". 1932 : Bouw van een nieuwe kloosterkapel tussen "Voorbouw" en "Sint-Marie" naar ontwerp van architecten Dujardin en Viérin. 1949 : Aanbouw van dagverblijf nabij Observatiezaal nummer 4 en bezoekzaal in afdeling Sint-Cornelius. Bouwen van een tweede dokterswoning aan de Reigerlostraat en bouwen van een koeienstal op de boerderij. 1951 : Bouw van een Boskapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw. 1953 : Opening van nieuw sanatorium in Sint-Aloisius. 1955 : Uitbreiding zaal 3 in Sint-Marie. 1961 : Bouw van de feestzaal naar ontwerp van architect De Meester in de stijl van Expo 1958. 1965-1968 : Bouw van de kliniek Reigerlo naar ontwerp van architect De Meester. 1973 : Afbraak van de oude kapel van 1898. 1978-1979 : Herconditioneringswerken van de zeven paviljoenen. 1990-1993 : Bouw van de afdeling Hulstlo. Eind jaren 1990 : Verbouwen van de boerderij tot activiteitencentrum voor patiënten. 1998 : Bouw van een dag- en nachtkliniek "De Wellinghe".

2000-2003 : Herconditioneringswerken paviljoen "Sint-Jozef". 2003 : Uitbreiding van "De Wellinghe".

Beschrijving gebouwen

Voormalige gebouwen van de hervormingsschool, gekend onder de naam "'t gesticht van de Rode Rokjes".

Fasegewijs tot stand gekomen: 1853 : Centraal het voormalige kasteeltje van herenboer Louis Jacobsen, rechts ervan een éénlaagsvolume en haakse aanbouw. 1876 : Het ingangsgebouw, het vroegere kasteeltje wordt verbouwd. Links van de hoofdingang komt er een korte linkervleugel en over de hele lengte van beide vleugels wordt een tweede bouwlaag toegevoegd. 1898 : Uitbreiding van de linkervleugel en verbouwen van de hoofdingang, waardoor ze haar huidig uitzicht krijgt. Op de plaats van de oude keuken wordt de kapel gebouwd. 1928 : Herinrichting van bestaande gebouwen. 1973 : Afbraak van de kapel.

Sterk symmetrisch opgebouwd gebouw, op te delen in drie volumes. Centraal het ingangsgebouw, als risaliet uitgewerkt, van drie traveeën en drie bouwlagen onder pannen zadeldak. Geveltop afgewerkt met een trapgevel, hogere schouderstukken, een bekronend topstuk en een ronde muuropening in een natuurstenen omlijsting. Links en rechts geflankeerd door een lagere vleugel van achtentwintig traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak. Donkerrode bakstenen lijstgevel verticaal belijnd door rechthoekige traveenissen bovenaan afgewerkt met een bakstenen tandlijst. Horizontale belijning door bakstenen lijsten siermetselwerk. De gevels zijn opengewerkt met segmentboogvensters met behouden schrijnwerk, waarvan het bovenlicht openklappend is. Huiskapel op eerste verdieping nu in gebruik als huis voor stagiairs.

Administratief gebouw. Het huidige administratief gebouw werd in 1928 gebouwd naar ontwerp van architecten Jozef Viérin en Antoine Dujardin (Brugge). De eerste bouwfase omvatte het optrekken van de zogenaamde "voorbouw" of het paviljoen "Sint-Juliaan" bestaande uit een hoofdingang, kantoren, klooster, keuken en refter van de broeders.

Sterk symmetrisch opgebouwd volume van dertien traveeën en twee bouwlagen onder een hoog leien dak doorbroken door dakkapellen met eenvoudige pinakelbekroning. Licht rode bakstenen constructie met sierankers. Gebruik van natuursteen voor de aflijning van de plint en de ornamentiek in de centrale middentravee. Centraal een als risaliet uitgewerkte inkomtravee met trapgevel, een doorgetrokken rondboognis en een drieledig opgebouwde torenconstructie met onderaan een balusterleuning, een uurwerk en een torenbekroning met windvaan. Sterk vertikaal geleed door de als risaliet uitgewerkte middentravee, en uiterste drie traveeën. Daar zijn de rechthoekige muuropeningen gevat in rondboognissen. Uiterste drie traveeën links en rechts zijn telkens afgewerkt met een trapgevel voorzien van een overhoeks topstuk. De gevels worden afgelijnd door een ver uitstekende kroonlijst op klossen.

De gevels zijn opengewerkt met rechthoekige muuropeningen, oorspronkelijk waren die voorzien van een kleine roedeverdeling. Centraal is het gebouw toegankelijk via een rondboogpoort in natuurstenen omlijsting. Hierboven prijkt een cartouche met opschrift "SINT-AMANDUS" en een beeld van Heilige Amandus als bisschop-geloofsverkondiger.

Centrale keuken. Centraal gelegen tussen het administratief gebouw en de kloosterkapel. Bakstenen constructie op een rechthoekige plattegrond circa 1928 gebouwd als centrale keuken. Oranjerode baksteenbouw. Boven de centrale ingang aan de voorgevel een beeld van Sint-Juliaan, afkomstig van het opvangcentrum voor geesteszieken van de Broeders van de Liefde in de Boeveriestraat te Brugge.

Kloosterkapel. Kloosterkapel van 1931 (zie plint koor) naar ontwerp van architecten Antoine Dujardin en Jozef Viérin (Brugge). Invloeden van Byzantijnse en modernistische architectuur.

Eénbeukige georiënteerde kapel. De plattegrond ontvouwt een éénbeukig schip van vijf traveeën en een koor van één travee met zijarmen. Oranje baksteenbouw in combinatie met Euville-steen voor de plint, de ornamentiek en de muuropeningen. De zijgevels zijn verticaal geritmeerd door versneden steunberen en spitsboogvormige traveenissen overgaand in een puntgevel voorzien van schouderstukken. Opengewerkt met gekoppelde spitsboogjes voorzien van glas-in-loodramen. Spitsboogvormig portaal met centraal een spitsboogdeur. Natuurstenen druiplijst. Opvulling van het boogveld met kleine spitsboogvormige vensteropeningen. Centraal in de top een Heilig-Hart-beeld. Bekronend kruis. Klokkentorentje voorzien van een ingesnoerde naaldspits.

Interieur. Eénbeukige ruimte met vijfzijdige apsis. Inkomportaal met hierop uitgevend twee zijdelingse (brief-) paneeldeuren met glas in lood. Overkluisd door spitstongewelf geritmeerd door ribben in Euville halverwege aanzettend op figuratief uitgewerkte consoles. Wanden in baksteen met overvloedig gebruik van Euville voor onder andere plint, venster- en deuromlijstingen. Verdiept liggende vensternissen waarin telkens gekoppelde spitsboogvormige vensters onder vierlob met glas in lood. Aan de noordzijde van het koor een gebrandschilderd glas-in-loodraam met voorstelling van Sint Amandus, uitgevoerd door O. De Block uit Heusden in 1932. In het koor grijze cementtegels gelegd volgens een geometrisch patroon.

Hoeve. De oorspronkelijke hoeve werd gebouwd in 1898 ten tijde van de zogenaamde "rode rokjes". Het oorspronkelijke gebouw had een U-vormige plattegrond met centraal een poortgebouw met een trapgevel afgewerkt. Met de komst van de broeders werd de hoevegebouwen gerenoveerd en uitgebreid met een nieuwe koeienstal, een varkensstal, een kippenhok en een ruime loods. De gebouwen haaks op het poortgebouw werden opgetrokken in 1928.

Volume van vijf traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak gebouwd in 1928. Bovenaan is de lijstgevel afgelijnd met een houten kroonlijst op klossen. Bakstenen lijstgevel opengewerkt met rechthoekige muuropeningen voorzien van een natuurstenen latei. Gecementeerde plint. Behouden schrijnwerk met kleine roedeverdeling, op de begane grond meer uitgewerkt. Haaks hierop een éénlaagsvolume (deels een overblijfsel van het poortgebouw gebouwd in 1898) van oranje baksteen onder pannen zadeldak. De centrale travee is als risaliet uitgewerkt en is voorzien van sierankers, een smeedijzeren windvaan en een oculus in de top.

Paviljoen zogenaamd Sint-Marie. Centraal paviljoen gebouwd in 1930, werd het zenuwcentrum van Sint-Amandus. Oorspronkelijke achterliggende parallelle vleugel vernield door brand in de jaren 1980. Sterk symmetrisch opgebouwd volume van twee bouwlagen onder leien zadeldak gevat tussen twee trapgevels. Het centraal als risaliet uitgewerkt volume van vijf traveeën wordt geflankeerd door twee lagere volumes van telkens negen traveeën. Centraal volume opgevat als een diephuis afgewerkt met een trapgevel voorzien van een overhoeks geplaatst bekronend topstuk. Rechthoekige muuropeningen gevat in een doorgetrokken rondboognis. Centraal boven de inkom een beeld van Euville met voorstelling van Maria met Kind onder baldakijn.

Paviljoen zogenaamd Sint-Aloïsius. Geopend in 1930 en in 1934 omgevormd tot sanatorium voor tbc-patiënten. Sterk symmetrisch opgebouwde gevel met centraal een volume van twee/ drie traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak geflankeerd door een dwarsvolume. Eénlaags gebouw onder scherp zadeldak en aan beide uiteinden een hoger schilddak met dakkapellen. Oranjerode baksteenbouw opengewerkt door rechthoekige vensteropeningen.

Voormalig sanatorium. Thans in gebruik als burelen. Gebouwd in 1953. Oranjerood bakstenen volume van één bouwlaag + verhoogde begane grond onder pannen schilddaken. Drie centrale middentraveeën geflankeerd door telkens één travee van het dwars volume. De gevels zijn opengewerkt met rechthoekige muuropeningen voorzien van betonnen lateien. Behouden schrijnwerk met kleine roedeverdeling.

Watertoren. Gebouwd in 1923. Bakstenen constructie met koepelbodemkuip. Opengewerkt met rondboogvormige muuropeningen. De deur is gevat in een licht uitspringend volume. Het bovenste gedeelte van de watertoren is breder uitgewerkt en kraagt uit op een natuurstenen boord.

Bewoners- en patiëntenkapel. Gebouwd in 1960 naar ontwerp van architect De Meester. Typisch materiaalgebruik en vormgeving voor de jaren 1960. Volume van gele baksteen boven een bruine plint onder plat dak benadrukt door brede betonnen dakoversteken. Inkom gevat in een centraal volume met afgeschuinde hoeken. Inkom gemarkeerd door brede betonnen luifel waarboven een groot venster met geometrische betonnen invulling. Centraal gedeelte geflankeerd door een volume onder licht hellend dak. Opengewerkt met een groot venster voorzien van betonnen geometrische invulling. Rechtervolume uitlopend in een klokkentorentje met koperen haan afkomstig van de oude kapel.

Interieur. Open ruimte met suggestie van midden- en zijbeuken en koor door verdiepte plafonnering. Symmetrische vensteropeningen waarbij de wanden aan weerszijden van het altaar en het inkomportaal zijn opengewerkt door middel van betonnen registers met decoratief glaswerk naar ontwerp van glazenier Jan Cleeren. Kruisweg afkomstig van oude kapel van 1900-1903.

Feestzaal Gebouwd in 1961-1962 naar ontwerp van architect De Meester. Opgetrokken in typische expo-stijl van 1958. Sterk symmetrisch opgebouwde oranjerode baksteenbouw onder vlinderdaken met brede betonnen dakoverstekken. Sterk symmetrisch opgebouwde voorgevel met typisch materiaalgebruik. Oorspronkelijk voorzien van een grijze natuurstenen bekleding. De gevels zijn opengewerkt met rechthoekige muuropeningen in een zandstenen omlijsting en voorzien van stalen bandramen. Oorspronkelijk portaal bekleed langs binnen met gele natuurstenen nu nog deels bewaard in de zij-ingangen de wanden van het portaal. Achtergevel: Het centraal hoofdvolume functioneert onder meer als een trappenhal verlicht met een groot rechthoekig venster. Erboven prijkt een bas-reliëf met figuren die de functie van de feestzaal allegorisch uitbeelden. Het hoofdvolume wordt links en rechts geflankeerd door een lager volume van één bouwlaag onder plat dak. In gebruik als inkom.

Interieur. Sterk gewijzigde interieuraankleding met behoud van de oorspronkelijke ruimte-indeling. Centrale inkomhal gebruikt als foyer oorspronkelijk afsluitbaar van de feestzaal door een schuifdeur heden dichtgemaakt. Sterk symmetrische opbouw georganiseerd rondom de centrale concert-/theaterzaal, heden in gebruik als bioscoop en theaterzaal. Verhoogd podium met oorspronkelijke toneeltoren waarrond twee vaste galerijen met technische infrastructuur. Behouden vaste zetels. Achteraan technische ruimte met behouden filmprojector.

Verder nog bibliotheek, muzieklokaal, donkere kamer, kleedkamers en sanitair.

Zogenaamde Boskapel. Gebouwd in 1950 als dankkapel na de Tweede Wereldoorlog.

Begraafplaats. Gelegen in een uithoek achteraan het domein. De aanleg gebeurde in 1929. Het perceel is gedeeltelijk omheind met een heg, op sommige plaatsen vervangen door een draadafsluiting. Toegankelijk via een smeedijzeren hekken aan betonnen pijlers en hierop aansluitend een centraal kiezelpad leidend naar een calvarie, afgesloten door arduinen pijlertjes waartussen smeedijzeren ketting. Links van de calvarie de laatste rustplaats van de broeders, rechts ervan de rustplaats van de paters Capucijnen. Monumentale ceder naast calvarie. Meer dan dubbel gebruikte begraafplaatsen waarop oorspronkelijk wit houten kruis, heden blauwe hardstenen kruisen op vierkante basis. Sinds 1981 enkel gebruikt voor broeders en dienstdoende paters.

Mortuarium. Vrijstaand gebouw ten zuiden van de begraafplaats. In gebruik tot eind jaren 1990. Eenvoudig éénlaags gebouw onder plat dak. Centrale deuropening onder betonnen luifel en omlijsting in zelfde leisteen als de feestzaal.

Paviljoen HH. Engelen. Paviljoen gebouwd in 1949 voor de tbc-patiënten in plaats van de oude keuken van het gebouw voor de rode rokjes. Toegewijd aan de zogenaamde engelbewaarders, hemelbewoners die geacht werden te waken over het welzijn van de mensen en hen te begeleiden tijdens hun leven.

Eenlaags volume onder een plat dak met entresolverdieping. Oranje baksteenbouw. Horizontaal afgelijnd door bepleisterde en beschilderde band, erboven een bakstenen borstwering, ter hoogte van de hoeken hoger opgetrokken. Rechthoekige muuropeningen in een bepleisterde en beschilderde omlijsting. Uitspringende plint. Toegankelijk via een centrale trap. Bewaard schrijnwerk met kleine roedeverdeling.

Kliniek Reigerlo. Gebouwd circa 1965. Een open dienst voor vrije patiënten.

  • DEGUFFROY G., Beeldig Sint-Amandus, brochure, Beernem, 2000.
  • Feestzaal Psychiatrische centrum Sint-Amandus Beernem, in Brochure Open Brochure Open Monumentendag Vlaanderen 1998. Gemeente Beernem, Beernem, 1998, p. 4-6.
  • ASSELOOS D., ASSEZ J., DE GROOTE M., en anderen, 75 jaar Sint-Amandus, 2003.
  • VAN CRAENENBROECK W., Eenheid in verscheidenheid watertorens in België, 1991, p. 108.

Bron: GILTÉ S. met medewerking van BAERT S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Beernem, Deelgemeenten Beernem, Oedelem en Sint-Joris, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL31, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Gilté, Stefanie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/89057 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Gemeente Beernem

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.