Pastorie, door middel van muurankers gedateerd 1749. Oorspronkelijk een dubbelhuis van vijf traveeën en één bouwlaag, verhoogd in de 19de eeuw met een tweede bouwlaag onder een zadeldak. Oorspronkelijke bijgebouwen zoals koetsgebouw en stallen zijn gesloopt. De 19de-eeuwse druivenserre bleef bewaard.

Historiek

De parochie behoorde oorspronkelijk tot het patronaatsrecht van het Aalsterse Sint-Martinuskapittel. De oudste vermelding van een pastorie te Kerksken dateert uit 1574. Anno 1713 en 1727 werd een nieuwe pastorie gebouwd of verbouwd. De financiële steun kwam van het kapittel van de Sint-Martinuskerk van Aalst. Het dubbelhuis van vijf traveeën en twee verdiepingen onder een zadeldak werd door middel van muurankers gedateerd 1749. Gezien de ankers moet ze een twintigtal jaar na de bouw nogmaals aangepast zijn.

Getuigenissen van pastoor Van Eesbeeck uit 1775 en pastoor Van Hoeimissen uit 1832 bevestigen dat het te Kerksken ging om een éénlaags gebouw. Tijdens de 19de eeuw werd het gebouw gewijzigd en verhoogd met één verdieping (1832). Langs de binnenzijde op zolder zijn de sporen van het 18de-eeuwse éénlaags gebouw nog duidelijk zichtbaar. De gebinten zijn 18de-eeuws en werden hergebruikt bij de 19de-eeuwse verbouwing. De gebinten dragen bovendien de sporen van een tussenfase waarbij vermoedelijk eerst de achtergevel werd opgetrokken.

Aanpalend aan het hoofdvolume staat een éénlaags bijgebouw dat oorspronkelijk dienstig was als woning. Een reeks bijgebouwen, koetsgebouw, stallingen..., welke dwars op het huis stonden tot aan de straat evenals de muur en poortgebouwtje langs de straat (vermoedelijk allen 18de-eeuws) zijn verdwenen omstreeks 1965 om plaats te maken voor parkeerplaatsen. Enkele sporen zijn zichtbaar in de voortuin.

Anno 1976 werd de gevel gedecapeerd en waren bouwsporen zichtbaar (zandstenen negblokken aan het tweede venster en tussen het vierde en vijfde benedenvenster). De daarna aangebrachte cementpleister verborg deze sporen terug.

Beschrijving

Voor- en achtergevel zijn identiek van indeling. De afwerking is verschillend. De voorgevel is bepleisterd en voorzien van een lijst in stucwerk. De achtergevel werd beraapt. Alle ramen op de benedenverdieping zijn beluikt. De indeling van de pastorie is typisch voor de 18de eeuw. De twee ramen uit het linker tuinsalon werden omgevormd tot één groot raam.

De trap zit verborgen achter een deur met bovenlicht, rechts van de voordeur. De aankleding is uitgevoerd in een sober neoclassicisme. Enkel de schouwen werden met stucwerk gedecoreerd. In de gang zijn alle deuren voorzien van rondbogig lijstwerk in stuc. De eerste verdieping wordt over de lengte in twee verdeeld door de gang. Er situeren zich hier 7 eenvoudige kamers. Langs weerszijden van de pastorie bevindt zich een bijgebouw.

Een grote tuin met typisch 19de-eeuwse druivenserre sluit aan bij de pastorie.