is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Lambertuskerk
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Lambertuskerk
Deze vaststelling was geldig van tot
Parochiekerk toegewijd aan Sint-Lambertus. Gelegen aan het kruispunt van de Markt, de Oude Zakstraat en Nieuwendorpe. Het bijhorende kerkhof bevindt zich hoofdzakelijk ten noorden van de kerk.
Historiek
1184: De oudste bron waarin wordt vermeld dat Oedelem een parochie wordt (Bulle van Paus Lucius III), vermoedelijke aanwezigheid op huidige locatie van een veldstenen kerkje. 1578-1583: Verwoesting van de kerk tijdens godsdiensttroebelen. 1608: Begin herstelperiode. 1629-1630: Herbouwen van de kerk. 1663: Restauratie toren door aannemer Jacques Pieters uit Gent, hiervoor werd een steenoven opgericht op het Beverhoutsveld. 1727: Herbouwen voorportaal en doksaal. 1836: Restauratie van de volledige kerk. 1868: Verhogen van de toren tot 47 meter en bouwen van een nieuwe spits. 1885: Afbraak van de deels veldstenen westgevel en verlengen van de kerk met 8 meter in de westelijke richting. 1927: Brand in de kerk, sacristie en vernieling van het hoogkoor. 1940: Zware beschadiging door "het ontploffen eener bom uit een luchtschip gevallen". 1947-1965: Herstel oorlogsschade en periode van vernieuwing.
Beschrijving
Plattegrond. De plattegrond ontvouwt een driebeukige hallenkerk, schip van zes traveeën, met twee zijkapellen aan de westelijke zijde.
Materialen. De Sint-Lambertuskerk is uitgewerkt in een classicerende barok en is opgebouwd uit rode baksteen en blauwe hardsteen, kalkzandsteen en Euville-steen voor de venster- en deuromlijstingen en de ornamentiek. Bedaking in zwarte natuurleien en zwarte, geglazuurde dakpannen (bergruimte).
Exterieur. Driebeukig volume in baksteenmetselwerk onder zadeldaken met toren aan oostzijde. Roodgeschilderde bakgoot op modillons en kalkzandstenen geprofileerde kroonlijst.
Voorgevels. Symmetrisch opgebouwde verhoogde halsgevels, met bekronend driehoekig fronton en voorzien van natuur- en bakstenen in- en uitzwenkende klauwstukken en schouderstukken. Centraal een houten poort gevat in een geblokte omlijsting aanzettend vanuit op basissen geplaatste voluten, en vooruitspringende sluitsteen. Geheel bekroond door architraaf waarboven een segmentboogvenster in een geprofileerde omlijsting met oren en neuten. Erboven een rondboogvormige beeldnis in een geprofileerde omlijsting aanzettend op een voluutbasis, met een uitspringende sluit- en aanzetsteen, driehoekig fronton en geprofileerde onderdorpel met guttae. In de zijgevels van de centrale voorgevel telkens een (nu dichtgemetselde) segmentboogvormige deuropening in een geprofileerde geblokte omlijsting aanzettend op lage basementstukken met voluut. Segmentboogvormig bovenlicht op rechte latei in een zelfde omlijsting maar zonder sluitsteen en bekroond door gebogen fronton. In het muurvlak daarboven een ronde vensteropening met geprofileerde waterlijst en uitspringende sluit- en aanzetsteen. De dieper gelegen voorgevels zijn elk opengewerkt met een segmentboogvormige vensteropening in een geblokte en geprofileerde omlijsting met guttae en uitspringende sluitsteen en een hoger gelegen identieke maar kleinere muuropening ingevuld met een houten deur. In de voorgevels verder nog sierankers en verjongende steunberen met voluutvormige blauwe hardstenen druipstenen ter hoogte van de verjongingen en een blauwe hardstenen plint.
Zijgevels. De gevels van de zijbeuken worden geritmeerd door tweedelig verjongende steunberen met Euville-druipstenen. Segmentboogvormige vensteropeningen met geprofileerde geblokte omlijsting en uitspringende sluitsteen. Zijkapellen aan de westzijde in een vijfzijdig volume onder tentdak met twee ronde muuropeningen in een geprofileerde arduinen omlijsting. Aan de zuidelijke kapel is een crucifix onder een houten baldakijn aangebracht. Achter de doopkapel bevindt zich een rechthoekige stookruimte onder plat dak.
Aan de oostzijde een imposante toren met vierkante plattegrond en een achtzijdige overhoeks ingesnoerde torenspits. De torenspits is horizontaal onderbroken door een achtzijdig houten platform waaronder uitbuiking. De torenromp wordt verticaal geritmeerd door verjongende steunberen en kalkzandstenen hoekkettingen. Horizontale belijning door middel van kordonlijsten. In de bovenste geleding van de romp twee gekoppelde galmgaten waarboven een uurwerk, samen gevat in een geblokte natuurstenen omlijsting aanzettend op voluten en voorzien van een geprofileerde waterlijst met uitspringende sluit- en aanzetstenen. Aan de zuidzijde is een datering in kalkzandsteen "1663" aangebracht onder een waterlijst. Verder is de torenromp langs drie zijden voorzien van een rondboogvormige muuropening in een blauwe hardstenen geblokte en geprofileerde omlijsting onder een geprofileerde waterlijst met uitspringende sluit- en aanzetstenen ingevuld met een houten deur. Aan de oostzijde is er nog een segmentboogvormige vensteropening met geblokte en geprofileerde omlijsting.
Aan de zuidzijde van de toren bevindt zich de sacristie met eenvoudige segmentboogvensters onder een rollaag en smalle bakstenen waterlijst en met een onderdorpel in Euvillesteen.
Interieur. Driebeukige, georiënteerde hallenkerk met witgepleisterde wanden. Schip met enkele opstand: rondboogvormige scheiboogarcade op witgepleisterde pijlers met achtzijdig basement en tectonisch kapiteel, beide uit blauwe hardsteen. Achtzijdige profilering van kapiteel geaccentueerd door vergulding. Witgepleisterde tongewelven en gordelbogen met cassetten, steunend op kraagstenen. Tegelvloer in Noir de Basècle en witte marmer gelegd in dambord- en geometrisch patroon. De vensteropeningen zijn ingevuld met glas in lood. Langsheen de middenbeuk zijn op de pijlers heiligenbeelden opgesteld steunend op gepolychromeerde houten sokkels.
Meubilair. Sint-Lambertus-altaar in rode en grijze marmer (1927), barok Sint-Elooi-altaar (1740) met retabelschilderij op doek uit de school van Van Oost, afkomstig uit de Sint-Catherinakerk te Brugge, eikenhouten Onze-Lieve-Vrouw-altaar (1740) met retabelschilderij door Walleys (1840), 18de-eeuws beeld Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën in beeldkast, eikenhouten lambrisering en noordelijke biechtstoel in rococo door Pieter Coppée (1769) in 1951 verlengd en aangevuld, 18de-eeuwse eikenhouten preekstoel, smeedijzeren communiebank door B. Janssens uit Knesselare (1836), doopvont in zwart marmer met koperen deksel door B. Janssens uit Knesselare (1836), meerdere schilderijen waaronder 'De geseling van Christus' uit de 17de eeuw afkomstig uit de Sint-Catherinakerk te Brugge, kruisweg geschilderd door Eugeen Van Maldegem uit Dentergem (1836), orgel uit 1907 door Delmotte en zoon (Doornik), 20ste-eeuwse gebrandschilderde glas-in-loodramen.
Kerkhof. In het midden van de 17de eeuw werd het kerkhof afgesloten door een hekken en muren en aangelegd met olmenplantsoenen. In het begin 19de eeuw was het kerkhof verdeeld in verschillende percelen en verhuurd als graasweide. Door de uitbreiding van de kerk eind 19de eeuw was er een plaatsgebrek ontstaan en zocht men uitbreiding tot tegen herberg 'de Nooteboom'. Vandaag is enkel het gedeelte aan de noordzijde van de kerk behouden als kerkhof. Het is afgesloten door een bakstenen muurtje met betonnen dekstenen. Verder aanwezigheid van een restant van een ooit indrukwekkende drie meter hoge palmhaag, twaalf taxussen op een rij en drie knotbuxusboompjes.
Bron: GILTÉ S. met medewerking van BAERT S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Beernem, Deelgemeenten Beernem, Oedelem en Sint-Joris, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL31, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Gilté, Stefanie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Oudezakstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Lambertuskerk [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/89281 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Gemeente Beernem
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.