Vrijstaand herenhuis met dubbelhuisopstand gebouwd circa 1920. Breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak. Oranjebakstenen gevelparement met sierankers gecombineerd met bepleisterde gevelelementen onder meer voor de geblokte ontlastingsbogen van de rechthoekige muuropeningen en het benadrukken van de horizontale gevelbelijning ter hoogte van de onder-, de tussen- en de bovendorpels. Verticaal belijnd door traveenissen, bovenaan afgewerkt met een rondboogfries. Meer uitgewerkte middentravee met op de verdieping een gebuikt gietijzeren balkon overgaand in een getrapt dakvenster voorzien van een smeedijzeren windvaan.