Teksten van Parochiekerk Sint-Martinus met kerkhof

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/8931

Parochiekerk Sint-Martinus ()

De parochiekerk Sint-Martinus, gelegen ten westen van het gekasseide kerkplein en ten noorden van de ruïnes van het oud kasteel van de Heren van Herzele, omvat de restanten van de vroeggotische kerk en de neogotische kerk uit 1912-13, ontworpen door architect Henri Valcke. De kerk is omringd door een ommuurd kerkhof.

Historiek

De vroegste bouwgeschiedenis van de kerk is niet bekend maar klimt vermoedelijk op tot de 10de eeuw. De oudste vermelding van de plaatsnaam dateert van 972. Onder heer Boudewijn van Herzele werd de kerk in 1147 overgedragen aan de abdij van Saint-Ghislain in Henegouwen. Vanaf de bisdomhervorming van 1559 behoorde de kerk tot het aartsbisdom Mechelen, dekenij Ninove, van 1801 tot 1845 tot het bisdom Gent, dekenij Aalst, van 1845 tot 1911 tot de dekenij Ninove, en sinds 1912 is Herzele een zelfstandige dekenij.

In de loop der eeuwen was de kerk verscheidene malen het slachtoffer van vernielingen, zoals in 1381 door het leger van Lodewijk van Male, in 1485 door het leger van Maximiliaan van Oostenrijk, in 1579 door de Spanjaarden. Vanaf 1600 werkte men aan de heropbouw van de vernielde kerk. Het koor werd herbouwd in 1625.

In 1829 werd het westelijk deel en het middenkoor van de kerk afgebroken, een nieuw schip met koor werd gebouwd ten westen van het bewaarde oude gedeelte (toren en transept, nu zijkapellen), dat van dan af dienst deed als ingangspartij.

In 1906 krijgt architect Henri Valcke de opdracht van de kerkfabriek van Sint-Martinus om een nieuwe kerk te ontwerpen. Voorzitter van de kerkfabriek is de kasteelheer burggraaf Gustave du Parc Locmaria. Na onderzoek ter plaatse brengt architect Valcke verslag uit bij de Koninklijke Commissie voor Monumenten in Brussel. In zijn verslag vermeldt Valcke volgende bevindingen: De oorspronkelijke kerk was geoosterd maar door vergrotingswerken een 60-tal jaren geleden werd het oude gedeelte aan de voorgevel gesloopt en werd de kerk naar het westen georiënteerd. De toren en de noordelijke kapel zijn in vroeggotische stijl. De zuidelijke kapel werd in baksteen heropgebouwd in de 16de eeuw. In die periode heeft men ook in de noordelijke puntgevel een venstertracering in flamboyante gotiek geplaatst, onderaan ziet men nog de aanzet van het oorspronkelijke moneel. In beide annexen van de toren is een ampullennis naar het oosten en een deur naar het westen. In de zuidelijke kapel is in de oostkant een heiligennis. Het gewelf van de toren zou dateren uit de 16de eeuw. Architect Valcke besluit dat deze oude delen van de kerk voldoende archeologische waarde vertonen om te beschermen als monument. In 1906 worden deze oude delen door de commissie in de 3de klasse van monumentale cultusgebouwen gerangschikt.

In 1911 stelt architect Valcke zijn plannen voor een gedeeltelijke herbouwing van de Sint-Martinuskerk voor. Tezelfdertijd worden de toren en de zijkapellen gerestaureerd. De werken worden uitgevoerd door aannemer Bruxelman van Ledeberg. In 1913 werd de sloop van de oude kerk gestart, met uitzondering van de toren met de twee zijkapellen, de fundering van de zijbeuken, de kolommen en de muren tot de hoogte der vensters. In 1913 werd een wijziging aangebracht aan het oorspronkelijke plan door toevoeging van een berging bij de sacristie. De nieuwe kerk had dus dezelfde breedte van de oude kerk maar werd ten westen uitgebreid met een nieuw koor en sacristie. Van de voorheen 25 grafplaten van pastoors en notabelen werden er negen teruggeplaatst.

In 1969 hadden herstellingswerken plaats onder leiding van architect A. Bressers (Gent). In 1970-71 werden de wanden voorzien van houten lambriseringen. In 1974-75 werd de kerk inwendig opgefrist, de polychromie werd verwijderd. Het architectenbureau Bressers startte vanaf 2001 herstellingswerken aan de monelen en glasramen, aan de toren en het natuurstenen parement. In 2008 vond een herstelling plaats van de glasramen.

Beschrijving

De parochiekerk Sint-Martinus is een niet-georiënteerde kruiskerk met omringend, deels ommuurd kerkhof, gelegen ten westen van het gekasseide kerkplein, en ten noorden van ruïnes van de burcht van Herzele.

De huidige plattegrond ontvouwt een portaal met een vierkante toren ten oosten, geflankeerd door zijkapellen, een driebeukig schip van vier traveeën, uitspringend transept met zijtransept voorzien van zijportalen, hoofdkoor met vijfzijdige koorsluiting, en zijkoren met twee rechte traveeën en vlakke koorsluiting, en een sacristie met berging met driezijdige sluiting aansluitend bij het zuidelijk zijkoor en apsis van het hoofdkoor.

Neogotische kerk opgericht in 1912-1913 naar ontwerp van architect Henri Valcke (Gent); de beschermde toren en zijkapellen zijn de kruisingstoren en het transept van de voormalige vroeggotische kerk, door de bouw van het nieuwe schip en koor ten westen van het vroegere koor in 1929, fungeert het oude koor als ingangspartij ten oosten.

Opgetrokken uit Balegemse zandsteen (deels hergebruikt materiaal), onder zadeldak (leien). De zuidgevel van het oorspronkelijke transept, de huidige zijkapellen aan weerszij van de oude toren, heeft een bakstenen parement. De plint van de neogotische kerk is opgetrokken uit Balegemse zandsteen, hergebruik van de in 1912 gesloopte kerk.

Sobere vierkante oosttoren (zandsteen) van vier geledingen, onder tentdak, links geflankeerd door een neogotisch achtzijdig traptorentje. Geledingen aangegeven door waterlijsten. Gekoppelde spitsboogvormige galmgaten onder omlopende waterlijst, twee per zijde, drie aan de zuidzijde. In noordgevel en bakstenen zuidgevel van het oorspronkelijke transept, nu zijkapellen, gotisch spitsboogvenster. Centraal neogotische puntgevel met portaaltje met rechthoekige deur onder spitsboogvenster met drieledig maaswerk; tussendorpel op zandstenen maskerkopjes als consoles. Rechts ervan spitsboogvenster met tweeledige tracering. Links, veelhoekig traptorentje en aan de gevel opgehangen calvarie onder houten afdak, gevormd door een kruisbeeld geflankeerd door de beelden van Maria en Johannes. Zijbeuken opgevat als kapelgevels onder zadeldak (leien), gescheiden voor versneden steunberen, en voorzien van spitsboogvensters in kwartholle omlijsting, afzaat, en drielichten met neogotische tracering. Oculi als bovenlichten voor de middenbeuk. Het transept wordt voorafgegaan door een zijtransept met zijportalen. Het zuidelijk zijtransept met rechthoekig deurtje met blind boogveld wordt geflankeerd door een achtzijdig traptorentje onder naaldspits. Ook het transept en koor worden geritmeerd door steunberen met een versnijding. Noord- en zuidgevel van het transept met twee gekoppelde lancetvensters met vierpas. De sacristie en berging op onregelmatige plattegrond met lijst- en puntgevels, zijn voorzien van rechthoekige drielichten en bolkozijnen met arduinen kozijnen en een getoogd deurtje.

Interieur

Toren op zware pijlers, kruisribgewelven en rond galmgat, afgescheiden van de middenbeuk door middel van een natuurstenen muur in ruw verband met spitsboogvormige muuropening. In oostgevel van Heilig Grafkapel spitsboogvormig ampullennis. De zijkapellen openen aan de westzijde met een grote spitsboogvormige opening naar het schip en aan een andere zijde naar het portaal. Bij de toren aansluitende vroeggotische transeptarmen (nu zijkapellen) onder spitstongewelven. Hoofdbeuk, transeptarmen en hoofdkoor onder eiken spitstongewelven. Zijbeuken en zijkoren onder bakstenen kruisribgewelven, gemetst in visgraatverband, met natuurstenen ribben. Hoofdbeuk met spitsboogarcaden op zandstenen zuilen op achtzijdige basis met gestileerde bladkapitelen. Het zuidelijk zijkoor heeft aansluitend een privékapel van de familie Du Parc, naar het koor geopend met twee scheibogen, thans in gebruik als berging. Keramische vloertegels. Houten lambriseringen, recenter toegevoegd. Een deel van de sacristie is nu in gebruik als winterkapel.

Vijf glasramen in koor: Drie glasramen van 1934 van Hendrik Coppejans (Gent, 1883-1947): middelste Calvarieberg, links ervan Verschijning van het Heilig Hart aan Margaretha Alacoque, rechts Avondmaal te Emmaüs, gedateerd Anno domini 1934. De uiterste glasramen met Steniging van de Heilige Stefanus (rechts) en Heilige Petrus ontvangt sleutel (links) zijn ontworpen door De Loore en uitgevoerd door Cesar Vanhevele (Gent, 1898-1956), gedateerd 1954. De twee grote zijvensters in het koor met voorstelling van de Kroning van Maria en Heilige Rochus, naar ontwerp van Michel De Loore en uitgevoerd door Cesar Vanhevele, zijn gedateerd 1954. Twee vensters in het transept met voorstelling van Heilige Jozef en Heilige Martinus (rechts) en Heilige Agnes en Heilige Barbara (links), naar ontwerp van M. Nevens en uitgevoerd door Herman Mortier, zijn geplaatst in 1961.

  • Schilderijen:
    • In de Heilig Grafkapel, schilderij met kruisafneming; Kruisweg geschilderd op doek door Jozef Meganck (Aalst, 1807-1891), circa 1857.
  • Beeldhouwwerk:
    • Verschillende heiligenbeelden staan heden opgesteld in de noordelijke zijkapel:
    • Heilige Rochus, gepolychromeerd houten beeld uit de 17de eeuw; gepolychromeerde beelden van Heilig Hart van Jezus, Heilige Theresia, Heilige Rita, recentere beelden van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes en Heilige Jozef (gesigneerd Bressers), Heilige Antonius (gesigneerd Parent), en een vrij recent beeld van pastoor van Ars.
    • In de zuidelijke zijkapel: Jezus in het graf, geschilderd houten beeld uit de 17de eeuw. In het koor, beeld van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart.
    • De wand tussen portaal en schip is verfraaid met twee stenen beelden op sokkel van Heilige Cornelius en Heilige Martinus, erboven groot kruisbeeld.
  • Meubilair, gedeeltelijk hergebruikt oud meubilair en gedeeltelijk in neogotische stijl uitgevoerd door Remi Rooms voor de nieuwe kerk van 1913:
    • neogotisch hoofdaltaar met stenen tafel, eiken retabel met koperen tabernakel van M. Geeraert, erboven een Calvarie geflankeerd door nissen met Aanbidding van de Koningen, Bruiloft van Kana, Vermenigvuldiging van de broden, en de Emmaüsgangers (circa 1920). De twee zijaltaren zijn afkomstig van de oude kerk, altaartafels van witte steen en houten retabels met beelden, vermoedelijk van circa 1879. Zuidelijk zijaltaar van Onze-Lieve-Vrouw met centraal beeld van Onze-Lieve-Vrouw, geflankeerd door beeld van Heilige Anna rechts en Heilige Jozef links. Noordelijk zijaltaar van Heilige Rochus met centraal Heilige Rochusbeeld, geflankeerd door beeld van Heilige Johannes Baptista en Heilige Barbara. In de oude zijkapellen naast de toren staan eenvoudige blokaltaren van zandsteen.
    • eiken communiebank fragmentarisch bewaard
    • kansel uit de 17de eeuw, reliëfs met buste van Heilige Mattheus en de symbolen van de vier Evangelisten, gerestaureerd in 1936.
    • twee 18de-eeuwse biechtstoelen uit de oude kerk en twee neogotische biechtstoelen van R. Rooms (circa 1920).
    • arduinen doopvont op steun met jaartal 1616, koperen deksel en marmeren doopvont met koperen deksel.
    • orgel van 1929 van het huis Anneesens, gesigneerd "Oscar Anneesens-Marinus Kortrijk", orgelkast van Speiser (Sint-Amandsberg) gemaakt in 1939.
    • sacristiekast, deels 18de- en deels 19de-eeuws.

Oude grafplaten: zeven in de zijkapel ten noorden van het portaal, twee aan het portaal en één in de kapel ten zuiden. In de privékapel van de familie du Parc, aansluitend bij het zuidelijk zijkoor, is in 1926 een arduinen gedenkteken geplaatst.

  • Onroerend erfgoed Oost-Vlaanderen, Beschermingsarchief.
  • BAKELANTS I. 1992: De glasschilderkunst in België in de negentiende en twintigste eeuw, deel c, Deurne.
  • COOMANS T. 2003: Kerken in neostijlen in Vlaanderen. Ontwikkeling en implementatie van een methodologie voor de bescherming en de monumentenzorg van het negentiende-eeuwse kerkelijk architecturaal patrimonium in Vlaanderen, Eindverslag, Leuven.
  • DE BUYSSCHER M. 1972: Bijdrage tot de geschiedenis van Herzele, Herzele.
  • DE POTTER F. & BROECKAERT J. 1889: Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks V, deel II, Gent.
  • VANDENBUSSCHE & VAN DEN KERKHOVE C. 1976: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Oost-Vlaanderen, Kanton Herzele, Brussel, 22-24.

Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/41027/102.1, Sint-Martinuskerk
Auteurs:  Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Lanclus K. 2013: Parochiekerk Sint-Martinus met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/176099 (geraadpleegd op ).


Parochiekerk Sint-Martinus ()

Westoost-georiënteerde kruiskerk met omringend, ommuurd kerkhof, gelegen ten westen van het gekasseide kerkplein. De plattegrond ontvouwt: een vierkante toren ten oosten met in het zuiden winterkapel en ten noorden Heilige Grafkapel, een driebeukig schip met vier traveeën, lagere noordelijke en zuidelijke zijkapel, transept, hoofdkoor en zijkoren met twee rechte traveeën en respectievelijk vijfzijdige en vlakke koorsluiting. Neogotische kerk opgericht in 1912-1913; oosttoren en zijkapellen zijn de kruisingstoren en transept van de voormalige vroeg-gotische kerk.

Zandsteenbouw (deels hergebruikt materiaal), onder zadeldak (leien). Noord- en zuidgevel van het oorspronkelijk transept: baksteenbouw, authentiek spitsboogvenster en ramen. Sobere vierkante oosttoren (zandsteen), onder tentdak, rechts geflankeerd door neogotisch achtzijdig traptorentje. Gekoppelde spitsboogvormige galmgaten, twee per wand, drie aan zuidzijde. Neogotische oostgevel met rechthoekig portaaltje met rechthoekige deur onder blind spitsboogveld; tussendorpel op zandstenen maskerkopjes als consoles. Links, oostelijke zijgevel met neogotisch spitsboogvenster en calvarie.

Schip met zijbeuken opgevat als kapelgevels onder schilddak (leien). Schip, transept en koor, geritmeerd door steunberen met een versnijding. Spitsboogvensters in kwartholle omlijsting, afzaat, neogotische tracering. Oculi als bovenlichten voor de middenbeuk. Noord- en zuidgevel van het transept met twee gekoppelde lancetvensters met vierpas. Zuidgevel van de rechts zijkapel met rechthoekig deurtje met blind boogveld en flankerend achtzijdig torentje.

Toren op zware pijlers, kruisribgewelven en rond galmgat, afgescheiden van de middenbeuk door middel van een natuurstenen muur in ruw verband met spitsboogvormige muuropening (ondervernieuwing?). Vroeg-gotische transeptarmen onder spitstongewelven. Hoofdbeuk met spitsboogarcaden op zandstenen zeilen op achtzijdige basis met gestileerde bladkapitelen. Hoofdbeuk en transeptarmen en hoofdkoor onder houten spitstongewelven. Zijbeuken en zijkoren onder kruisribgewelven.

Mobilair: Kruisweg door J. Meganck (circa 1857). Hoofdaltaar (circa 1913); biechtstoel (circa 1913); preekstoel uit de 17de en 20ste eeuw. Doopvont op steun met jaartal 1616.

  • VANDENBUSSCHE VAN DEN KERKHOVE C. 1976: Fotorepertorium, Kanton Herzele, 22-24.

Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n2 (H-Z), Brussel - Gent.
Auteurs:  d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: d'Huyvetter C. & de Longie B. & Eeman M. 1978: Parochiekerk Sint-Martinus met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/8931 (geraadpleegd op ).