Eenheidsbebouwing van lage arbeiderswoningen gebouwd volgens repeterend schema. Het geheel is fasegewijs tot stand gekomen (zie hoogteverschil dak en gevelafwerking).

Nummer 38-40. Twee breedhuizen volgens het kadaster gebouwd in 1884. Dubbelhuisopstand van drie traveeën en één bouwlaag onder pannen zadeldak. Witbeschilderde bakstenen lijstgevel met grijze plint. Segmentboogvormige muuropeningen waarvan de vensters beluikt zijn. Uitspringende streklaag onder dakoverstek.

Nummer 42-44. Het volume wordt reeds weergegeven op het primitief kadasterplan van 1829, echter als één woning. In 1862 werd deze woning in drie afzonderlijke huizen opgedeeld en in 1884 worden twee daarvan terug samengevoegd tot een woning (nummer 42). Breedhuizen van respectievelijk vier (nummer 42) en drie (nummer 44) traveeën en één bouwlaag onder een pannen zadeldak. Verankerde en witbeschilderde baksteenbouw met grijze plint. Tegen de goot een zaagtandlijst. Nummer 42. Rechthoekige, beluikte vensteropeningen. Nummer 44. Segmentboogvormige, beluikte muuropeningen.