Historische hoeve gelegen op het hoekperceel tussen de Kleine Molstenstraat, Ridder de Ghellinckstraat, Vierlindenstraat en Vaartstraat, bestaande uit losstaande hoevegebouwen rondom een begraasd erf. In geschiedenis minstens opklimmend tot halverwege de 17de eeuw, huidige hoevegebouwen vermoedelijk met 18de-eeuwse of begin-19de-eeuwse kern.
Woonhuis weergegeven op kaarten in een renteboek van de heerlijkheden Ingelmunster en Vijve (1642). In het landboek van Wielsbeke (1720) vermeld als "hofstede bestaen met huys, scheure, porten en ovenbuer", op de kaart van de "Stampcotwijck" wordt een woonhuis aangeduid. Op het primitief kadasterplan (circa 1830) wordt het boerenhuis op de huidige plaats weergegeven, met twee kleine landgebouwen, een haaks schuurtje en stalletje aan straatzijde. Het oudere schuurvolume met sleepdak wordt vermoedelijk tijdens de 19de eeuw vergroot en verhoogd, zie bouwsporen op de zijgevel. Tijdens de 19de eeuw is de hoeve eigendom van de familie della Faille, tijdens de 20ste eeuw van de familie de Ghellinck d'Elseghem.
Erfoprit in losse verharding, toegankelijk via 20ste-eeuwse bakstenen pijlers. Noord-zuid georiënteerd witgekalkt boerenhuis van zes traveeën met stal van twee traveeën op gepekte plint, onder zadeldak in Vlaamse pannen. Aan de westzijde een aanbouw onder lagere nok (bakhuis). Noordelijke opkamertravee met getralied venster aan de westzijde. Noordelijke zijgevel met rechte en getoogde muuropeningen.
Erfgevel met gecementeerde plint en getoogde beluikte muuropeningen waarin houten schrijnwerk (schuiframen) op betegelde onderdorpels. Zuidelijk stalgedeelte. Noordelijke zijgevel met korfbogig laadluikje.
Aan zuidzijde een schuur/stal in donkerrode baksteenbouw onder overkragend zadeldak in mechanische pannen (nok haaks op woonhuis). Erfgevel met segmentboogpoort, en nieuwere rechte staldeur en -vensters ten westen. Op de oostgevel zitten sporen van nokverhoging en vlechtingen. Aanbouw van nieuwe stal en deels restant van overdekte mestvaalt aan zuidzijde.
In de wei ten noordwesten staat een kleine stal onder zadeldak in mechanische pannen, oorspronkelijk met getoogde muuropeningen, vervangen door betonnen lateien. De resterende schoorsteen wijst op een oorspronkelijke functie als bakhuis of zomerkeuken.
- VERBRUGGHE C., De toestand te Wielsbeke in het jaar 1720 en relaties met vroegere en latere tijden (deel 1), in Leiesprokkels 2005-2006, jaarboek 9, 2006, p. 222.