is aangeduid als beschermd monument Kasteel Hernieuwenburg
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteeldomein Hernieuwenburg
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel Hernieuwenburg, Gemeentehuis van Wielsbeke
Deze vaststelling was geldig van tot
Kasteel "Hernieuwenburg", voorheen "Ten Broucke". Kasteel en omwalling beschermd als monument bij B.V.E. van 09/01/1985.
Het leen en goed "ten Broucke" was een heerlijkheid met lage rechtspraak, onder bevoegdheid van het Kasteel van Kortrijk en het Leenhof van Tielt. Ze had recht op een baljuw, onderbaljuw, sergeant en zeven schepenen, laatst genoemde enkel bevoegd voor lage rechtspraak. Er waren vier achterlenen. Leenhouder in 1359 is Wouter van Harelbeke, enkele jaren later (1366) is het bezit al overgegaan op Johanne van Harelbeke. Via huwelijk gaat de heerlijkheid begin 15de eeuw over op Tristam Uuten Zwane, heer van Wakken. In 1484 geeft Filips Uuten Zwane het leen ten Broucke in pand aan Joris van Crombrugghe. Laatstgenoemde koopt de heerlijkheid in 1485.
Het kasteel wordt afgebeeld op een prent van de hand van Vedastus de Plouich in Sanderus' Flandria Illustrata (1641-1644) en vermeld als "Curia Ten Broucken", eigendom van de heer Ghiselbert Franciscus van Crombrugghe. De afbeelding toont een eenvoudig kasteel omgeven door vierkante slotgracht. Binnen de omwalling staat een herenwoning met trapgevel (nok noordwest-zuidoost), haaks daarop staat een lager volume aangebouwd waardoor een L-vormig grondplan wordt gevormd. In de oksel bevindt zich een traptorentje. Het kasteeltje is bereikbaar via een stenen boogbrug en poort. Aan de noordwestelijke zijde tegen de walgracht staan twee kleine gebouwtjes, mogelijk bakhuisjes. Op het neerhof staat een langgerekt volume met trapgevel dat vermoedelijk boerenhuis, schuur en stallingen herbergt, met aan de noordzijde een vrijstaande duiventoren, eveneens met trapgevel. De kasteelsite is toegankelijk via een stenen poort tegenaan de zuidhoek van de walgracht, ten noorden van de walgracht bevindt zich een kleiner poortje. Volgens de Latijnse versie van Flandria Illustrata (1641-1644) verwoordt een passage: "niet onaardig Hof van Gyselbrecht de Crombrugghe". In de Nederlandstalige versie "Verheerlykt Vlaandre" (1735) staat beschreven: "Niet verre van de Leye ontmoet men in een vermakelyken oord het gebied van Wielsbeke, 't welke vier hondert mergen lants beslaat en met het kasteel van den heer de la Douvie versiert is". Genoemd "de la Douvie" naar de bezittingen van de familie de Crombrugghe in Warneton.
Op de kaart van het zesde kanton, de "Meulewyck", in het landboek van Wielsbeke (1720) wordt het kasteel als standaardweergave aangeduid: een groot bouwvolume met torentje en een poortgebouw ten zuidwesten. Een omwalling wordt niet weergegeven. In het landboek zelf wordt duidelijk dat de situatie weinig gewijzigd is "eene erfve met wallen daer het casteel Ten Broucke opstaet, met het nederhof, boomgaert, poorte, scheure ende stallinghen", toen eigendom van de erfgenamen van jonker Frans de Crombrugghe, vrijschepen en hoogpointer van de kasselrij Kortrijk in 1683 en 1706. Na zijn dood trouwt zijn dochter in 1719 met ridder Ildefons van der Bruggen en komt de heerlijkheid met kasteel in handen van de familie van der Bruggen.
De Ferrariskaart (1770-1778) toont het oude kasteel op onregelmatig grondplan, omringd door een walgracht die zich ruimer naar het zuiden toe uitspreidt en ook twee bijgebouwen ten zuidoosten omvat, onder meer het volume met trapgevel op de plaats van het latere koetshuis. Ten zuiden van het kasteel bevinden zich drie neerhofgebouwen rondom een erf. Volgens de literatuur is na een brand het oude kasteel volledig vernield geworden en wordt een nieuw kasteel opgetrokken. Diverse auteurs halen de datum van 1870 aan. Volgens een brief echter van Jules de Saint-Genois (die familiebanden had met de kasteelvrouw) wordt het oude kasteel "Ten Broucke" al herbouwd omstreeks 1780. Deze bouwdatum wordt bevestigd door de aanwezigheid van het alliantieschild van der Bruggen - van de Woestyne (eigenaars van 1766 tot 1801) in het fronton aan de voorzijde van het kasteel. Enkel een kapel wordt bewaard die aan oostzijde wordt geïntegreerd. De Sint-Genois beschrijft een situatie die zal blijven bestaan tot voor de Tweede Wereldoorlog. Het nieuwe kasteel, gelegen op oude motte, telt een vierhoekig grondplan met zeven traveeën en drie verdiepingen en is omgeven door walgrachten, bereikbaar met een stenen brug. De hoofdtoegang wordt aan weerszijden geflankeerd door gebouwen. Links lag een grote hoeve of neerhof, rechts de paardenstallen, koetshuizen en oranjerieën.
Een prent van de hand van Serafijn Vermote uit 1813 toont een zicht op de achterzijde. Het kasteel verschilt weinig van de huidige situatie, bezat eertijds een schilddak in plaats van het huidige mansardedak. Op het primitief kadasterplan (circa 1830) komt het kasteel voor op vierkant grondplan met uitbouwen zuidwest en noordwest, met achterliggende kasteeltuin, binnen brede rechthoekige walgracht, toegankelijk via een centrale (stenen) brug langs de voorzijde of via een smalle houten brug langs de achterzijde. Ten zuidoosten bevinden zich twee parallelle grote gebouwen op rechthoekig grondplan, aan weerszijden van de "cour d'honneur" die toegankelijk was via de centrale Kasteeldreef. Het noordoostelijke volume herbergde het koetshuis en paardenstallen, bij kadaster vermeld als schuur (verdwenen, vernield in 1940), het zuidwestelijke volume behoorde tot het neerhof, als woonhuis met stal en grote graan- of hooizolders (zie nummer 312). Ten zuiden daarvan stond een landgebouw. Het erf is weergegeven als boomgaard. De tuin rondom de walgracht van het kasteel duidt het kadaster aan als "bosch van vermaak" of "lusttuin". Het park rondom het kasteel bestond uit een recht drevenpatroon die het beboste gebied doorsneed, onder meer een "patte d'oie" vertrekkend vanuit de "cour d'honneur". Vanaf het kasteel keek een zichtas in de dreven van huidige Kapellestraat en Kasteeldreef. Het geheel wordt nog omgeven door een ruimere omwalling met onregelmatige vorm, de omliggende wegen- en drevenstructuur volgend.
Vermoedelijk ligt ten noordoosten van de walgracht een moes- of kruidentuin, op de plannen voor de aanleg van de steenweg (1852) wordt een rechthoekig gebied weergegeven dat aan drie zijden ommuurd is. Het neerhof is via een poort rechtstreeks toegankelijk vanaf de Rijksweg en wordt door een lange muur gescheiden van de noordelijker gelegen lusttuin (deels bewaard). Rond 1860 laat kasteelheer Frederic-Charles van der Bruggen de zuidwestelijke uitbouw van het kasteel vernieuwen. Het huidige classicistisch/ neoclassicistisch uitziende kasteel dateert volgens sommige bronnen van 1870, door de familie van der Bruggen heropgebouwd op grondvesten van de oude zomerresidentie. Het kadaster bevestigt deze informatie niet. Mogelijk wordt rond deze periode wel het dak vernieuwd en delen herbouwd. De aanwezigheid van het alliantieschild van der Bruggen - van de Woestyne (eigenaars van 1766 tot 1801) in het fronton sluiten echter een volledige heropbouw uit.
In 1881 registreert het kadaster in opdracht van eigenaar Maurice van der Bruggen een vergroting aan de noordelijke hoek van het kasteel. Aan de zuidelijke hoek wordt bij de uitbouw een sierlijke serre met gebogen dakvlak gevoegd. In 1882 wordt een portiek aan de ingang toegevoegd. Het koetshuis wordt uitgebreid aan de noordoostzijde om er een hovenierswoning te installeren. Naast het boerenhuis op het neerhof wordt een nieuw landgebouw opgetrokken. In 1884 en 1885 laat de baron ten oosten van de omwalling broeikassen bouwen. Vanaf 1895 wordt het kasteel de vaste verblijfplaats van baron Maurice van der Bruggen, voorheen gevestigd te Wingene waar hij burgemeester was. Vanaf 1888 was baron van der Bruggen ook volksvertegenwoordiger voor de Katholieke Partij. Van 1899 tot 1907 wordt Maurice van der Bruggen minister van Landbouw, Nationale Gezondheid en Schone Kunsten. Een foto van circa 1900 (KIK) toont het huidige kasteel met aangebouwde serre/ oranjerie tegen de zuidwestgevel. De ingang wordt nog gevormd door een portiek, begroeid met klimplanten. In 1904 bevinden zich ten noordoosten van het kasteel enkele verwarmde broeikassen of serres, de zogenaamde landbouwstokerij, opgericht door baron Maurice van der Bruggen. Er stond onder meer een 20 meter lange druivenserre.
In 1905 registreert het kadaster een "gedeeltelijke reconstructie" van het kasteel. Vermoedelijk worden op dat moment aan weerszijden de eenlaagse aanbouwen onder platte bedaking toegevoegd, waardoor onder meer de zuidwestelijke serreaanbouw verdwijnt. Voor de ingang van het kasteel wordt de brug afgebroken en een stuk van de walgracht gedempt. Na de dood van het kinderloze echtpaar van der Bruggen wordt het kasteel met domein door erfgenaam baron Peers de Nieburgh verpacht, vanaf 1935 aan de K.S.A. Van 1935 tot 1965 wordt "Ten Broucke" gebruikt als kampheem en studiecentrum van de Katholieke Studenten Actie (K.S.A.) West-Vlaanderen. In 1935 wordt het studentenhuis ingewijd door Monseigneur Lamiroy. Het kasteel wordt herdoopt tot "Hernieuwenburg", zogenaamd naar de K.S.A.-leuze: "Vlaanderen hernieuwen in Christus".
In 1935 registreert het kadaster ook de verkoop van een stuk grond aan straatzijde aan de V.Z.W. Hernieuwenburg, die er in 1937 het kampheem "Vogelsang" laat oprichten (nummer 316). In 1940 wordt het pas gebouwde zaaltje door Duitse troepen in brand gestoken. Ook de paardenstallen worden afgebrand en de broeikassen vernield. In 1950 registreert het kadaster de volledige herbouwing van het kampheem, dat in puin lag. In 1964 wordt het kasteeldomein aangekocht door de gemeente Wielsbeke, sinds eind 1970 is het in gebruik als gemeentehuis.
Volgens het kadaster wordt de bredere bekenstructuur rond het kasteelpark en langs de dreven gedempt in 1966, onder meer langs het neerhof en ten noorden van het kasteel. Het gebied ten noorden van het kasteel wordt verkaveld (zie Hernieuwenstraat), vanaf 1970 worden nieuwe woningen opgetrokken. In 1972 wordt op de plaats van de broeikassen ten noordoosten van het kasteel de laatste restanten verwijderd en een nieuwe sporthal met bijhorende gebouwen gerealiseerd. Rond 1976 worden de laatste resten van het koetshuis verwijderd en op dezelfde plaats een cultureel ontmoetingscentrum gebouwd. In 1981 registreert het kadaster wijzigingen aan de achterzijde van het kasteel, wanneer oudere aanbouwen worden afgebroken om plaats te maken voor een nieuwe uitbouw op de noordhoek. Naar verluidt wordt circa 1984 een nieuwe sporthal opgericht.
U-vormige walgracht waarbinnen een neoclassicistisch kasteel op vrijwel rechthoekig grondplan, van drie bouwlagen en zeven traveeën onder leien mansardedak met dakkapellen en oeil-de-boeufs. Aan weerszijden voorzien van een lage symmetrische aanbouw, beëindigd in een borstwering met siervazen. Voor- en achtergevel gemarkeerd door een breed en licht vooruitspringend middenrisaliet van drie traveeën bekroond door driehoekig fronton, aan de voorzijde met alliantieschild van de families van der Bruggen en van de Woestyne tussen heraldische leeuwen en loofwerk, aan de achterzijde met oculus geflankeerd door twee sirenes. Aan de voorzijde wordt de toegang gevormd door een portiek met bordes, waarvan de ranke gietijzeren zuiltjes een terras schragen met fraaie ijzeren balustrade.
Bepleisterde en beschilderde lijstgevels, aan de vier zijden voorzien van rechthoekige en geritmeerde vensteropeningen met vernieuwd houtwerk. De benedenverdieping is versierd met pseudobossagewerk, de borstwering op de verdiepingen met een pseudobalustrade en festoenen. De hoekpenanten van het gebouw en van de risalieten worden verlevendigd door medaillons met strik en guirlandes. De gevels worden afgeboord door een gecanneleerd fries, aan de risalieten rijkelijk gedecoreerd met festoenen tussen consoles.
Interieur. Ruime hal met vernieuwde vloer, geeft toegang tot het salon aan tuinzijde in Lodewijk XVI-stijl. De muren worden in regelmatige vlakken onderverdeeld door gecanneleerde pilasters, in de vier hoeken zijn halfronde nissen uitgespaard, daarboven bevindt zich stucdecoratie met symbolische voorstelling van de jaargetijden. Eertijds in polychrome beschildering met vergulde accenten, later witgeschilderd met contrasterende grijstinten van de pilasters. Thans in gebruik als raadkamer. Boven de deuren komen opnieuw classicistische guirlandes en festoenen voor.
Restanten van een voormalige huiskapel, recent herwerkt met marmeren schouwbekleding. Kamer met neo-Vlaamserenaissance-wandbekleding, met houten schouwmantel, lambrisering en boekenkast, voormalige bureau van de baron, thans van de burgemeester. Houten trap met platgedrukte balusters en sierlijke trappaal en -leuning in Lodewijk XVI-stijl. Overige ruimtes voorzien van plafonds met lijstwerk, brede paneeldeuren en marmeren schouwen. Dakgebint met pen-en-gatconstructie. Diverse kelders, onder meer met troggewelf en oudere kelders vermoedelijk behorend tot het oudere kasteel, met witgekalkte kruisgewelven.
In de achterliggende kasteeltuin zijn enkele oude natuurstenen beeldensokkels bewaard. Thans wordt de tuin versierd met hedendaagse beeldhouwkunst. Op voorpleintje een centraal rond fonteinbassin met bronzen beeld van naakte vrouwenfiguur. Aan de linkerzijde een gedenkteken met voorgaand bankje, dat moet wijzen op het K.S.A.-verleden. Natuurstenen sokkel met schuin geplaatste ruitvormige deksteen waarop de inscriptie: "HERNIEUWENBURG/ 1935-1965/ THUISHAVEN VAN DE K.S.A./ WEST-VLAANDEREN/ EN VAN KANUNNIK/ KAREL DUBOIS/ 2 SEPTEMBER 1995".
Het omringende kasteelpark heeft zijn oorspronkelijke glorie verloren. Nog enkele hoogstammige bomen en de dreef van afwisselend eiken en wilde kastanjes herinneren aan een vroegere tuinaanleg. Thans omgevormd tot recreatiedomein van 10 ha, met uitgebreide sportinfrastructuur: binnenzwembad, verwarmd openluchtzwembad, minigolf, cafetaria, tennisterreinen, skatepark, speelplein en visvijver. Een bult in het park duidt vermoedelijk de plaats aan van een oude ijskelder.
Bron: SANTY P. & DEVOOGHT K. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Wielsbeke, Deelgemeenten Ooigem en Sint-Baafs-Vijve, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL36, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Het kasteel en de oude dorpskern van Wielsbeke zijn verbonden via een dreef met paardenkastanje en eik. De toegang is gemarkeerd door zes kettingpalen en de voormalige conciërgewoning van het kasteel. Topografische kaarten tonen aan dat de dreef in de eerste helft van de 20ste eeuw nog omgeven was door een park met landschappelijke aanleg. Dit betekende een uitbreiding ten opzichte van de 19de eeuw, toen het park slechts het deel een tweede walgracht besloeg waarbinnen ook het neerhof gelegen was. Tussen de dreef en het kasteel bevind zich een Onze-Lieve-Vrouwekapel opgericht in 1947.
Omvat
Afsluitingspalen
Omvat
Herdenkingsbeeld ter ere van priester-dichter Juliaan Claerhout
Omvat
Onze-Lieve-Vrouwekapel
Omvat
Portiers- of conciërgewoning van het kasteel Ten Broucke
Is deel van
Kasteeldreef
Is deel van
Rijksweg (Wielsbeke)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Hernieuwenburg [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/89515 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.