Hoeve bestaande uit losstaande bestanddelen, in site opklimmend tot de 17de eeuw, met voornamelijk 19de-eeuwse hoevegebouwen en een 20ste-eeuws boerenhuis.
Historiek
Hoevesite minimaal teruggaand tot het tweede kwart van de 17de eeuw (zie afbeelding in het renteboek van de heerlijkheid Ingelmunster uit 1642). In landboek van Wielsbeke (1720) beschreven als "eene partije hofstede bestaen met huys, scheure en ovenbeur". De hoeve was toen eigendom van mevr. Vander Douve. De Ferrariskaart (1770-1778) laat vijf volumes zien op deze plaats. Op het primitief plan (circa 1830) worden nog vier gebouwen weergegeven; het meest westelijke gebouw is intussen verdwenen. Aan noordzijde bevindt zich het woonhuis en een haaks daarop gebouwde schuur. In het zuiden van het perceel zijn een klein landgebouw en een bakhuisje gelegen. In 1912 wordt de hoeve in opdracht van de familie de Ghellinck – d'Elseghem uit Zwijnaarde vergroot. Het woonhuis wordt van een haakse noordelijke aanbouw voorzien; de oostelijk gesitueerde schuur wordt naar het noorden toe met een schuur uitgebreid en de twee kleine landgebouwen ten zuiden maken plaats voor een grote stal parallel met het woonhuis. Vermoedelijk wordt het boerenhuis nog tijdens het interbellum verbouwd tot het huidig uitzicht.
Erf, deels in losse verharding en deels begraasd, toegankelijk via door linden geflankeerd ijzeren hek tussen gecementeerde pijlers met bolbekroning. Woonhuis van drie traveeën en één bouwlaag onder een mansardedak; lagere aanbouw van één bouwlaag en vijf traveeën (drie voor woonhuis en twee voor geïncorporeerde stal) onder half schilddak (nok schuin op de straat, beide daken in eternietleien). Vooruitspringende deur- en uiterste gevelpenanten waartussen verdiepte velden, bovenaan afgelijnd door een geprofileerde baksteenlijst onder strek. Rechthoekige muuropeningen onder strek. Houten kroonlijsten op klossen. Gecementeerde plint. Woonhuis met dubbele, deels beglaasde deur onder bovenlicht met kleine roedeverdeling. Drie dakvensters onder trapgevel. De oostelijke zijgevel van de aanbouw is roodgekalkt en bevat een gedichte getoogde muuropening. Bakstenen stoep. Klein stalletje ten noorden onder schilddak in Vlaamse pannen.
Ten oosten een verankerd roodbakstenen schuur-/stalvolume, haaks op het woonhuis gesitueerd. Geknikt overkragend dak op kardoezen. Voorliggende baksteenstoep. Noordelijke stal onder zadeldak in mechanische pannen. Getoogde stal- en deuropeningen ingevuld met tralies (vensters) en metalen deuren. Korfboogvormige poortopening waarin houten schuifpoort. Dubbele laaddeur onder houten latei en haaks zadeldakje voorzien van bebording. Noordelijke zijgevel met ronde oculus en bebording. Aanpalende schuur ten zuiden onder zadeldak met hogere nok (Vlaamse pannen).
Noordelijke en zuidelijke zijgevel met vlechtingen. Getoogde muuropeningen, deels gedicht; nieuwere rechthoekige openingen, smal rondbogig venster. Rechte poort waarin klinket. Korfboogvormige poorten, waarvan één gedicht. Wagenhuis ten zuiden waarboven jaarankers "1813". Houten deuren en poorten, metalen schuifpoort. Asemgaten, deels gedicht.
Ten zuiden van perceel situeren zich stallen, gebouwd in een hoek van 90°. Noordelijke zijgevel voorzien van rondboogvormige muuropeningen voor de laadluiken en getraliede vensters tussen natuurstenen lateien. Overdekte mestvaalt onder afgeplat lessenaarsdak ten westen. Erfzijde met getoogde muuropeningen en nieuwere openingen onder ijzeren latei. Het gedeelte parallel met het woonhuis bevat tal van gewijzigde openingen en is gedeeltelijk ingestort.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Wielsbeke, 1912/9.
- VERBRUGGHE C., De toestand te Wielsbeke in het jaar 1720 en relaties met vroegere en latere tijden (deel 1), in Leiesprokkels 2005-2006, jaarboek 9, 2006, p. 213-253.