In geschiedenis opklimmend tot de tweede helft van de 18de eeuw. Historische hoeve bestaande uit losstaande hoevegebouwen, in kern teruggaand tot circa 1778, zie voorkomen op kaartboek van de parochie Ooigem als twee haaks op elkaar geplaatste volumes op de plaats van het huidige woonhuis en van het stalvolume aan straatzijde. De hoeve wordt nog niet afgebeeld op de Ferrariskaart (1771-1778). Vermoedelijk is de hoeve ontsproten aan het neerhof van het kasteel van Ooigem. Circa 1830 is de hoeve uitgebreid tot vier gebouwen rond een erf, volgens primitief kadasterplan. De toenmalige eigenaar van de hoeve was Theodoor Van Saceghem, die ook het kasteel van Ooigem in bezit had. Door De Brabandere, de auteur van De geschiedenis van Oyghem, wordt de hoeve vermeld als "hof de Brabandere" naar de bewoner (monseigneur?) uit de 19de eeuw (zie kadastrale legger 209). Circa 1873 wordt het woonhuis naar het oosten en noordoosten toe uitgebreid, de hoeve ondergaat volgens kadaster een opmerkelijke verbetering. In 1906 wordt ten oosten een schuurtje bijgebouwd. In 1942 wordt het kleine volume ten westen afgebroken en de andere landgebouwen gedeeltelijk herbouwd naar ontwerp van architect Maurice Hocepied uit Gent (schuur en wagenhuis).
Deels verhard en begraasd erf met mestvaalt, zowel toegankelijk langs het zuiden als het zuidwesten via een eenvoudig ijzeren hek. Ten oosten, éénlagig woonhuis van negen traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen). Verankerde en witgekalkte gevel op zwarte plint, rechthoekige vensteropeningen met bewaarde ramen en luiken en betegelde onderdorpels. Twee linkertraveeën mogelijk van latere datum, zie grotere muuropeningen. Deur met gedeeld bovenlicht, gevat in vooruitspringende deuromlijsting. Daarnaast een cirkelvormig bronzen plaatje met embleem van Mgr. De Brabandere: een hand gevuld met pijlen en de bijhorende spreuk "VEREENIGING - UNION". Zuidelijke zijgevel met vlechtingen en rechthoekig venster onder houten latei.
Kleine parallelle aanbouw onder zadeldak met lagere nok. Onderkelderd volume voorzien van klein beluikt venstertje en oculus in de top. Oostelijke gevel met enkele getraliede vensteropeningen, onder meer twee opkamervensters (twee rechtertraveeën). Kleine aanbouw onder lessenaarsdak en haakse aanbouw onder zadeldak met schoorsteen (lagere nok dan hoofdvolume).
Ten noorden, een witgekalkte schuur met wagenhuis onder overkragend zadeldak (mechanische pannen, nok haaks op woonhuis) gesteund door kraagstenen op de hoeken. Rechte muuropeningen onder I-profiel. Hoge poort ten westen. Laaddeur onder haaks zadeldakje. Vlechtingen in westelijke zijgevel en in topgevel boven laaddeur (laatst genoemde niet authentiek). Aanbouw onder lessenaarsdak en afgeronde hoek ten westen. Verankerde, witgekalkte stal op zwarte plint en onder zadeldak (mechanische pannen, nok haaks op woonhuis), aan erfzijde geknikt overkragend en geschoord dak. Erfgevel gekenmerkt door tudorboogvormige deuropeningen voorzien van houten, deels beluikte deurtjes. Deels bewaarde voorliggende bakstenen stoep. Zijgevels onder meer met laadluik. Straatgevel met getoogde vensteropeningen en rechthoekige deur- en poortopening, centraal laadluik onder haaks zadeldakje.
Interieur: plafond in de vorm van troggewelfjes en slieten in blauwe hardsteen.
Ten oosten van het erf, een verankerd witgekalkt schuurtje op zwarte plint met getoogde muuropeningen. Recente hangar ten westen.
- Gemeentearchief Wielsbeke, 871.1: Bouwvergunningen, 1941-1945.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ooigem, 1873/6, 1918/65, 1942/10.
- DE BRABANDERE P. en HUYS E., De geschiedenis van Oyghem. Wijlent Mijnheer P. Debrabandere's nagelaten werk aangevuld door Emiel Huys, Kortrijk, 1937, p. 25.