Woonhuis met vlasschuur. In 1866 wordt op deze plaats een tweewoonst gebouwd. Het oostelijke huis, thans nummer 20, wordt in 1923 verbouwd in opdracht van de weduwe van Camiel Tack – Cnudde, een kantverkoopster uit Ooigem. De woning wordt onder meer uitgebreid met een magazijn en een achtergelegen zwingelarij.
Enkelhuis van twee bouwlagen onder mansardedak in leien en mechanische pannen (nok evenwijdig met de straat). Gevel uit rode baksteen met gebruik van witgeglazuurde stenen voor de doorgetrokken banden. Brede venstertravee verticaal afgelijnd door lisenen. Muuropeningen met afgeschuinde hoeken waarin bewaard schrijnwerk (onder meer met verticale verdeling in de bovenlichten waarin gekleurd glas). Venster in rechtertravee van de verdieping, geflankeerd door twee smalle lage vensters, wellicht geïnspireerd op serlianamotief. Deels beglaasde paneeldeur voorzien van hekwerk onder bovenlicht waarin gekleurd glas gevat in geometrische roedeverdeling. Nieuwe gootlijst. Verwerking van natuursteen voor trede voordeur, plint en onderdorpels.
Aanpalende vlasschuur ten zuiden: verankerde bruine baksteenbouw onder dubbel zadeldak in mechanische en Vlaamse pannen (nokken evenwijdig met de straat). Links een poort onder ijzeren latei ter vervanging van een vorig exemplaar onder getoogde overspanning. Bekronende mijtervormige beglaasde gevelkapel met Christusbeeld. Later ingebrachte poortopening onder betonlatei rechts in de gevel.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ooigem, 1867/1, 1927/7.