Hoeve minimaal teruggaand tot het laatste kwart van de 18de eeuw, zie bebouwing op deze plaats op kaartboek parochie Ooigem (1778). Op primitief plan (circa 1830) afbeelding van drie volumes, een woonhuis ongeveer parallel met de straat en een haaks daarop gebouwd stal-/schuurvolume en bakhuisje. De hoeve was toen in eigendom van Franciscus De Smet en werd bewoond door J. Hamelinck. In 1940 laten de weduwe en kinderen van landbouwer Pieter Amerlynck – Baeckelandt de hoeve na een bombardement heropbouwen. Het vroegere bakhuisje moest plaats ruimen voor een zwingelarij in de zuidwestelijke hoek van het perceel.

Roodbakstenen dubbelhuis van een bouwlaag onder geknikt zadeldak. Drieledige gekoppelde vensters op doorlopende onderdorpel en onder dito latei, bekroond door rondboognissen met zelfde ritmering. Deur omlijst door pilasters en hoofdgestel onder rondbogig bovenlicht met radvormige roedeverdeling. Klein venstertje onder latei rechts van de deur. Twee dakvensters onder zadeldak met vensteropening onder latei en halfrond boogveld. Gebruik van zwarte bakstenen voor de tussenliggende vensterpenanten op het gelijkvloers en de pilasters die de deur flankeren. Aanpalend lager gebouwtje ten westen: donkerrode baksteenbouw onder zadeldak met lagere nok, onder meer met een getoogde opening onder strek; vermoedelijk restant van ouder hoevegebouw.

Haaks op woonhuis een schuur-/ stalvolume onder zadeldak van golfplaten. Rechte muuropeningen onder betonlatei. Zuidelijke zijgevel met sporen van ouder volume. Recente aanbouw ten zuiden onder lessenaarsdak. Restanten vroegere zwingelarij ten zuidwesten.