is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Bavo
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Bavo
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Bavo
Deze vaststelling was geldig van tot
Neoromaanse parochiekerk, gebouwd in 1910-1913 naar ontwerp van architect Henri Vanden Broucke, met behoud van de 12de-eeuwse vieringtoren en transeptmuren. Georiënteerde kerk met omringend kerkhof, gelegen in het dorpscentrum nabij de linkeroever van een afgesneden Leiemeander.
Voor het eerst in 1141 komt de bevestiging van het bestaan van een kerk te Sint-Baafs-Vijve. De akte vermeldt: "in Fivia altare quod dicitur Sancti Bavonis". Het 'altare' met bijhorende rechten en inkomsten wordt door Simon de Vermandois, bisschop van Doornik-Noyon, aan de Sint-Maartensabdij van Doornik geschonken. Vermoedelijk wordt de kerk opgetrokken in de eerste helft van de 12de eeuw, oorspronkelijk een romaanse driebeukige basilicale kruiskerk met halfronde apsis en vieringtoren. Zoals bij talrijke Leiedorpen het geval, was de kerk opgetrokken in onmiddellijke nabijheid van de Leie, dichtbij 'den aert', de aanlegplaats voor schepen waarlangs bouwmaterialen snel konden worden aangevoerd. Vóór het einde van de 15de eeuw wordt in de noordelijke zijbeuk een witstenen paradijsdeur gebouwd. Tijdens de 15de of 16de eeuw vindt een eerste ingrijpende verbouwing plaats, waarbij de benedenkerk van vijf naar drie traveeën wordt gereduceerd. De lage rondbogige doorgangen tussen schip en zijbeuken werden vervangen door drie hoge spitsbogige doorgangen op laatgotische middenzuilen (gesloopt in 1910). In 1559 wordt de parochie Sint-Baafs-Vijve bij het bisdom Gent gevoegd. Op het einde van de 16de eeuw breken onlusten uit in de nasleep van de godsdiensttroebelen. In 1590 zaten Ierse soldaten in het dorp gelegerd en was het kerkgebouw dringend aan herstelling toe. Tot 1613 was de kerk in een zodanig slechte staat dat een draagbaar altaar werd gebruikt. Vermoedelijk wordt de kerk kort daarna hersteld, want in 1614 worden drie nieuwe altaren gewijd, toegewijd aan Sint-Bavo, Onze-Lieve-Vrouw en het Heilig Kruis.
Op de toren is in de loop der geschiedenis een scherpe naaldspits geplaatst. Verscheidene 17de-eeuwse kaarten en plattegronden tonen een stereotype afbeelding van een kruiskerk met scherpe spits: Albums de Croy (1607), plattegrond met visserijen van de Mandel (1636), renteboek (1639) en landboek (1642) van de heerlijkheden van Ingelmunster en Vijve-Dendermonds. In 1658 ondergaat het dorp een algemene plundering van huizen, roof van gewassen en geldopeisingen. Daarbij worden o.m. de kerkvensters vernield. De kerkrekening geeft in de daaropvolgende periode allerlei kleine herstellingen aan. In 1663 vermeldt de kerkrekening het gieten van drie nieuwe klokken en het vernieuwen van de bedaking van toren, schip en zijkapellen. De parochies Sint-Baafs-Vijve en Wielsbeke werden een tijdlang bediend door één pastoor. Een scheiding van de parochies kwam er in 1687 en zorgde voor problemen in verband met verdeling van kerkelijke goederen. Tijdens de Negenjarige Oorlog (1688-1697) wordt het dorpje opnieuw geteisterd door Franse troepen, waarna het bevolkingscijfer meer dan halveert. De kerk wordt voor een grote kost hersteld in 1689-1691 maar was in 1704 opnieuw erg vervallen. In 1709-1715 wordt de kerk gedeeltelijk gerestaureerd. Gedurende de 18de eeuw worden in de kerk enkele gildes gesticht, onder meer in 1732, oprichting van de Gilde van het Heilig Kruis en in 1743, de Gilde der martelaars van Gorcum. In 1759 wordt een nieuw orgel aangekocht. Het landboek van Sint-Baafs-Vijve (1763) toont een eenbeukige kruiskerk.
In 1770-1780 ondergaat de kerk opnieuw ingrijpende verbouwingen: de indeling van de traveeën wordt gewijzigd en het oude koor herbouwd als een ruimere halfronde koornis, zie een kaart bij een procesbundel uit 1778. Enkel de dwarsbeuk en de toren worden intact gelaten. De drie beuken worden onder één dak gebracht en verlicht met grote classicistische vensters, alsook het koor en transept, zie lavistekening Serafijn Vermote (1813) en weergave op oude postkaarten (circa 1900). Rond 1800 worden in de naweeën van de Franse Revolutie twee van de drie klokken weggenomen. In 1804 wordt de resterende klok gesmolten om twee kleinere klokken van te gieten. In 1855 wordt een nieuwe klok aangekocht, geheten "Maria Onbevlekt Ontvangen", gegoten door Van Aerschot uit Leuven. In 1820 wordt in het hoogkoor een nieuwe vloer gelegd in witmarmeren tegels en zwarte Basècles. In 1858 wordt een nieuw orgel geïnstalleerd door firma Lietaert uit Gent, ter vervanging van een instrument uit 1759. Het oorspronkelijke ontwerp was van de hand van J.B. Bethune, maar werd sterk gewijzigd bij de uitvoering. In 1866 volgt een ontwerp voor de koorafsluiting, uitgevoerd door Louis Gildemyn. In 1880 wordt volgens kadaster de sacristie aan noordzijde wat uitgebreid.
Dankzij de testamentaire wilsbeschikking uit 1905 van Alice Carton, weduwe van J. Carton en hertrouwd met Willem Bouvier, wordt een bedrag ter beschikking gesteld voor het bouwen van een nieuwe kerk (via erfenis, zie Willem Bouvier-Cartonstraat). De werken worden toevertrouwd aan architect Henri Vanden Broucke (Tielt, 1876 - Lokeren, 1926) die in 1907 de eerste plannen opmaakt, in 1909 worden de definitieve plannen voorgelegd. De uitvoering wordt toegewezen aan de firma Lemahieu-Lannoo uit Gullegem en Marke en worden aangevat in 1910.
De kerk wordt quasi volledig herbouwd in een historiserend-romaanse stijl, waarbij de 12de-eeuwse vieringtoren en muren van de dwarsbeuk behouden bleven, evenals het 15de-eeuwse witstenen paradijsportaal in de noordelijke zijbeuk. Door graafwerken naar de funderingen wordt de oorspronkelijk romaanse plattegrond opnieuw samengesteld en voor de benodigde vergroting aangevuld met een verlenging aan westzijde en de uitbreiding van het koor, met toevoeging van sacristieën aan weerszijden. Voor de restauratie wordt Beernemse veldsteen en Doornikse blauwe hardsteen gebruikt. Bij de kerkverbouwing wordt een karakteristieke muurversiering in de top van de westgevel gereconstrueerd: een ondiepe driehoek ingevuld met netverband samengesteld uit kleinere driehoeken. Er wordt gestreefd naar een herinstallatie van romaanse elementen op hun oorspronkelijke plaats: onder meer met vierkante pijlers, kleine ramen in de zijbeuken, vlakke balkenroostering, stompe torenspits. In het kader van algemene esthetische vormgeving worden echter 'gotische' opvattingen verwerkt in de 'romaanse' kerk, onder meer drielichten (vroeggotisch), overdreven overkragingen en ver uitspringende consoles, verdubbeling van ramen in de lichtbeuk, rode daktegels.
Tijdens de verbouwingen wordt de eredienst tijdelijk in de nieuw gebouwde parochiezaal gehouden (zie nummer 19). Door de Eerste Wereldoorlog loopt de afwerking van de kerk vertraging op. In september 1914 wordt het dorpscentrum van Sint-Baafs-Vijve geteisterd door een luchtbombardement. In oktober 1914 worden in de kerk Mechelse vluchtelingen opgevangen. Door Duitse soldaten wordt de kerk als paardenstal gebruikt. Het orgel werd uit de kerk weggehaald en in 1917 worden de drie klokken geconfisqueerd voor de wapenindustrie. Na de oorlog kon de klok uit 1855 worden gerecupereerd. Ontwerpen voor een polychroom geschilderd neoromaans interieur van de hand van Jos Speybrouck uit Kortrijk (1891-1956) dateren van 1912, maar pas in 1920 wordt de interieuraankleding naar een iets soberder ontwerp voltooid. De heropgebouwde kerk wordt ingezegend op 6 mei 1921 en geconsacreerd op 5 oktober 1933. In hetzelfde jaar werden twee nieuwe klokken gegoten. Het oude orgel wordt vervangen door een nieuw instrument vervaardigd door Jules Anneessens-Tanghe uit Menen, ingewijd in 1938.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog krijgt de kerk het tijdens de Leieslag in de meidagen van 1940 hard te verduren: de zuidelijke zijbeuk, de toren en het koor worden zwaar beschadigd. Pleister- en schilderwerk van het interieur wordt grotendeels vernield, ook het orgel wordt totaal verwoest. Nog in hetzelfde jaar wordt de kerk hersteld met veldsteen uit de omstreken van Brugge, volgens plannen van Jules Vandenbossche. Opnieuw gaan de erediensten noodgedwongen in de parochiezaal door. In 1943 worden de klok uit 1855 en een van de nieuwe klokken uit 1933 geconfisqueerd en omgesmolten. In 1949 worden door het "huis Michiels" uit Doornik twee nieuwe klokken gegoten. Vanaf 1983 wordt de kerk gerestaureerd (restauratie- en schilderwerken) onder leiding van architect L. Lecluyse uit Waregem. In 1987 worden restauratiewerken aan het dak beëindigd. Restauratie in 1999 door Architectenburo Goedefroo & Goedefroo uit Wielsbeke.
Kerk gelegen ten oosten van het dorpsplein (Sint-Bavostraat), omringd door een kerkhof, aan de zuidzijde geflankeerd door de voormalige pastorie, thans Demedtshuis (nummer 15). Neoromaanse kerk opgetrokken op kruisvormig grondplan met 12de-eeuwse romaanse transeptmuren en achtkantige vieringtoren; driebeukig basilicaal schip van zes traveeën, gereduceerd transept van een travee, hoofdkoor met vlakke sluiting en lagere halfronde apsis, flankerende zijkapellen met vlakke sluiting. Materiaalgebruik: vrij onregelmatig metselverband van brokken ijzerzandsteen en Doornikse kalkzandsteen. Onder meer accenten in visgraatverband. Zadel- en lessenaardaken in rode daktegels.
Exterieur. Sobere westgevel met rondbogige houten toegangsdeur met sierlijk gevormd ijzeren geheng, waarboven een rondbogig drielichtvenster, zijbeuken verlicht met kleine rondboogvensters. Geveltop met karakteristieke muurversiering in het metselverband: ondiepe driehoek ingevuld met netverband samengesteld uit kleinere driehoeken; bekroond door natuurstenen kruis. Zijgevels gekenmerkt door kleine rondboogvensters in de zijbeuken, verdubbeld en gekoppeld in de lichtbeuk. Noordelijk witstenen tudorboogvormig paradijsportaal met accoladebogige waterlijst, waarboven een rondbogige beeldnis met beeld van de Heilige Bavo (natuursteen, 1931), waarnaast een halfronde uitbouw van de doopkapel. Transeptgevels met drielichtvenster en oculus, aan de zuidzijde voorzien van een eenvoudige deuropening met horizontale bovendorpel en halfcirkelvormige ontlastingsboog met onversierd boogveld. Vlakke sluiting van koor en zijkapellen, met enkelvoudige en gekoppelde rondboogvensters en halfronde lagere apsis. Oculus en kruis in oostelijke geveltop koor. Toren op vierkante basis, via driehoekige trompen (bij restauratie voorzien van daktegels) overgaand op een achthoekige bovenbouw met omlopende waterlijst en voorzien van acht galmgaten met deelzuiltje waarop een horizontale afdekking onder halfcirkelvormige ontlastingsboog met onversierd boogveld. Uurwerkwijzerplaat aan de noordzijde van de vierkante basis. Sacristieën met rechthoekige muuropeningen, vensters met dievenijzers.
Interieur. Bepleisterde en witgekalkte binnenafwerking op natuurstenen sokkel. Restant van vroegere interieurafwerking aan hoogaltaar: medaillons Petrus en Paulus in polychrome schildering. Hogere middenbeuk en lagere zijbeuken afgedekt door balkenroostering steunend op natuurstenen consoles, onder meer beschilderde balken met gouden medaillons. Kruisbeuk voorzien van een houten tongewelf, onder de vieringtoren een kruisribgewelf met natuurstenen ribben en rond klokkengat. Beuken gescheiden door rondbogige scheibogen steunend op zware rechthoekige pijlers, waarboven een lichtbeuk van gekoppelde rondboogvensters. Drielichtvensters in schip, transept en koor en rondboogvensters in het koor voorzien van figuratieve glas-in-loodinvulling, overige rondboogvensters met geometrische invulling. Houten westdoksaal met orgelkasten aan weerszijden. Leuze op de houten achterwand: "LAUDATE DOMINUM/ OMNES GENTES/ LAUDATE EUM/ IN CHORDIS ET ORGANO". Tegelvloer in rode, gele en zwarte tegels. Mozaïekvloer in doopkapel, in de zijkapellen met initialen "SB" en "M".
Mobilair. Voornamelijk eenvoudig neoromaans kerkmeubilair, geschonken tijdens het interbellum na het voltooien van de nieuwe kerk. Hoogaltaar Heilige Bavo, 1928, geschonken door Willem Bouvier - Carton. Zijaltaren Onze-Lieve-Vrouw en Heilig Kruis, natuursteen, geschonken in 1931 door de gemeente en door de familie J. Lambrecht. Koorgestoelte met Evangelisten en symbolen, eik, 1928. Biechtstoelen, eik, 1924. Communie- en bidbanken, eik, 1926. Koorzetels, eik, 1927. Preekstoel, eik, 1929. Doopvont, marmer met koperen deksel, afkomstig uit de oude kerk. Koperen plaat: "DEZE MONUMENTALE TEMPEL/ GEBOUWD DOOR GRAAF/ ROBRECHT DE VRIES/ ROND T'JAAR M. C. WIERD HER-/ STELD IN ZYNEN OORSPRONKELYK-/ EN ROMAANSCHEN TRANT IN 1910-/ 1920 DANK DE MILDDADIGHEID/ VAN MEVROUW/ WILLEM BOUVIER - CARTON/ ONDER DE LEIDING/ VAN BOUWMEESTER/ HENDRIK VANDEN BROUCKE/ BINST HET PASTOORSCHAP/ VAN AL. PENEZ". Houten processiekruis of "mirakelkruis" met zilveren bekleding (13de eeuw), met toevoeging van kruisrelieken uit 17de-18de eeuw. Tweemaal verdwenen: door dieven gestolen en teruggevonden aan de Heilige Born, waar een kapel werd opgericht (zie Rijksweg, Wielsbeke); verstopt tijdens de Geuzenberoerten. Vanaf de 17de eeuw voorwerp van een ommegang. Monstrans, 1633, Oudenaards edelsmid. Kruisgang van 14 staties, gips, eerste kwart 20ste eeuw. Beeldhouwwerk, onder meer beeld Sint-Bavo, witgeschilderd hout, 17de eeuw; Heilige Moeder Anna, geschilderd hout, 1901, gesneden door Mathias Zens uit Gent; Kind Jezus met wereldbol, witgeschilderd hout, eind 19de of begin 20ste eeuw.
Bron: SANTY P. & DEVOOGHT K. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Wielsbeke, Deelgemeenten Ooigem en Sint-Baafs-Vijve, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL36, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Een voormalige orgel van Sint-Baafs-Vijve werd in 1858 verkocht aan de kerk van Huise-Lozer (provincie Oost-Vlaanderen); het zou hier gebouwd geweest zijn in 1759. De auteur is vermoedelijk een orgelmaker uit Frans-Vlaanderen. In 1858 werd een nieuw orgel geleverd door L. Lovaert (Gent). Dit instrument ging wellicht verloren in de Eerste Wereldoorlog, of in de nasleep ervan. Het huidige instrument werd in 1937 gebouwd door J. Anneessens (Menen), en de orgelkast door G. Delafontaine (Menen). Een totale ombouw greep plaats in 1998, door J. Bruggeman (Marke).
Is deel van
St.-Bavostraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Bavo [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/89653 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.