is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Katharinakerk
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Katharinakerk
Deze vaststelling was geldig van tot
Geörienteerde neoromaanse kerk gebouwd tussen 1877 en 1879, ter vervanging van een middeleeuwse wijkkapel zogenaamd "St Cateryne Capelle" (1682). Parochiekerk van de gelijknamige parochie, in de volksmond 'Sente' genoemd, gelegen in het uiterste noordwesten van de gemeente. De parochie verspreid zich over drie gemeenten: Heule, Lendelede en Kuurne. Tot de Franse revolutie behoorde de parochie bij het bisdom Doornik. Sinds 1956 behoort de parochie tot de dekenij Harelbeke. De kerk wordt gedeeltelijk omgeven door groenbeplanting. Ten zuiden van de kerk, parking.
Volgens de overleveringen zou omstreeks 1212 een eerste houten kapel gebouwd zijn op de grens van de drie gemeenten. De kapel was gelegen in een uithoek van de heerlijkheid Mosschere.
Naar verluidt wordt deze kapel al in 1221 vervangen door een iets oostelijker gelegen stenen exemplaar. De bouw van de Romaanse kapel wordt gesteund door de Joanna, gravin van Vlaanderen en Henegouwen. De kapel staat onder de bescherming van de abt van Sint-Martinus van Doornik. Vermoedelijk wordt rond 1350 het Romaanse venster in de achtergevel vervangen door een groter spitsboogvenster. In het laatste kwart van de 16de eeuw wordt ten gevolge van de godsdienstoorlogen de kapel sterk beschadigd. In 1601 wordt het koor en een deel van de voorgevel volledig vernieuwd onder leiding van de Kortrijkse bouwmeester Persyn. De werken worden uitgevoerd door metser Jan Dekimpe. Het nieuwe koor wordt in 1605 inwijd. In 1626 worden herstellingswerken uitgevoerd aan het dak.
In de 18de eeuw kent Vlaanderen onder Oostenrijks bewind een relatieve rust en dit uit zich in een verhoogde bouwactiviteit. In de kapel wordt in 1725 een vloer gelegd, in 1741 wordt een nieuwe klok gekocht en in 1746 wordt de kapel voorzien van een nieuwe gevel in barokstijl door meester-metselaar Joost Steyt. In 1797, tijdens de Franse Revolutie, wordt de kapel verbeurd verklaard en verkocht. In 1803 wordt de kapel terug opengesteld voor de eredienst.
Vanaf het begin van de 19de eeuw wordt er gestreefd naar de oprichting van een zelfstandige parochie en gemeente. In 1803 worden de grenzen voor het succursale vastgelegd. Op 9 februari 1870 verschijnt het Koninklijk Besluit waarin de grenzen van de zelfstandige parochie Sint-Katharina definitief worden vastgelegd en hiermee de erkenning van het gehucht als parochie. Na een kleine eeuw streven halen de inwoners van 'Sente' hun slag thuis. Doch bestuurlijke onafhankelijkheid zal hen niet worden toegekend.
In 1879 wordt gestart met de bouw van de huidige neoromaanse kerk naar ontwerp van de provinciaal architect Croquison (Kortrijk).
Tijdens de beide wereldoorlogen wordt de kerk telkens beschadigd.
Driebeukige neoromaanse kerk van het basilikale type met voorgeplaatste westtoren, schip van zes traveeën; zijbeuken met rechte sluiting en koor van twee rechte traveeën en halfronde sluiting. Ten zuiden sacristie; ten noorden bergplaats. Rode baksteenbouw met rijkelijk gebruik van witte natuursteen voor onder meer muurbanden, strekken en arduin voor de onderdorpels en plint. Schip onder leien zadeldak, zijbeuken onder lessenaarsdak. Koor onder kegelvormig leien dak.
Vierkante westtoren van vier geledingen bekroond met ingesnoerde achtzijdige torenspits. Benadrukte hoeken door de op elkaar gestelde steunberen. In de oksel van het schip en de zuidelijke zijbeuk rond traptorentje, geaccentueerd door het gebruik van witte natuursteen voor de horizontaliserende muurbanden en lichtspleten.
Rondboogportaal met twee hardstenen zuilen met eenvoudig kapiteel. Boogveld met verhoogd natuurstenen kruis. Getoogde poortopening. Aflijnende rondboogfries op natuurstenen consoles met schild. Tweede geleding gemarkeerd door gekoppeld rondboogvenster met glas in lood. Derde bouwlaag afgelijnd door fries. Geprofileerde rondboognis met twee lichtspleten. Bovenste geleding gekenmerkt door gekoppelde galmgaten en ijzerplaat.
Aanleunende gevels met aflijnende rondboogfries, rustend op natuurstenen consoles.
Zijgevels geritmeerd door steunberen met ertussen rondboognissen met gekoppelde rondboogvensters met zuiltjes met natuurstenen kapiteel en sokkel. Laatste smalle travee met zijkoor, verdiepte rondboognis met rondboogvensters met erboven blinde oculus. Lichtbeuk van het middenschip geritmeerd door kleine verdiepte rondboogvensters. Aflijnende bakstenen fries. Oostgevel van het schip verfraaid door rondboogfries. Koor geritmeerd door vlakke pilasters met centraal verdiept drielicht.
Interieur. Bepleisterd en geschilderd interieur, oorspronkelijk met neogotische beschilderingen, zie oude prentbriefkaarten. Schip geritmeerd door rondbogige scheibogen op zuilen met achtzijdige arduinen sokkel en kapitelen met florale motieven onder meer acanthusbladeren. Boven de zuilen blinde medaillons, oorspronkelijk met Christusmonogram, zie oude foto's. Schip overwelfd door tongewelven met gordelbogen rustend op consoles. In de zijbeuken, kruisribgewelven rustend op floraal uitgewerkte consoles. Ter hoogte van het koor kruising gemarkeerd door samengestelde halfzuilen. Koor geritmeerd door halfzuiltjes met kapiteel met natuurstenen sokkel. Zijaltaren toegewijd aan Heilige Maria en Heilige Katharina. Het hoofdkoor wordt van de zijkoren gescheiden door een gebeeldhouwd houten koorgestoelte. Houten tochtportaal met erboven orgeltribune. Tapijtbekleding. Ter hoogte van het altaar: vloer van witte en zwarte marmer.
Mobilair. Deels bewaard eind 19de-eeuws kerkmeubilair.
Orgel: aangekocht in 1907, in 1864 gebouwd door Pieter Anneessens voor de kerk van Houdeng-Goegnies. Het is het oudste Anneessensorgel in West-Vlaanderen.
Kruisweg van de hand van Godfried Theunyck, Esen. Eiken kerkmeestersbank van circa 1877. Twee eiken koorgestoeltes van circa 1891-1900. Twee eind 19de-eeuwse biechtstoelen in eik. Monumentaal 19de-eeuws beeld van zittende Petrus in cathedra van hout en koper. Tabernakel van het zijaltaar toegewijd aan de Heilige Katharina, met Lam van de Apocalypsis, midden van de 18de eeuw, eik. Tabernakel van het (andere) zijaltaar (noordzijde), met Hostiedragende kelk, 19de eeuw, verguld hout, zonder kaarsenbank.
Bron: DE GUNSCH A. met medewerking van MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kuurne, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL37, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: De Gunsch, Ann
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Er zijn geen aanwijzingen dat er vóór 1907 een orgel aanwezig was. Het huidige orgel was in origine een werk van Pieter Hubertus Anneessens (Ninove), in 1864 gebouwd voor de kerk van Houdeng-Goegnies (provincie Henegouwen); het werd in 1907 door Frans Loncke (Esen) overgeplaatst naar Sint-Katharina-Kapelle. De overplaatsing ging gepaard met een aantal wijzigingen aan het instrument. In het interbellum waren onderhoud en herstellingen toevertrouwd aan Jules Anneessens (Menen). In september 1944 werden de kerktoren (en het orgel) beschadigd door oorlogsgeweld. In 1945 herstelde Jules Anneessens enkel het hoogstnoodzakelijke. Het instrument werd ingrijpend gerenoveerd door de firma Loncke Orgelbouw pvba (Zarren), in 1982.
Is gerelateerd aan
Onze-Lieve-Vrouwkapel
Is deel van
Sint-Katrienplein
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Katharinakerk [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/89889 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.