Rijhuis van twee traveeën, een keldergarage en twee bouwlagen onder mechanisch pannen zadeldak, met modernistische inslag van 1933. Lijstgevel van gele baksteen met benadrukte lintvoeg, gevarieerde metselverbanden, in- en uitspringende gevelvlakken en afgeronde hoeken.

Brede venstertravee met rechthoekige uitbouw uitlopend op een gevelbreed balkon met ijzeren reling; smalle deurtravee gemarkeerd door een portiek met afgeronde hoek, betonnen luifel en bovenlicht. Rechthoekige muuropeningen met bewaard houtwerk, typische vensters met horizontaliserende roedeverdeling en gebruik van geometrische glas in lood voor de vensters van de portiek en de deur. Sterk overkragende houten daklijst. Vernieuwde garagepoort.