Teksten van Pastorie Sint-Servatiusparochie

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/89946

Pastorie Sint-Servatiusparochie ()

Opgetrokken in 1700 door de norbertijnenabdij van Grimbergen in traditionele bak- en zandsteenstijl op een ruim ommuurd perceel gesitueerd tussen de kerk en het voormalige heerlijk kasteel. De achterin gelegen en haaks op de straat ingeplante pastorie is toegankelijk via een smal pad dat aan de rechterzijde wordt afgezoomd door de omlopende tuinmuur met op de afgeschuinde hoek een Onze-Lieve-Vrouw van Betrouwenkapel" (1855) en aan de linkerzijde door een haag en een eveneens loodrecht op de straat ingeplant koetshuis (1898). De ruime en beboomde tuin bevat onder meer een hoog geënte treurbeuk, een omvangrijke Ierse Taxus en twee Italiaanse cipressen. De pastorie is momenteel in gebruik als muziekacademie.

Historiek

Beschermd als landschap bij Koninklijk Besluit van 13 augustus 1953; beschermd als monument bij Ministerieel Besluit van 13 maart 1997: de pastorie, tuinmuur en kapel.

Volgens archiefgegevens werd de pastorie in 1700 onder abt Herman de Munck heropgebouwd met recuperatiemateriaal van de in 1657 opgetrokken pastorie die werd gesloopt wegens haar ruïneuze toestand. Het deels ommuurde en omhaagde pastoorsgoed besloeg circa 1 hectare en werd ten zuiden begrensd door het kasteeldomein, ten westen door de in 1677 aangelegde dreef tussen kerk en kasteel, ten noorden door de huizen rond de kerk en de ten oosten door de Steenweg op Merchtem.

Figuratieve kaarten en kadasterplannen geven een goed beeld van de evolutie van het pastoorsgoed in de 18de en 19de eeuw. Enerzijds was de pastorie bereikbaar via de huidige Dr. H. Folletlaan en anderzijds via het kerkplein waarbij een pad tussen de huizen door naar de voordeur van de pastorie leidde. De voortuin werd hierdoor in twee gedeeld en was aan weerszijden voorzien van moes- en bloementuinen opgedeeld in kwadranten. De tiendenschuur bevond zich ten noorden van de pastorie, palend aan en haaks op de dreef. De boomgaard lag achter de pastorie en werd op de zuidelijke perceelgrens afgesloten door een langgerekte (vis?)vijver met lobvormig uiteinde, gedempt circa 1881 (zie mutatieschets).

De uitbreiding van de pastorie met twee westelijke traveeën (zie bouwnaad zuidgevel, dakhelling, ander ontlastingssysteem) gebeurde reeds vóór 1769-1770 (zie kaart van C. J. Everaert). De aanpassingen aan de voorgevel waarbij de voordeur min of meer symmetrisch in de gevel werd geplaatst, dateert uit de 19de eeuw en ging gepaard met inwendige verbouwingen. De tiendenschuur is op het primitief kadasterplan van 1821 verdwenen en vervangen door een parallel volume ten zuiden van de pastorie, op zijn beurt gesloopt in de 20ste eeuw. Het huidige koetshuis werd opgetrokken circa 1898 en was door middel van een fraaie wintertuinachtige doorgang met de pastorie verbonden (zie oude postkaart). Het meest westelijke venster werd hiervoor omgevormd tot deur. De glazen doorgang werd gesloopt circa 1956 en vervangen door een neotraditionele inrijpoort naar ontwerp van architect P. Verhasselt. Deze architect stond tevens in voor een restauratiecampagne door de gemeente die ondertussen eigenaar was geworden en er een administratief centrum wilde inrichten. Dorpels, beschadigde zandstenen en de leien bedaking werden vervangen alsook de westgevel gedecapeerd. Tot het begin van de jaren 1960 bleef de pastorietuin intact; circa 1961 verkavelde men de noordzijde van de tuin en vanaf circa 1963 verdiepte men de percelen aan de Steenweg op Merchtem. Bij de aanleg van het huidig gemeentepark circa 1981 werd de hele zuidoostelijke hoek bij het park gevoegd. Telkens werd de tuinmuur heropgebouwd. De pastorie werd na een grondig bouwhistorisch onderzoek op een historisch verantwoorde wijze gerestaureerd in 2003 en ingericht als muziekacademie. De toegangspoort van 1956 werd gesloopt en op dezelfde plaats van de voorgaande wintertuin maakt een hedendaagse constructie van ijzer en glas een vlotte verbinding mogelijk tussen pastorie en koetshuis. Het meest westelijke venster werd hiervoor opnieuw omgevormd tot deur.

Beschrijving

Tuinmuur

Omringende tuinmuur, tevens ook dienstdoend als keermuur, opgetrokken eind 18de- of begin 19de eeuw en volgens archiefstukken gedeeltelijk hersteld omstreeks 1850. Beter gekend als de Laermansmuur, naar de Brusselse kunstschilder Eugene Laermans (1864-1940) die de muur meermaals als achtergrond voor zijn schilderijen gebruikte. De muur ten noorden dateert uit de jaren 1960, de oostelijke en zuidelijke muur uit begin jaren 1980 (zie verkavelingen en uitbreiding parkzone) en de keermuur aan de Dr. H. Folletlaan werd naar voorgaande toestand heropgebouwd tijdens de restauratiecampagne van 2003.Verspringende bakstenen muur onder afgeknotte ezelsrug; aan de straatzijde witgeschilderd en op regelmatige basis voorzien van zware afgeschuinde steunberen. Het ijzeren hek (zie oude foto) is verdwenen.

Onze-Lieve-Vrouw van Betrouwenkapel

Kapel van 1855, opgenomen in de tuinmuur en gesitueerd ter hoogte van de afgeschuinde hoek aan het toegangswegje naar de pastorie. Witgeschilderde bakstenen kapel op rechthoekige plattegrond onder natuurleien zadeldakje bekroond door een smeedijzeren kruis. Bakstenen puntgevel met zijpenanten voorzien van een grote rondboognis met een omlijsting en druiplijst op gestrekte uiteinden van gesinterde baksteen, bekroond door een dito fronton. De getraliede rondboognis is afgesloten door een ijzeren, beglaasde deur met roedeverdeling en waaier. Hardstenen lekdrempel met geschilderd opschrift: "O.L.V. VAN BETROUWEN B.V.O." en onderaan een geprofileerde hardstenen plaat met opschrift "AVE/ MARIA/ 1855". Wit geschilderde, halfronde nis met gepolychromeerd terracotta beeld van Maria met kind op een hardstenen sokkel.

Pastorie

Vrijstaande pastorie van 1700 opgetrokken in traditionele bak- en zandsteenstijl en reeds vóór 1769-1770 (zie kaart van C. J. Everaert) uitgebreid met twee westelijke traveeën in dezelfde stijl (zie bouwnaad en dakhelling aan de achtergevel). Onderkelderd dubbelhuis van twee bouwlagen onder een licht overkragend leien zadeldak op houten ingemetste blokconsooltjes; gedesaxeerde achthoekige klokkenruiter en drie dakkapellen onder afgesnuit leien zadeldakje. Ongelijke travee-indeling met acht traveeën aan de voorgevel (noord) en negen (vijf + vier) aan de verspringende achtergevel (zuid) ten gevolge van een 19de-eeuwse ordonnantie wijziging van de voorgevel.

Verankerde, wit gekalkte baksteenbouw verrijkt met zandige kalksteen voor de afgeschuinde plint, speklagen, hoekkettingen, venster- en deuromlijstingen, steigergaten en twee mozegaten (achtergevel tweede en vijfde travee). Voormalige kruisvensters met geprofileerde dagkanten, tweeledige uitstekende lateien, vernieuwde hardstenen dorpels en een wigvormig ontlastingssysteem. Enkel de twee eerste vensters van de achtergevel hebben op het gelijkvloers een dubbele ontlastingsboog. De vensters op de begane grond zijn beluikt. Vernieuwd schrijnwerk naar voorgaand model; houten kruisen met vast bovendeel en vleugelvensters met zesvlakverdeling.

Noordgevel met quasi centrale deur in een brede van bouwnaden voorziene travee, kwarthol geprofileerde zandstenen omlijsting met uitspringende latei. Houten vleugeldeur met dito tussenlatei en beglaasd bovenlicht waarin ijzeren kruismotieven met rozetjes op de knooppunten. In de zuidgevel werd de derde travee omgevormd tot deur en voorzien van een gelijkaardige omlijsting als die van de voorgevel doch met rechthoekige sponning. Houten beglaasde en van traliewerk voorziene deur, houten tussenlatei en bovenlicht met decoratief smeedwerk. Zijtuitgevels met topvensters in kalkzandstenen omlijstingen; de manke westgevel heeft geen speklagen.

Interieur

De huidige ruimte-indeling en decoraties zijn voornamelijk het resultaat van 18de- en 19de-eeuwse aanpassingen. Oorspronkelijk zijn onder meer de kelders met ton- en graatgewelven onder de zeven oudste traveeën, de dragende structuur met bepleisterde moer- en kinderbalken en het indrukwekkende kapgebint. De muur op zolder tussen de zevende en achtste travee was oorspronkelijke de westelijke buitengevel, zie de speklagen en vensteromlijsting in kalkzandsteen. De indeling op beide niveaus wordt bepaald door een langsgang aan de voorgevel waardoor de kamers uitgeven op het zuiden en door de centrale traphal met marmerschilderingen en 19de-eeuwse bordestrap (zie aanpassingen voorgevel).

Rijkelijk uitgewerkt kabinet met beschilderde, kamerhoge lambriseringen in pitchpine vermoedelijk uit het laatste kwart van de 19de eeuw met verwerking van enkele schilderijen op doek: twee 17de-eeuwse portretten van de aartshertogen Albrecht en Isabella, Vlaamse School en vier 18de-eeuwse taferelen uit het leven van Johannes de Doper. In de overige ruimtes met sober classicistisch decor werden de sjabloon schilderingen, opschriften, marmerimitaties en vloerschilderingen vrijgemaakt en gerestaureerd.

Koetshuis

Witgeschilderd bakstenen koetshuis van twee plus drie traveeën onder rood pannen schilddak op houten consoles, nok loodrecht op de straat, ingetekend op het kadaster in 1898. Oostgevel met twee korfbogen op vierkante pijlers met bakstenen imposten; later aangebrachte houten lateien en sedert de restauratie ingevuld met beglaasde ijzeren deuren. Twee rondboogvensters in de zuidgevel, waarvan één gedicht. Vermoedelijk hergebruikt spant met toognagels en telmerken. Heden ingericht als slagwerkklas en sanitair blok.

  • Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen, archief Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, beschermingsdossier: "De voormalige pastorie met inbegrip van de tuinmuur en het kapelletje" bij M.B. van 13.3.1997 en restauratiedossier Dr. H. Folletlaan nummer 24: de pastorie.
  • Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Wemmel: 1881/2, 1898/9, 1961/23, 1963/21, 1966/17, 1981/36 en eigenaarsregister.
  • ANDRIES C. 1991: Wemmel. Een dorp tussen grootstad en platteland. Beelden van toen in foto's en prentkaarten, Nieuwkerken-Waas, 1991, 16-18.
  • BUELENS V. 1975: De Evolutie in de Privébouwkunst te Wemmel. De Pastorie in Wamblinis, jaargang 3, nummer 1, Wemmel, 1975, 5-9.
  • GRAUWEN W.M. 1975: De omgeving van de Pastorie en de Kerk van Wemmel. Het Speikerweitje en de tiendenschuur, in 1677 in Wamblinus, jaargang 3, nummer 1, Wemmel, 1975, 10-11.
  • HEREMANS S. 1999: De pastorije gelegen in 't Marquisaet van Wemmel, onuitgegeven historische nota bij het restauratiedossier van bvba architectuurbureau Karel Breda en architecte Katelijn Verhasselt, Halle.

Bron: VAN DAMME M. met medewerking van KENNES H. & STEYAERT R. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Wemmel, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB10, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Van Damme, Marjolijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie Sint-Servatiusparochie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/89946 (geraadpleegd op ).


Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Betrouwen ()

Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Betrouwen. Kapel met opschrift "Ave Maria 1855" gebouwd in de afgesnuite hoek van de pastoriemuur aan de straatkant. Bakstenen gevel voorzien van een rondboognis en bekronend driehoekig frontonnetje van gesinterde baksteentjes.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie Sint-Servatiusparochie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/41032 (geraadpleegd op ).


Pastorie ()

Pastorie, gebouwd door de abdij van Grimbergen en gelegen in een ruim, door bakstenen muur omheind goed grenzend aan het vroegere kasteelpark. Breed gebouw met twee verdiepingen van negen ongelijke traveeën afgedekt met een zadeldak (leien) met niet centraal klokkenruitertje, opklimmend tot de 17de eeuw; het volume van het gebouw komt overeen met de tekening ervan op een figuratieve kaart van 1687.

Baksteenbouw met gebruik van zandsteen voor de afgeschuinde plint, de vensteromlijstingen en de speklagen; witgekalkte gevels. Duidelijke naden rondom de bredere deurtravee in de voorgevel en na de twee westtraveeën in de achtergevel en een lichte verspringing van de achtergevel kunnen wijzen op verschillende bouwfasen, alhoewel geen stijlverschil valt op te merken. Voormalige kruisvensters met sponning en negblokken aan de posten, uitspringende lateien van zandsteen en nieuwe lekdrempels van arduin; slechts de eerste twee westtraveeën in de achtergevel zijn overspannen met dubbele ontlastingsboogjes van baksteen; voorts cordons ter hoogte van de lateien, middenkalven en drempels. Voordeur in de bredere, door bouwnaden afgelijnde travee voorzien van een zandstenen omlijsting met uitspringende latei.

In de achtergevel met aan de oostzijde twee gootstenen, werd een venster vergroot tot deur. Sporen van een gewijzigde dakhelling en een zoldervenster met negblokken in de met hoekkettingen en zandstenen consoles afgewerkte westzijpuntgevel. Oostzijpuntgevel voorzien van een afgeschuinde plint, speklagen en vier topvenstertjes van zandsteen.

Bij de ingang, naast de nieuwe overluifelde inrijpoort, een bijgebouw uit de 19de eeuw voorzien van korfbogen en vierkante pijlers met imposten van baksteen.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie Sint-Servatiusparochie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/41034 (geraadpleegd op ).