De vrijstaande Villa des Roses, gedateerd 1912, is gesitueerd aan de rand van het centrum van Wemmel en wordt voornamelijk omgeven door rijhuizen en gekoppelde bebouwing van twee tot drie bouwlagen uit de 20ste eeuw, deels met, deels zonder voortuin.
Historiek
Villa des Roses, 1912 gedateerd volgens een geschilderd gevelopschrift, en het bijgebouw in de achtertuin werden volgens het kadaster gebouwd door Vanden Broeck – Vandenheuvel Gustaaf, varkensbeenhouwer in Sint-Gilles, en kadastraal geregistreerd in 1915, mutatieschets nummer 8. Naar verluidt opgetrokken als dokterswoning voor hun zoon die echter vroegtijdig overleed.
Beschrijving
Hekwerk
Het giet- en smeedijzeren hekwerk aan de voortuin bestaat uit een centrale vleugelpoort aan weerszijde vergezeld van een vijf traveeën tellend hek op een plint van blauwe hardsteen geritmeerd door vierkante gietijzeren stijlen met gedecoreerd basement, voetstuk, gecanneleerde schacht en bolbekroning. De gedeeltelijk gedraaide spijlen eindigen alternerend op een speerpunt of rozet en zijn afwisselend onder- of bovenaan voorzien van een sierlijk krulmotief; de ontdubbelde onderregel bevat schijfmotieven. Gelijkaardig vleugelpoort doch met pijnappelbekroning op de stijlen.
Woning
Het onderkelderde woonhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder complex zwart pannen zadeldak is van het breedhuistype en wordt getypeerd door verspringende volumes met pittoreske trapgeveltjes en aan de straatzijde een kleine dakkapel onder spits leien tentdakje met loden piron. Het geheel vertoont een picturale architectuur door de roodbruine baksteen die mooi contrasteert met de rijkelijke decoraties in blauwe hardsteen voor onder meer de plint, omlopende cordon, dorpels, (tussen)lateien, deelzuiltjes, deuromlijsting, consooltjes en andere sierelementen, met de similistenen muurbanden en boogstenen en de bepleisterde rocococartouches in de boogvelden. Fraaie omlopende houten kroonlijst op decoratieve consooltjes en klossen.
De centrale, achteruitwijkende deurtravee wordt geflankeerd door een brede linkertravee met getrapt dakvenster bekroond door een overhoeks topstuk met gesteelde bol en een brede rechtertravee uitlopend op een trapgevel (vier treden) met pseudo-schouderstukken, voluutornamenten, gelijkaardige topstukken en op de begane grond een rechthoekige erkeruitbouw afgelijnd door een balustrade. Gekoppelde pseudo-kloostervensters met hardstenen lateien, dorpels, kruisen en borstweringen voorzien van vaasvormige balusters. De drielichten op de begane grond zijn voorzien van gekoppelde ontlastingsboogjes en op de verdieping van boogvelden met decoratieve cartouches waarin de huisnaam en datering. Het houten schrijnwerk met roedeverdeling in de bovenlichten bleef bewaard alsook de vleugeldeur met glas in loodpaneeltjes gevat in een vlakke segmentboogvormige deuromlijsting in blauwe hardsteen bekroond door een bolkozijn. De glazen luifel boven de deur is een latere toevoeging.
De sobere verspringende achtergevel is opgebouwd uit een trapgevel en lijstgevel met in de rechteroksel een kleine uitbouw (toilet?) die samen met de achterdeur gevat is onder een elegant houten afdakje. Rechthoekige vensteropeningen onder getoogde ontlastingsboogjes en een dito deur in de linkertravee die het salon met het terras verbindt. Het schrijnwerk in de achtergevel alsook het terras werden vernieuwd. Boven de zijdeur in de linkerzijgevel (praktijkingang?) verlichten twee getoogde pseudo-kloostervensters en een rondboogvensters de achterliggende traphal. De rechterzijgevel bevat vier rechthoekige vensters met hardstenen lateien en dorpels waarvan er slechts één op het gelijkvloers geopend is.
Interieur
Het interieur behield zijn originele planindeling alsook zeer veel interieurelementen zoals onder meer de typische keramische tegelvloeren met ingelegd motief, twee stucwerkplafonds in de salons waarvan één met schildering, een marmeren schouw, gietijzeren radiatoren, decoratief uitgewerkt hang- en sluitwerk en het binnenschrijnwerk waaronder de houten vloeren, de bordestrap met balusterleuning en de binnendeuren.
Bijgebouw
Het rechthoekig verankerd bijgebouw, vermoedelijk een koetshuis, is opgetrokken in rode baksteenbouw met gecementeerde(?) muurbanden, onder een rood pannen zadeldak afgewerkt met decoratieve houten windborden en loden pirons (enkel de rechter bleef bewaard). Aan de voorzijde bevinden zich rechthoekige muuropeningen onder ijzeren I- balkjes en in de zijgevels getoogde vensteropeningen. De houten deur en vleugelpoort, overluifeld met een gelijkaardige houten afdakje als aan de achtergevel van de woning, werden hermaakt naar oorspronkelijk model.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/23102/104.1, ‘Villa des Roses’ met omringende tuin en smeedijzeren hek van 1912. Auteurs: Van Damme, Marjolijn Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)