Het monumentale en beeldbepalende clubhuis van Cercle Sportif Saint-Michel in pakketbootstijl, daterend uit de jaren 1930, is gesitueerd in het zuiden van de gemeente, vlak bij de ring rond Brussel.
Het sportcomplex ‘Cercle Sportif Saint-Michel’ werd in het begin van de jaren 1930 opgericht door Félicien Gosset, eigenaar van de sigarettenfabriek ‘Saint-Michel et Zéphir’ in Sint-Jans-Molenbeek voor zijn werknemers. Het domein bestond oorspronkelijk uit een trendy clubhuis, ingetekend op het kadaster in 1934, met binnenbaan voor bowling, twee tennis- en twee voetbalvelden, ingeplant in de toenmalige groene zone rond Brussel op de grens van Wemmel en Jette.
Voor het ontwerp van het clubhuis deed Mr. Gosset beroep op de Brusselse architect Adrien Blomme (1878-1940) die reeds voor hem villa Gosset (1928-1929) en de sigarettenfabriek (1928) had ontworpen. Het gebouw werd opgetrokken door aannemer A. Monnoyer et E. Fricero uit Brussel en het interieur ontworpen door Willy Clarysse en uitgevoerd door de gebroeders Clarysse uit Izegem.
Toen het sportcomplex in onbruik was geraakt bij de werknemers werd er tijdelijk een plaatselijke voetbalclub in onder gebracht en deed het occasioneel dienst als feestzaal. Nadat het complex wegens overlast werd gesloten stond het jaren leeg en werd het interieur door vandalen vernield. Een tiental jaren geleden werd het complex aangekocht door NV Isobowl die ten westen van het voormalige clubhuis een bowling-complex oprichtte en de sportvelden omvormde tot parking. Momenteel zijn er in overleg met Onroerend Erfgoed plannen om het bowlingcomplex uit te breiden met een hotel, het clubhuis te restaureren en binnen de bestaande planindeling te transformeren tot een wellnesscentrum , alsook de parking opnieuw om te vormen tot een groene zone waarin de kastanjedreef en het oorspronkelijke toegangshek zullen worden geherwaardeerd.
Het langgerekte volume van het clubhuis Cercle Sportif Saint-Michel is oost-west ingeplant in het noordoostelijke kwadrant van het uitgestrekte rechthoekige perceel en keek voor de bouw van het bowlingcomplex (2007) uit over de omliggende sportterreinen en het aangrenzende Brabantse kouterlandschap gedomineerd door het 18de-eeuwse Ronkelhof.
De oorspronkelijk toegang wordt gemarkeerd door een korte paardenkastanjedreef voorafgegaan door een toegangshek van hoge, massieve bakstenen hekpijlers op betonnen sokkel verlevendigd met dito art deco kruismotieven waartussen een laag ijzeren vleugelhek met aflopend beloop en geometrische motieven.
Het clubhuis is geconcipieerd als een voor anker liggend schip en is een zeldzaam, uitgesproken voorbeeld van de pakketbootstijl binnen de art deco tijdens het interbellum. Het complex is opgetrokken uit al dan niet bepleisterde baksteen en beton met gebruik van staal voor het schrijnwerk en de relingen. Het complex werd een aantal jaren geleden volledig wit geschilderd. De vrij gesloten oostzijde wordt getypeerd een verticaliserend spel van verspringende, kubusvormige volumes in baksteen, die aan de westzijde overgaan in een sterk horizontaliserende, afgeronde en volledig door glas opengewerkte lagere voorbouw (boeg) uitgevoerd in een betonnen skeletbouw. De gestroomlijnde architectuur wordt extra geaccentueerd door het volledig omlopend en sterk overkragend terras met dito luifel. Het geheel wordt geschraagd door een gesloten, bandachtige bakstenen onderbouw op rechthoekige plattegrond en afgedekt door platte daken waarvan enkele gebruikt als terras. Het omlopende terras en het terras op het platte dak van de ‘boeg’ zijn afgelijnd door stalen buisrailingen. Aan de noordkant bevindt zich een flankerende éénlaagse uitbouw en aan de zuidzijde een buitentrap die rechtstreeks toegang geeft tot het terras en het cafetaria in de ‘boeg’. Overwegend rechthoekige horizontaliserende vensters en een smalle verticale lichtkoker ter hoogte van de traphal, ingevuld met stalen schrijnwerk met roedeverdeling.
Het gebouw is opgevat met een eenvoudige en uiterst functionele planindeling waarbij de ruimtes in het oostelijk blok zich uitstrekken over drie bouwlagen toegankelijk via een trappenhal in de zuidoostelijke hoek en deze van het westelijke blok over twee bouwlagen. Het gelijkvloers wordt ingenomen door een bowlingzaal over de volledige lengte van het gebouw en vier flankerende kleedkamers met toilet en douches. De imposante, ruim verlichte cafetaria van anderhalve bouwlaag op de eerste verdieping sluit aan bij een leeskamer met bewaarde schouwmantel, de keuken en sanitaire ruimten. De kamers bovenaan in het oostelijke blok waren vermoedelijk bestemd voor de conciërge. De lage uitbouw aan de noordzijde was ingericht voor medische verzorging en verbond via een trap de keuken met de proviandkelder. Tot de oorspronkelijke binnenafwerking behoren de in terrazzo uitgevoerde trappenhal, de planken vloeren in het oostelijk blok, de keramische tegelvloer met eenvoudig lijnpatroon in het cafetaria en de vierkante wandtegels in de natte ruimten.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier 4.001/23102/105.1, Clubhuis ‘Cercle Sportif Saint-Michel’ van architect A. Blomme, 1934.
Auteurs: Van Damme, Marjolijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Van Damme M. 2014: Clubhuis Cercle Sportif Saint-Michel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/171088 (geraadpleegd op ).
In het zuiden van de gemeente, vlak bij de ring rond Brussel, tegenover afrit 9 (Brugman A-Z), ligt het monumentale en beeldbepalende clubhuis van "Cercle Sportif Saint-Michel", Blomme (1878-1940), opgetrokken circa 1934 in opdracht van mr. Gosset. Momenteel leegstaand en sterk vervallen.
Het sportcomplex bestond oorspronkelijk uit een trendy clubhuis met binnenbaan voor bowling, twee tennis- en twee voetbalvelden ingeplant in de toenmalige groene zone rond Brussel op de grens Wemmel-Jette. Bestemd voor de werknemers van Mr. Gosset, eigenaar van de sigarettenfabriek Saint-Michel (gekend als groene Michel) te Sint-Jans-Molenbeek voor wie A. Blomme reeds villa Gosset en de sigarettenfabriek had ontworpen. De aannemer was A. Monnoyer et E. Fricero uit Brussel en het interieur werd ontworpen door Willy Clarysse en uitgevoerd door de gebroeders Clarysse uit Izegem. Momenteel is het domein in handen van Isobowl N.V. die er in de nabije toekomst een bowling-complex wil bouwen en het clubhuis renoveren.
Het clubhuis is geconcipieerd als een voor anker liggend schip en is een zeldzaam, uitgesproken voorbeeld van de pakketbootstijl binnen de art deco tijdens het interbellum. Het volume is oost-west ingeplant in het noordoostelijke kwadrant van het rechthoekige, door populieren en kastanjebomen omzoomde, terrein. Aan de straatzijde later aangebrachte ijzeren draadafsluiting en betonnen platen.
Hoge, massieve bakstenen hekpijlers op betonnen sokkel verlevendigd met art deco motieven in beton. Het ijzeren hek met aflopend beloop en de flankerende vaste tussenstukken zijn eveneens uitgewerkt met typische geometrische art deco motieven. Een korte paardenkastanjedreef leidt naar de gesloten achterbouw terwijl de opengewerkte, beglaasde voorbouw (boeg) uitzicht biedt op de omringende sportterreinen.
Het complex is opgetrokken uit al dan niet bepleisterde baksteen en beton met gebruik van metaal voor het schrijnwerk en de relingen en werd enkele jaren geleden volledig groen geschilderd. Vrij gesloten, bandachtige bakstenen onderbouw op rechthoekige plattegrond waarboven aan de oostzijde een verticaliserend spel van in- en uitspringende, kubusvormige volumes en terrassen en aan de westzijde de sterk horizontaliserende, afgeronde en volledig door glas opengewerkte voorbouw in betonnen skeletstructuur (cafetaria); het geheel onder platte daken gedeeltelijk dienstdoend als terras. De gestroomlijnde architectuur wordt extra benadrukt door het volledig omlopende en sterk overkragende terras met dito luifel en buisrailingen. Lage uitbouw aan noordkant, en aan de zuidzijde een buitentrap die toegang geeft tot het terras en het cafetaria. Overwegend rechthoekige horizontaliserende vensters met uitzondering van de verticale lichtkoker ter hoogte van de traphal; metalen schrijnwerk met roedeverdeling.
Interieur. op het gelijkvloers waren de bowlingzaal (aan de zuidkant en over de hele lengte van het gebouw) en de kleedkamers gevestigd; de trappenhal bevindt zich in de zuidoostelijke hoek; de tweede bouwlaag wordt aan de westzijde gedomineerd door een imposante, ruim verlichte zaal van anderhalve bouwlaag waarin de cafetaria was ondergebracht, de aanpalende ruimten waren ingericht als leeszaal en bureau, geheel aan de oostzijde een keuken en sanitaire ruimten; de derde bouwlaag was ingericht als conciërgewoning. Naar verluidt bleef er geen meubilair bewaard.
Bron: VAN DAMME M. met medewerking van KENNES H. & STEYAERT R. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Wemmel, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB10, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Damme, Marjolijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Van Damme M. 2006: Clubhuis Cercle Sportif Saint-Michel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/89976 (geraadpleegd op ).