Half vrijstaand boerenhuisje, restant van twee kleinwoonsten minimaal opklimmend tot de tweede helft van de 18de eeuw, zie vrijstaand volume weergegeven op de Ferrariskaart (1770-1778) en op het primitief kadasterplan (circa 1830). In 1838 registreert het kadaster dat de toenmalige eigenaar Leo Verstraeten, landbouwer uit Pittem, het geheel uitbreidt aan de oostzijde en de opsplitsing in drie huizen (zie nummers 43-47).

Lager gelegen dan de straat, witgekalkte en verankerde éénlagige baksteenbouw van twee traveeën met gepekte plint onder zadeldak (nok evenwijdig met straat; Vlaamse pannen). Getoogde muuropeningen onder strek; betegelde onderdorpels. Geschilderd houtwerk met grote roedeverdeling; luiken met duimen en ijzeren zijklemmen. Sleepdak aan achterzijde. IJzeren waterpomp rechts van deur. Links, toegang naar achterliggend erf via geschilderd ijzeren hek.