De pastorie van de Sint-Gertrudisparochie werd opgetrokken in de 18de eeuw maar werd later uitgebreid en aangepast. De pastorietuin is in een landschappelijke stijl aangelegd en omvat een Lourdesgrot. De parochie behoorde oorspronkelijk tot het patronaatsrecht van het Sint Geertruikapittel van Nijvel.
Tot de Tweede Wereldoorlog behield het huis zijn typisch 18de-eeuwse U-vorm. Aan het einde van de jaren 1930 (kadaster 1939) werd de erker toegevoegd. De twee zijvleugels werden in 1945 en 1973 afgebroken om plaats te maken voor een nieuwe linkerzijvleugel met garage en een reeks van parkeerplaatsen.
Het dubbelhuis bestaat uit vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak. Het dak wordt bekroond door een klokkenruitertje met volkse vormgeving. De steekboogvensters en steekboogvormige voordeur zijn omlijst door een vlakke bepleisterde omlijsting met arduinen lekdrempels en toegevoegde rolluikkasten. De omlijsting op de bovenverdieping is geprofileerd. De voordeur heeft een bovenlicht met ijzeren roedeverdeling. De kroonlijsten werden omstreeks 1975 vernieuwd. Oorspronkelijk waren voor- en achtergevel identiek. De ramen op de gelijkvloerse verdieping werden omgebouwd tot respectievelijk één groot raam en een erkeruitbouw. Opvallend zijn de aandaken en de muurvlechtingen. Aan de linkerzijde werden in latere fases (vermoedelijk 20ste eeuw) bijgebouwen opgetrokken. De beraping op de bijgebouwen werd eind jaren 1970 aangebracht. Het volledige pand, inclusief de nieuwe bijgebouwen, zijn onderkelderd. Onder het hoofdvolume werd een tongewelf gebruikt terwijl de aanbouwsels vlakke gewelven hebben.
Het interieur is op de benedenverdieping gedeeltelijk verbouwd wat echter de leesbaarheid van de typische 18de-eeuwse structuur niet in de weg staat. De twee rechter salons werden samengevoegd tot één grote ruimte. Het salon links van de gang werd opgesplitst (vermoedelijk midden 20ste eeuw) en was dienstig als inkomhal en gang. Getuige van deze nieuwe situatie is de versneden tapijttegelvloer. Het raam in de voorgevel werd omgevormd tot een voordeur. Links van de gang, volledig ingebouwd situeert zich de trap. Een tondovormig bovenlicht geeft extra licht op de trap. De gang zelf behield zijn 19de-eeuwse tapijttegelvloer en 18de-eeuws stucplafond. In het grote salon bleef één marmeren schouwmantel bewaard. Het versneden salon aan de rechterkant behield eveneens de mantel maar hier gaat het om een houten mantel met marmerimitatie. De imitatie werd doorgetrokken op de recentere wanden in het lokaal. De best bewaarde kamer op de gelijkvloerse verdieping is het linker tuinsalon. Deze kamer werd in een later stadium voorzien van een erkeruitbouw die echter het interieur niet beschadigd heeft. Zowel het stucplafond met moerbalk als de 18de-eeuwse schouw met stucwerk en mantel bleven bewaard. Het stucwerk werd uitgevoerd in Lodewijk XVI-stijl. De marmeren mantel is duidelijk 19de-eeuws. Links en rechts van de schouw bevinden zich twee kasten in neo-Vlaamserenaissance-stijl. Het is duidelijk zichtbaar dat beide meubelstukken voor deze ruimte ontworpen werden.
Op de bovenverdieping werd het huis in de langsrichting opgesplitst. De trap naar de zolder is enkel via de archiefkamer bereikbaar. Het 18de-eeuwse hoofdvolume werd in de 19de eeuw uitgebreid met een bijgebouw over twee bouwlagen. Ook de bovenverdieping werd bijgevolg uitgebreid met een centrale gang en twee kamers. In de gang en op verschillende 18de-eeuwse kamers bleef het plafondstucwerk evenals de schouwlichamen bewaard. Zeer opvallend is de uiterst linkse kamer langs de straatzijde. De schouw is er in tegenstelling tot de traditie niet vlak met afgeschuinde hoeken maar wel met een segmentboogvormig grondplan uitgewerkt. Op de verdieping zijn alle mantels in hout en van latere datum. Het 18de-eeuwse binnenschrijnwerk bleef op de verdieping in perfecte staat bewaard. Op de benedenverdieping werd vermoedelijk op het oude schrijnwerk een plaat aangebracht. Enkele 19de-eeuwse deuren getuigen eveneens van de 19de-eeuwse verbouwing en bouw van de aanbouwen. De dakconstructie bestaat uit vier getelmerkte gebinten.
De tuin werd aangelegd volgens de principes van de landschappelijke stijl. Volgens de regels der kunst verbergen de struiken en bomen de grenzen van het terrein. In de tuin staat een Lourdesgrot.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002213, Pastorieën in het kanton Aalst
Auteurs: Mertens, Joeri
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Mertens J. 2003: Pastorie Sint-Gertrudisparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/176674 (geraadpleegd op ).
Pastorie, met voortuin. Dubbelhuis van vijf traveeën en twee verdiepingen onder een zadeldak (pannen) voorzien van gesmeed ijzeren klokkenruiter, met uitzicht uit de 19de eeuw. Beraapte lijstgevel. Steekboogvensters in een vlakke bepleisterde omlijsting, met arduinen lekdrempels en toegevoegde rolluikkasten op de benedenverdieping; gelijkaardige maar geprofileerde omlijsting op de bovenverdieping. Steekboogdeur in een bepleisterde rechthoekige omlijsting; geometrische ijzeren roedeverdeling in het bovenlicht. Recente kroonlijst. Aandaken en muurvlechtingen. Recente bijgebouwen links.
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n2 (H-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: d'Huyvetter C. & de Longie B. & Eeman M. 1978: Pastorie Sint-Gertrudisparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/9000 (geraadpleegd op ).