Voormalige vlasfabriek met zwingelarij en roterij, volgens kadaster in 1929 gebouwd in opdracht van Cyrille Dumortier.

In 1943 wordt het complex aan de straatzijde vergroot, later nog uitgebreid met diverse bijgebouwen en verbouwd. In 1946 laten de kinderen Dumortier, de vlasbewerkers Gerardus, Paula en Lia, ten zuiden van de roterij een hangar bouwen die in de tweede helft van de 20ste eeuw afgebroken wordt voor de bouw van een vrijstaand woonhuis.

Zwingelarij in bak- en betonsteen onder plat dak met onder meer afgeknotte, ronde bakstenen schoorsteen, buitentrap en metalen deuren. Aan zuidzijde, roterij in beton, deels verbouwd en voorzien van nieuwe poort, waardoor rootkamers niet meer zichtbaar.

Ten zuiden, aangebouwde grote vlasschuur in betonplaten met sporen van rode beschildering onder golfplaten zadeldak (nok loodrecht op straat).