Eénlaagsbebouwing minimaal opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw, zie volume reeds weergegeven op het primitief kadasterplan (circa 1830), met als toenmalige eigenaar de kinderen van de Meulebeekse koopman Karel De Pontieu, eveneens eigenaar van nummer 36. In 1929 gesplitst in twee woningen en in 1935 uitgebreid met achterliggende aanbouwen.

Witgekalkte en verankerde baksteenbouw van zes traveeën onder zadeldak (nok evenwijdig met straat; Vlaamse pannen); geschilderde plint. Natuurstenen onderdorpels. Rechthoekige muuropeningen, waarin houten kruiskozijnen met grote roedeverdeling en gedeelde bovenlichten. Luikduimen. Afgeschuinde hoektravee waarin deurtje met getoogd bovenlicht met verticale roedeverdeling. Vlechtingen in zijpuntgevels; oostzijgevel met oculus in top; westzijgevel met gewijzigde muuropeningen. Recentere aan- en bijgebouwen. Naast nummer 34, witgekalkte bakstenen muur; langsheen de Dwarsstraat, hoge muur van betonplaten.