erfgoedobject

Kerk Sint-Leo en Onze-Lieve-Vrouw Bezoeking met omliggend kerkhof

bouwkundig element
ID
90109
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/90109

Juridische gevolgen

Beschrijving

Kerk Sint-Leo en Onze-Lieve-Vrouw Bezoeking, laatclassicistische kerk met omliggend kerkhof, opgericht in 1837-1838 voor de nieuwe parochie Marialoop.

Historiek

In het tweede kwart van de 19de eeuw begint het gehucht Marialoop tot bloei te komen met bevolkingstoename tot gevolg. In 1832 wordt de kapel van Onze-Lieve-Vrouw ter Ruste opengesteld voor de eredienst op zon- en feestdagen. In 1834-1835 wordt voor Leo Dujardin, de eerste pastoor van Marialoop, een pastorie gebouwd en in 1836 wordt de kapel tot "annexe" verheven.

Op initiatief van pastoor Dujardin wordt in 1837-1838 ten zuiden van de kapel een laatclassicistische parochiekerk met omliggend kerkhof opgericht; de eerste steenlegging gebeurt op 11 april 1837. De bouwgronden worden geschonken door ridder Pieter Clemmen uit Gent, Leonard Anthone Loncke, bewoner van het kasteel Ter Borcht en Roelandts-Yserbyt. Het bouwmateriaal is afkomstig uit een in de Noord-Heirenthoek speciaal hiervoor opgerichte steenbakkerij. De Sint-Leokerk wordt ingewijd op 24 september 1838 door de Brugse bisschop Franciscus Boussens die relikwieën van de martelaren Heilige Lucius en Heilige Fortunatus schenkt.

De torenspits wordt pas in 1854 afgewerkt en in diezelfde periode worden een uurwerk en een klok aangebracht. Op 19 januari 1839 wordt Marialoop een zelfstandige parochie die zich uitstrekt over het grondgebied van Meulebeke, Tielt en Oostrozebeke. In 1842 wordt de parochie tot "succursale" verheven, waarbij de kerk nog voorzien wordt van de naam Onze-Lieve-Vrouw Bezoeking; tevens wordt er ook de Heilige Dominicus vereerd.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog is Marialoop een deel van het "Etappengebiet Tielt" dat wordt afgezet, waardoor de parochianen de kerkdiensten niet meer kunnen bijwonen. Na tussenkomst van de pastoor krijgt men van de Tieltse Kommandantur toch toestemming, evenwel later opgeheven doordat Marialoop bij de Kommandantur van de Poelberg wordt gevoegd. De klokken van de kerk worden weggevoerd. In oktober 1918 wordt geschut in de kerk geplaatst, die hierbij veel schade oploopt.

In 1942 wordt het grondgebied van Oostrozebeke dat tot de parochie Marialoop behoort, overgeheveld naar de aldaar nieuw opgerichte parochie de Ginste. Ter compensatie wordt in 1944 een stuk grondgebied van de moederparochie Sint-Amandus bij Marialoop gevoegd. In 1956 wordt een stukje van de parochie Marialoop overgeheveld naar de nieuw erkende parochie de Paanders. Vanaf 1994 behoort Marialoop tot de "parochiefederatie Meulebeke".

De tijdens de Tweede Wereldoorlog opgelopen oorlogsschade wordt in 1957-1958 hersteld. In 1971 legt men een nieuwe parking aan bij de kerk, waarvan in 1979 de toren gerenoveerd wordt en in 1981 aan de oostzijde sacristieën gebouwd worden.
In het begin van de jaren 2000 worden nogmaals restauratiewerken uitgevoerd.

Beschrijving

Georiënteerde kerk gelegen aan de oostzijde van de Marialoopplaats, met voorliggende wegverbreding, thans ingericht als parking met recent aangeplante bomen; aan noord-, oost- en zuidzijde omgeven door laag ommuurd kerkhof. Grondplan: driebeukige, pseudobasilicale kerk met schip van vijf traveeën, vierzijdige, ingebouwde westtoren en koor met halfronde apsis geflankeerd door rechthoekige sacristieën. Materiaalgebruik: rode baksteenbouw met gebruik van natuursteen voor onder meer plint, cordons, onderdorpels, kapitelen en portaalomlijsting; leien zadel- en schilddaken en torenspits; zuidelijke sacristie onder schilddak met zwarte mechanische pannen.

Exterieur. Westgevel verticaal geritmeerd door bakstenen hoekpilasters met eenvoudig kapiteel. Centraal, ingebouwde, licht uitspringende westtoren op vierkant grondplan, geleed door middel van horizontale omlopende kordons. Onderste geleding met portaal in sobere omlijsting onder geprofileerde kroonlijst met driehoekig fronton; houten vleugeldeur met rechthoekig bovenlicht voorzien van ruitvormige roedeverdeling en versierd met rozetten en wapenschild van de Brugse bisschop Franciscus Boussen. Tweede en derde torengeleding met spaarvelden, waarin (half)cirkelvormig glasraam en rondbogige galmgaten met ronde uurwerkplaten. Bekroond door fries met trigliefen en geprofileerde omlopende kroonlijst. Ingesnoerde zeshoekige torenspits op vierkante basis bekroond met smeedijzeren topkruis en windhaan.

Centrale toegang geflankeerd door lege rondboognissen waaronder twee witmarmeren gedenkplaten met inscriptie "DIE II APRILIS 1837 POSITUS FUIT/ PRIMARIUS HIC ECCLESIAE LAPIS/ BENEDICTUS AB I.L.L.D. F.R. BOUSSEN EP. BRUG./ QUI SEQUENTI ANNO DIE 24 SEPTEMBRIS/ ECCLESIAM CONSECRAVIT" en "TER ZALIGER GEDACHTENIS/ VAN DEN EERW. H. LEO DUJARDIN/ GEBOREN TE KORTRYK IN 1788/ EERSTEN PASTOOR VAN MARIALOOP/ HY BOUWDE DEZE KERK MET DE/ GIFTEN DOOR HEM VERZAMELD/ HY STIERF ALHIER DEN 9 OCT. 1844". Noord- en zuidgevel geritmeerd door bakstenen pilasters met gelijkaardig kapiteel, waartussen groot rondboogvenster per travee. Vrij hoge, halfronde apsis met lage kooromgang, aan noord- en zuidzijde geflankeerd door recentere eenlagige sacristieën met segmentboogopeningen onder schilddak.

Aan zuidzijde, calvariekruis, geplaatst tegen de zuidzijde van de apsis. Bakstenen rondboognis bekroond door geschilderd, houten driehoekig fronton; gepolychromeerd Christusbeeld aan houten kruis, met beplankte achtergrond voorzien van geschilderd vergezicht op Jeruzalem.

Interieur. Bepleisterde en witgeschilderde binnenafwerking op lage plint in natuursteenblokken; verdwenen schilderingen onder meer van imitatiebeeldnissen. Middenbeuk afgedekt door tongewelf, zijbeuken onder vlakke afdekking en koor onder halve koepel met cassettes. Beuken gescheiden door rondbogige scheibogen op toscaanse zuilen met achthoekige natuurstenen basis. Wanden van zijbeuken en koor voorzien van rondboogvensters; in koor met figuratieve glas-in-loodvulling. Zijwanden geritmeerd door rondbogige muraalbogen op pilasters; in het koor kroonlijst op pilasters met voluutvormige kapitelen. Aan noordzijde, kleine halfronde rondboognis met smeedijzeren hek. Zwart-witmarmeren tegelvloer; deels vernieuwde natuurstenen tegelvloer in het koor met stervormig rosasmotief. Ingangsportaal in gesculpteerde houten omlijsting met dito supraporta gedecoreerd met trofeevoorstelling. Doksaal met balustervormige houten borstwering.

Mobilair. Eenvoudig laatclassicistisch kerkmeubilair, aangebracht bij de bouw van de kerk circa 1838. Hoofdaltaar met tabernakel, wit en grijs marmer en koper inlegwerk, onder meer medaillon met Lam Gods. Zijaltaar noordbeuk, portiekaltaar met voorstelling van de Bezoeking, gesculpteerd eikenhout, door Dejonghe (Tielt), tabernakel met Lam Gods en altaartafel met Heilig Hart. Zijaltaar zuidbeuk, portiekaltaar met voorstelling van verschijning Heilig Hart aan Heilige Margareta en Maria à la Coque en Oog Gods aanbeden door twee engelen, gesculpteerd eikenhout, door Dejonghe (Tielt), tabernakel met hostiedragende kelk, altaartafel met Heilig Hart. Dienstaltaar, hout, 20ste eeuw. Koorgestoelte, preek- en biechtstoel, eikenhout, circa 1838. Doopvont, koper op houten onderstel, 20ste eeuw. Beeldhouwwerk: onder meer gekruisigde Christus, Heilige Barbara, heiligenbeeld. Muurschildering in het koor, de Emmaüsgangers, 1853 (gedateerd), door Désiré Mergaert (Kortemark), gerestaureerd in 1988 door Etienne Van de Walle (Meulebeke). In het koor, figuratieve glasramen met voorstelling van Heilig Hart en Onbevlekt Hart van Maria, 1902, door Alfons Vincent (Brugge). Geschilderde kruisweg. Orgel geschonken door Leonard Anthone Loncke, 1846, door Leo Lovaert (Nevele), aangepast in interbellum door J. Anneesens (Menen) en in 1960 door firma Loncke (Esen) die tevens in 1992 onderhoudswerken uitvoert.

Omliggend kerkhof, ingericht bij de bouw van de kerk in 1837-1838 en in de jaren 1860 aan straatzijde voorzien van gietijzeren traliehekken. Thans aan de straat met recentere, lage bakstenen muur en eenvoudige buisleuning tussen bakstenen pijlers; nieuw ijzeren toegangshek aan zuidzijde; aan oost- en noordzijde omgeven door haag en houten schutting. Rechthoekige grafperken waartussen losse verharding; enkele interbellumgraven met art-decogetinte grafstenen, graven uit het derde kwart van de 20ste eeuw met mozaïekbekleding en graf van Lieven Debouver († 1981) - Sylvain Maes († 1992) - Marie-José Dinneweth († 1996) met opvallende plastische sculptuur. Aan oostzijde, urnenveld en colombarium; aan noordzijde, kleine strooiweide, zuil met gedenkplaatjes en kinderkerkhof.

  • Archief Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed, Archiefnr. W/01272.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207 : Mutatieschetsen, Meulebeke, Afdeling 2, 1839/15, 1981/29.
  • Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Fototheek, opnames 1943, 1968.
  • Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, Documentatiecentrum, Kaarten en plattegronden K.C.M.L., nr. 595.
    150 jaar kerkgebouw te Marialoop, in Het Nieuwsblad, 27 juli 1988.
  • CLAERHOUT J., Kruisen route, Christus-jaar 1997, Meulebeke, 1997, nr. 21.
  • DEMEDTS L., Kroniek van Marialoop, Oostrozebeke, 2000.
  • Désiré Mergaert schilderde in 1853 "De Emmaüsgangers", in Het Nieuwsblad, 10 augustus 1988.
  • DETAILLEUR W., Alle kerken van West-Vlaanderen in vademecumstijl, Brugge, 1975, p. 64.
  • GERMONPREZ R., Het boek van Meulebeke, Meulebeke, 1982, p. 233-240.
  • Marialoop-pad, brochure wandelroutes, Meulebeke, s.d., p. 2-3.
  • MUYLAERT F. (red.), Kerken in West-Vlaanderen, Deel 1, Roeselare, 1992, p. 120-121.
  • TANGHE G., Parochieboek van Marialoop en Oostrozebeke, Handzame, 1976.
  • Van de Walle restaureert schilderij, in Het Nieuwsblad, 10 augustus 1988.
  • VERSCHRAEGEN H., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie West-Vlaanderen, Kanton Oostrozebeke, Brussel, 1977, p. 22-23.
  • www.users.skynet.be/marialoop

Bron: CALLAERT G. met medewerking van BOONE B. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Meulebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL38, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Orgel

Het orgel werd gebouwd door Leo Lovaert (Nevele), in 1846. Het was een gift van Leonard Anthone Loncke, bewoner van het kasteel Ter Borcht, die ook reeds een deel van de bouwgrond voor de kerk geschonken had. Wijzigingen in de dispositie geschiedden door een onbekende uitvoerder, begin 20ste eeuw? In 1931 hadden herstellingen plaats door J. Anneesens (Menen). In 1960 dito herstellingen door firma Loncke (Esen). Laatste onderhoudswerken door M. Loncke in 1992.

Auteurs: Roose, Patrick
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Kapel van Onze-Lieve-Vrouw ter Ruste

  • Is gerelateerd aan
    Pastorie

  • Is deel van
    Marialoopplaats


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kerk Sint-Leo en Onze-Lieve-Vrouw Bezoeking met omliggend kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/90109 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.