is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Amanduskerk
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Amanduskerk
Deze vaststelling was geldig van tot
Sint-Amanduskerk, neogotische hoofdparochiekerk, nagenoeg volledig heropgebouwd in 1893-1896 naar ontwerp van architect Jules Soete (Roeselare) ter vervanging van een barokke kerk die in 1715-1720 op de plaats van de oude romaanse kerk wordt opgetrokken. Voorheen met omliggend kerkhof, dat opgeheven wordt na inrichting van een nieuwe begraafplaats in de Karel van Manderstraat in 1806. Interieur ingrijpend veranderd in 1962-1963 naar ontwerp van architect R. Lernout uit Geluwe.
Wellicht richt men reeds in de 7de eeuw aan een knooppunt van verschillende verbindingswegen dat zich geleidelijk aan tot een dorpsplein ontwikkelt, een eerste bidplaats op, vermoedelijk opgetrokken in hout en leem.
Circa 1100 wordt de eerste stenen kerk gebouwd, een romaanse, driebeukige hallenkerk met vieringtoren, waarrond een kerkhof ligt dat aanvankelijk met gras en bomen beplant is en aan de zuidzijde omhaagd is. In 1163 schenkt Geraldus, bisschop van Doornik, het patronaatschap van de parochiekerk Sint-Amandus aan het Sint-Salvatorskapittel van Harelbeke, dat tiendheffer wordt en het recht verkrijgt om de parochie te bedienen en de pastoor te benoemen. Deze kerk bezit vijf altaren, brandramen met afbeelding van de adellijke geslachten Veyse en vander Douve en enkele praalgraven. In 1566 wordt de Sint-Amanduskerk tijdelijk gespaard van de beeldenstormers doordat de dorpsbewoners de stormklok luiden. Ook in 1572 slagen ze erin samen met de bevolking van Pittem, Ingelmunster, Ardooie en Koolskamp de geuzen te verjagen. Toch wordt het interieur van de kerk in de daaropvolgende jaren door de calvinistische oproerlingen beschadigd. De herstellingswerken aan de romaanse kerk duren tot in de eerste helft van de 17de eeuw. Op 5 mei 1611 wordt de Sint-Amanduskerk herwijd door de Gentse bisschop Maesius of Karel Maes, die hierbij tevens opdracht geeft het kerkhof volledig te ommuren.
In 1637 plaatst men een nieuw kerkorgel.
Op de kopergravure getiteld "Praetorium domini de Muelebeke familiae de Beer" opgenomen in "Flandria Illustrata" van Antoon Sanderus (1641-1644), staat centraal op de achtergrond de romaanse driebeukige hallenkerk met vieringtoren en hoge spits afgebeeld. Eveneens schematische weergave van de kerk op de overzichtskaart van de kasselrij Kortrijk in 1641 opgemaakt door landmeter Lodewijk De Bersaques.
Op 27 september 1645 steken de Franse troepen de Sint-Amanduskerk in brand en wordt de kerkhofmuur helemaal afgebroken. In 1652 begint men de herstellingswerken aan de kerk met de steun van het kapittel van Harelbeke en het dorpsbestuur. In 1669 plaatst orgelbouwer Geeraert Middaert een nieuw orgel dat tot in 1722 in gebruik blijft. De kerk blijft echter in erbarmelijke toestand en de werken worden pas in 1715 voltooid.
Op een kaart bij het landboek van 1654-1656 wordt op de "Mullebeek plaetse" de Sint-Amanduskerk weergegeven met het kerkhof ten zuiden en de kerkemeersen ten westen ervan.
In 1705 dreigen de Hollanders de Sint-Amanduskerk in brand te steken, doch in ruil voor een geldstorting kan de overheid dit verijdelen. Hetzelfde jaar laat het bestuur uit voorzorg de in 1703 geplaatste houten schutting rond het kerkhof herstellen en een wachthuis timmeren.
In de periode 1715-1720 wordt op initiatief van pastoor Jacobus Mys de voorlopig herstelde kerk door ondernemer Guillaume Nolf in barokstijl herbouwd. Hierbij worden de dwarsmuur en de sacristie van 1709 gesloopt. De driebeukige kerk met drie voorportalen, verhoogd middenschip en achtkantige toren met lantaarn, krijgt tegen de zuidgevel een nieuwe sacristie. Tevens worden nieuwe altaren en nieuw kerkmeubilair geplaatst. Jean Joseph Ghislain Ernest de Beer, kanunnik en later proost van Sint-Salvator te Harelbeke, laat het interieur met marmer stofferen, onder meer een grote witmarmeren zerk voor het familiegraf in het koor. In 1733 wordt het zuidelijke deel van het kerkhof ommuurd en voorzien van een toegang met twee ijzeren poorten tussen stenen pijlers met bloemvazen. In de jaren 1750-1760 brengt men in de kerkhofmuur kruiswegstaties aan. In 1790 wordt het noordelijke deel van het kerkhof bij het marktplein gevoegd. De Sint-Amanduskerk wordt weergegeven op een kaartdeel uit het leenboek van het leenhof Bosterhout van 1785.
In 1797 wordt de kerk gesloten en de goederen in beslag genomen; na de Boerenkrijg worden de klokken in 1799 door het Franse leger afgevoerd. Op 6 juni 1802 wordt de kerk opnieuw geopend.
In overeenstemming met het keizerlijke decreet van Jozef II van 1784 dat begraafplaatsen uit het centrum weert, wordt in 1806 een nieuwe begraafplaats in de Karel van Manderstraat in gebruik genomen (zie Karel van Manderstraat zonder nummer). In hetzelfde jaar worden de muren van het oude kerkhof afgebroken en verdwijnt ook het zuidelijke gedeelte ervan. Deze plek wordt als publiek bleekplein ingericht en later verpacht en ingericht als gemeentelijke boomkwekerij, die echter weinig succes kent.
In 1805 wordt nieuw koorgestoelte in de kerk geplaatst en een jaar later een kruisweg met zeven taferelen, in 1850-1854 vervangen door de huidige kruisweg.
Circa 1813 maakt kunstschilder Serafijn Vermote (Moorsele, 1788 - Kortrijk, 1837) een tekening met zicht op de Sint-Amanduskerk vanaf de nabijgelegen kerkemeersen.
In 1823-1825 wordt de kerk aan noord- en zuidzijde van de toren uitgebreid en in de loop van de 19de eeuw worden herstellingswerken uitgevoerd aan onder meer bedaking, het belfort op de toren en de vensters. Om de verbouwingssporen te verbergen voorziet de Meulebeekse plafonneur L. Vermeulen in 1869 de kerk langs de buitenzijde met een rotsbepleistering.
In 1892 beslist men de Sint-Amanduskerk te herstellen en te vergroten. In de jaren 1893-1896 wordt onder pastoor Adolf Persijn de kerk uitgebreid en in neogotische stijl herbouwd tot het huidige uitzicht naar ontwerp van architect Jules Soete (Roeselare). De transeptloze, driebeukige hallenkerk heeft een hoge, slanke westtoren, drie koren en aan de zuidzijde een afzonderlijke doopkapel en ruime sacristie. Van de buitenmuren van de oude kerk blijft enkel de zuidmuur bewaard. Binnen worden de oude romaanse en 18de-eeuwse pijlers versterkt en nieuwe zuilen aangebracht; tevens worden nieuwe glasramen voorzien, een nieuw doksaal, kerkmeubilair en polychrome schilderingen door de Gentse kunstschilder Goethals, in het koor later uitgevoerd door Block (Kortrijk). De kerk wordt op 21 september 1896 door de Brugse bisschop Waffelaert ingewijd.
In 1898 wordt tegen de zuidgevel de Calvarieberg aangebracht, in 1907 uitgebreid met een heilig graf.
Op 7 oktober 1900 besluit de kerkraad het oude kerkhof in te richten tot een "lusthof" met aan weerszijden ijzeren hekkens en een doorgang voor voetgangers, een ontwerp van bouwmeester Soete.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de Sint-Amanduskerk beschadigd aan toren, bedaking, oost- en zuidgevel, later hersteld.
In 1930 wordt langs het binnenhof van het voormalige kerkhof een afsluiting voor voetgangers geplaatst naar ontwerp van bouwmeester Verstraete (Izegem). In de jaren 1930 brengt kunstschilder Leopold Sacrez (Meulebeke) (zie Marktstraat nummer 8) in het interieur decoratieve schilderingen aan.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt de kerk opnieuw beschadigd en de klokken aangeslagen. Nog in 1940 wordt de kerk hersteld door architect Albert Crop (Meulebeke). In 1945 herstelt men de oorlogsschade aan onder meer de glasramen en laat men nieuwe klokken hangen.
In 1962-1963 wordt onder invloed van de liturgische vernieuwing het interieur van de Sint-Amanduskerk gemoderniseerd op initiatief van pastoor Albert Lernout naar ontwerp van architect R. Lernout (Geluwe). Naast het aanbrengen van een klein toegangsportaal aan de noordzijde, wordt vooral het interieur grondig aangepast door het vervangen van de scheibogen tussen de beuken door een betonnen structuur op pijlers, met tevens een groter doksaal en een verhoogd hoogkoor waar de graftombe van de familie de Beer onder een nieuwe vloer verdwijnt. Na voltooiing van de werken wordt de kerk op 30 juni 1963 opnieuw ingewijd.
In de jaren 1970 gebeuren er ook herstellingswerken aan het in- en exterieur, onder meer na stormschade in 1975. In de jaren 1991-1996 worden in het kader van het 100-jarig bestaan van het kerkgebouw opnieuw herstellings- en verfraaiingswerken uitgevoerd. Zo wordt onder meer de preekstoel herplaatst, de doopkapel aangepast met onder meer een nieuw glasraam en een nieuwe beiaard aangebracht.
Georiënteerde hallenkerk, vrijstaand gesitueerd in de noordwestelijke hoek van de Markt, met smalle doorsteek Kapellestraat - Kerkstraat aan westzijde en parking aan zowel noord- als zuidzijde. Enkele kleine aangelegde perkjes tegen de kerk aan.
Grondplan: driebeukige hallenkerk met westgeveltoren, schip van zeven traveeën met drieledige koorpartij voorzien van driezijdige apsis, aan noord- en zuidzijde met driezijdige afsluiting, centraal met vijfzijdige afsluiting. Aan zuidzijde, doopkapel en ruime sacristie, beide op rechthoekig grondplan.
Materiaalgebruik typerend voor de neogotische bouwstijl: rode baksteenbouw met gebruik van natuursteen voor onder meer plint, dorpels, druiplijsten en dekstenen; witstenen deuromlijstingen en maaswerk; leien zadel- en schilddaken en ingesnoerde torenspits; geschilderde houten dakkapellen met drie- of vierpasmotief en smeedijzeren bekroningen; kruisvormige ankers. Oudere materialen aan het oog onttrokken door de eind 19de-eeuwse bouwfase.
Exterieur. Westgevel met centraal de vierzijdige toren in vier geledingen. Tudorboogvormig hoofdportaal in witstenen omlijsting met gestileerde florale motieven, negblokken en archivolten op halfzuiltjes. Van tweede tot vierde geleding, groot spitsboogvenster waarin neogotisch maaswerk met drie- en vierpasmotieven, twee smallere spitsboognissen met neogotisch maaswerk en gekoppelde galmgaten met uurwerk in stomp spitsboogveld. Naaldspits bekroond met vergulde wereldbol, smeedijzeren kruis en windhaan.
Flankerende symmetrische puntgevels met versneden hoeksteunberen, Tudorboogvormige zijportalen onder dito witstenen bogen, waarboven grote spitsboogvensters met neogotisch maaswerk.
Zijgevels van noord- en zuidbeuk geritmeerd door versneden steunberen en afgelijnd door meerledige overhoekse baksteenfries en geprofileerde kroonlijst; per travee spitsboogvenster met maaswerk in geprofileerde baksteenomlijsting.
Koorafsluitingen met gelijkaardige indeling door versneden steunberen en neogotische spitsboogvensters. Aan noordzijde, recenter klein toegangsportaal onder plat dak met kleine spitsboogvensters. Aan zuidzijde, aanbouwen in gelijkaardige neogotische bouwtrant. Kleine doopkapel onder haaks zadeldak met puntgevel bekroond door witstenen fioel. Ruime sacristie onder parallel zadeldak met inkompartij onder plat dak met gekanteelde rand; toegang onder schouderboogvormige dorpel en gedeeld bovenlicht.
Aangebouwd tegen een steunbeer tussen doopkapel en sacristie, Calvarieberg met heilig graf in neogotische stijl aansluitend bij het kerkgebouw, met beelden van beeldhouwer Mathias Zens (Gent). Ruime spitsbogige gevelnis onder puntgevel met natuurstenen schouderstukken, dekplaten en bekronende fioel; lelie-ankers. Beelden in geschilderd aardewerk en houten kruis, oorspronkelijk geplaatst tegen geschilderde achtergrond met vergezicht van Jeruzalem, thans witgeschilderd. Eronder, later toegevoegde grafnis in natuursteen waarin witgeschilderd Christusbeeld. Voorliggende perkjes met lage buxusaanplanting afgesloten door recenter hekwerk.
In de westgevel ingewerkte gedenksteen met inscriptie "D.O.M./ IN HONOREM ST AMANDI AEDIFICATA CIRCA AN. 1100./ CUM RDI. DNO. JAC. MYS. PAROCHI READIFICATA AN. 1715/ AMPLIFICATUR AC PENITUS RESTAURATUR ANNIS 1893-1894./ PAROCHO REV. DNO AD. PERSYN./ FABRICAE PRAESIDI DNO ACH. VERMEULEN./ CONSULE DNO EMILIO GOETHALS./ ARCHITECTO DNO J. SOETE".
Interieur. Oorspronkelijk neogotisch interieur sterk aangepast bij ingrijpende renovatiewerken in 1962-1963. Sterke versobering door uniforme witgepleisterde binnenafwerking in plaats van polychrome beschildering; lambrisering in geelbruine betegeling. Midden- en zijbeuken voorheen gescheiden door spitsbogige scheibogen, thans opengewerkt door betonconstructie op dito pijlers. Overwelving door middel van houten tongewelf met ribben waarop bewaarde polychromie, net als op het gewelf boven het koor, waar de ribben uitlopen op natuurstenen pilasters met Corinthische kapitelen. Wanden van zijbeuken en koor voorzien van spitsboogvensters; figuratieve glas-in-loodramen in doopkapel, hoofd- en zijkoren.
Natuurstenen tegelvloeren daterend uit de verschillende bouwfasen. Smeedijzeren afsluiting van doopkapel aangebracht door smid Emiel Vierstraete (Meulebeke), gesigneerd en gedateerd "E.V. 1895". In bouwfase van 1962-1963 vergroot doksaal met houten afsluiting.
Mobilair. Eenvoudig neogotisch kerkmeubilair, aangebracht in de kerk in 1893-1896. Hoofdaltaar met thematiek van Aanbidding van de Herders, Calvarie en Graflegging, geschonken door Amelie en Rosalie Goethals, gepolychromeerde en vergulde steen en hout, 1895 (gedateerd), door Mathias Zens (Gent). Zijaltaar zuidbeuk toegewijd aan de patroonheilige Heilige Amandus, geschonken door de familie Vermeulen-Loncke, gepolychromeerde en vergulde steen en hout, 1896 (gedateerd), door Mathias Zens (Gent); retabel met taferelen uit het leven van de heilige. Zijaltaar noordbeuk toegewijd aan Heilige Domenicus en Onze-Lieve-Vrouw, geschonken door Camillus en Maria Demarez, gepolychromeerde en vergulde steen en hout, 1895 (gedateerd), door Mathias Zens (Gent); retabel met taferelen uit het leven van de heilige.
Dienstaltaar, natuursteen, 20ste eeuw. Communiebank, eikenhout, 1897, door Mathias Zens (Gent); zinnebeelden van de Heilige Echaristie. Koorgestoelte, eikenhout, 19de eeuw. Biechtstoelen, eikenhout, 1895, door Mathias Zens (Gent). Preekstoel, eikenhout, 1895, door Mathias Zens (Gent); kuip met bijbelse taferelen waartussen gesculpteerde beelden van vier evangelisten; klankbord met symbool van Heilige Geest. Doopvont, marmer en deksel in koper, midden 19de eeuw.
Beeldhouwwerk: onder meer buste Heilige Hubertus, tweede helft 17de eeuw; processiebeeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind, mogelijk 17de eeuw; Heilige Cornelius, 1895, door Block (Kortrijk); Heilige Antonius van Padua met Kind, tweede helft 19de eeuw; Heilige Godelieve, tweede helft 19de eeuw; Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekte Ontvangenis, tweede helft 19de eeuw; Heilige Jozef met Kind; Heilig Hart, tweede helft 19de eeuw.
Schilderijen, onder meer zicht op Meulebeke.
Figuratieve glasramen in hoog- en zijkoren, 1894-1895, door Samuël Coucke (Brugge), in 1952 hersteld door huis Desander (Tielt), onder meer gekruisigde Christus, Maria ten Hemel opgenomen en heiligen. In doopkapel, 1994-1996, ontwerp van Firmin Van Wambeke (Mariakerke) door Luc Mestdagh (Gent) met doopsel van Christus in de Jordaan.
Kruisweg, 1850-1854, geschilderd op doek, door Philippe-Jacques De Witte-Lefebure (Moorslede); gerestaureerd in 1927 door Corneel Sr. Leegenhoek (Brugge), in 1962-1963 door P. Indevuyst (Gent) en in 1975-1978.
Oorspronkelijk 17de-eeuws orgel door J. Medaert, vervangen door 19de-eeuws orgel van het type Peteghem (Gent); nieuw orgel, 1900, door Pierre Schyven (Brussel), in 1963 getransformeerd en herbouwd door firma Delmotte (Doornik), in 1985 gereviseerd door firma Andriessens (Menen).
Beiaard, Clock-O-Matic (Herent), 1996.
Blazoen met wapenschild van Meulebeke, deels verguld hout, 1783. Voorheen in gang naar sacristie, thans in zuidmuur ingemetselde grafstenen van eeuweling Joannes Cosman († 1749) en van baljuw Franciscus Vermeulen († 1828), zwart marmer. Onder vloer van hoogkoor, grafkelder van familie de Beer.
Bron: CALLAERT G. met medewerking van BOONE B. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Meulebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL38, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
In 1637 werd, na de heropbouw van de vernielde kerk, een nieuw orgel gebouwd (mogelijks door G. Medaert uit Roeselare). Wellicht werd het opnieuw vernield toen Franse troepen in 1645 de kerk in brand staken. In 1669 leverde J. Medaert (Meulebeke) een nieuw orgel. In 1722 zou er opnieuw een activiteit te signaleren zijn aangaande het orgel, maar nadere gegevens ontbreken. Tot 1896 was een instrument aanwezig dat gebouwd was door de Gentse orgelmakers Van Peteghem in 1783. Er werden in 1866 nog herstellingswerken aan verricht door Ph.-J. Forrest (Geluveld). Het is niet bekend wat er met dit instrument geschiedde bij de herbouw van de kerk in 1893-96. Orgelbouwer P. Schyven (Elsene) leverde een totaal nieuw orgel in 1900. Het instrument werd ingrijpend omgebouwd in 1964 door G. Delmotte (Doornik). Een herstelling vond plaats in 1985 door P.A.J. Andriessen (Menen).
Is deel van
Markt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Amanduskerk [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/90122 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.