Historische, in oorsprong omwalde hoeve op een site die minimaal tot de tweede helft van de 17de eeuw opklimt, met oud woonhuis uit deze periode, een 18de- of 19de-eeuwe schuurstalvleugel en een nieuw woonhuis van 1936.

Historiek

Op een kaart bij het landboek van 1654-1656 wordt aan de zuidoostzijde van de dreef naar de hoeve "het Casant" een omwald woonhuis met een gebouw buiten de omwalling weergegeven; het erf zelf is via een zuidoostwaarts lopend landwegeltje met het "Goed te Bosterhout" (zie Bosterhoutstraat) verbonden.

Een kaart in het leenboek van het leenhof Bosterhout van 1785 toont een korte, beboomde toegangsdreef aan westzijde, een omwald woonhuis en een neerhof met drie volumes en boomgaard.

Op het primitief kadasterplan (circa 1830) weergave van het woonhuis aan de oostzijde, met restant van gracht, de haakse schuurstalvleugel ten noorden, een klein bijgebouw en het bakhuis ten zuiden van het erf; de toenmalige eigenaar is wever-landbouwer Ivo Seynhaeve uit Meulebeke.

In 1863 is Isidore Malfait uit Gent de nieuwe eigenaar, die in 1875 in de zuidwestelijke hoek een "suikerijdrogerij" laat bouwen, in 1880 het woonhuis laat uitbreiden en een klein bijgebouw laat optrekken.

Na erfenis door de Gentse familie Goethals wordt de hoeve in 1929 toegewezen aan de weduwe van Victor Vande Vijvere. Zij laat in 1936 een nieuw woonhuis aan de westzijde optrekken, de chicoreiast afbreken en aan de uiterste noordzijde een hoenderhok bijbouwen. In 1940 wordt het huis geschonken aan Gerard en Robert Vande Vijvere, respectievelijk nijveraar en landbouwer, die samen met Herman Vande Vijvere in 1945 de onderneming "Matexi" (Maatschappij tot Exploitatie van Immobiliën) oprichten (zie Gentstraat nummer 15, Oude Pittemstraat nummer 56, Zuid-Australiestraat nummer 42).

In 1975 registreert het kadaster nog enkele aanpassingen van de bestaande gebouwen, de bouw van twee bijgebouwen centraal op en ten noordwesten van het erf en het dempen van de walgracht.

Beschrijving

Verharde oprit naar als tuin heraangelegd erf met aanplantingen, groot grasperk, bomen en restant van gracht aan oostzijde.
Aan oostzijde, eenlagig woonhuis met oude, mogelijk 17de-eeuwse kern. Verankerde baksteenbouw onder zadeldak (Vlaamse pannen) met witgekalkte erfgevel, gepekte plint en tandfries. Natuurstenen onderdorpels.

Segmentboogopeningen waarin recenter houtwerk met verticale indeling in bovenlichten; deels beglaasde deur met ijzeren hekjes. Aan zuidzijde, witgekalkt bakstenen muurtje. Zijgevel met vlechtingen, sporen van 19de-eeuwse uitbreiding en rondbogig getralied zoldervenster; achtergevel met twee kleine opkamervenstertjes. Binnenin bewaarde balkenzoldering en grote schouw met houten haardbalk en zwartbakstenen haardwand en wangen. Kelder onder tongewelf; opkamer toegankelijk via zwartbakstenen trapje.

Ten noorden, haakse, langgestrekte en gerenoveerde schuurstalvleugel onder zadeldak met dakoverstek (mechanische pannen) met deels witgekalkt baksteenparement, muurankers, segmentboogpoort, nieuwe poort in zuidzijgevel en vernieuwd houtwerk.

Aan westzijde, interbellumvilla van twee bouwlagen onder zadeldak (zwartgeglazuurde mechanische pannen) met geschilderd baksteenparement, erkeruitbouwen onder meer voorzien van balkon met buisleuning en gekoppelde rechthoekige muuropeningen met blind keperboogveld onder witgeschilderde latei. Opengewerkte tuingevel met grote terrasvensters en voorliggend trappenbordes.