Rosmolen, ook gekend als "rosmolen Feys" of "rosmolen Velghe", opgericht in 1867 te Hoogstade (Alveringem) en in 2004-2006 naar Meulebeke overgebracht, herbouwd en maalvaardig gemaakt. Heropgericht op het erf van een begin 20ste-eeuws hoevetje, dat in het laatste kwart van de 20ste eeuw herbouwd en met bijgebouwen in uitgesproken landelijke stijl uitgebreid wordt (zie nummer 130).
Historiek
De rosmolen wordt in 1867 in opdracht van de weduwe en de kinderen van landbouwer Seraphinus Feys achter hun 18de-eeuwse woonhuis ten noorden van de dorpskom van Hoogstade (Alveringem) gebouwd. De rosmolen blijft tot circa 1926 in werking voor het malen van graan, pletten van haver en karnen van boter. In de jaren 1930 wordt hij met een automotor gemechaniseerd. Na een brand wordt de molen op het erf verplaatst; hierbij wordt de ingang van de westelijke wand verplaatst naar de zuidelijke wand en wijzigen enkele openingen. In 2001 moet de rosmolen wijken voor de uitbreiding van de veefokkerij, waarvan het oude woonhuis reeds gesloopt is. De molen wordt vakkundig gedemonteerd door Daniël Velghe uit Izegem, de huidige eigenaar-bewoner. De natuurstenen tegelvloer dient ter plaatse te blijven. In 2004-2006 wordt de molen heropgericht met enkele hergebruikte (onder meer stijlen, balken) en nieuwe materialen (onder meer betonfundering, nieuw gemetselde onderbouw) en maalvaardig gemaakt. De rosmolen wordt op 1 april 2006 officieel ingehuldigd.
Beschrijving
Buitenrosmolen op vierkant grondplan met stenen buitenlooppad. Bakstenen onderbouw waarboven wanden van stijlwerk met beplanking onder tentdak (Vlaams pannen); cederleien kapje boven koningsspil. Kleine, rechthoekige muuropeningen; ingang opnieuw op oorspronkelijke plaats. Nieuwe staart uit kromgewassen eikenboom. Met nieuwe planken belegd en verlaagd platform voor maalstoel. Nieuw aandrijfwerk, onder meer kroonwiel met eiken stroparmen, iepenhouten velgen en beuken kammen; werking van boterkarn, afromer en haverpletter via riemaandrijving. Basalten steenkoppel (1,09 meter diameter). Op horizontale balk in de achtergevel, "A. FEYS 1870" (roodgeschilderd); in een van de schoren in de wand "A. FEYS 1867" (inscriptie).
- DEMAREE J., De inhuldiging van de rosmolen te Meulebeke, in West-Vlaams Molenblad, jg. 22, nr. 1, 2006, p. 8-9.
- DENEWET L., Maalwaardige rosmolen in Meulebeke uit Hoogstade (1867), in Werkgroep West-Vlaamse molens, jg. 21, nr. 4, 2005, p. 182-184.
- DENEWET L., Pleidooi voor de bescherming van onze laatste rosmolens, Rosmolen Feys uit Hoogstade (1867) herbouwd in Meulebeke, in Molenecho's Vlaams tijdschrift voor molinologie, jg. 33, 2005, nr. 4, p. 186-195.
- DEVLIEGHER L., Rosmolens in de West-Vlaamse kuststreek, Brugge, 1976, p. 55-57.