Burgerhuis van twee bouwlagen en vijf traveeën onder schilddak (Vlaamse zwarte en rode pannen) met rechts een ruime ommuurde en beboomde tuin. Het kadaster registreert in 1848 een nieuwe woning ter vervanging van een ouder pand. De bouwheer is notaris-burgemeester Benoît Van Outrive die tussen 1873 en 1876 het gemeentehuis laat bouwen. Een mutatieschets van 1890 toont een uitbreiding van het huis naar achteren met gedeeltelijk bijvoegen van een achterin gelegen woning. Dit zou al in 1884 zijn gerealiseerd. De eigenaar is nu Emiel Billiet, erfgenaam van notaris van Outrive († 1881). Circa 1896 wordt het volume achteraan uitgebreid en omgezet naar een wasserij. Afsplitsing van dit gedeelte circa 1909 en omvormen tot witgoedfabriek. Na een tijdelijke opsplitsing (circa 1913) van het huis in twee wooneenheden terug samenvoegen circa 1924. Wellicht dateert de gevelafwerking van hierna.
Verankerd dubbelhuis van circa 1848 met neoclassicistische voorgevel. Witbepleisterde lijstgevel boven grijze plint met imitatievoegen. Doorlopende onderdorpels en kordons steunend op consoles. Rechthoekige muuropeningen, vensters met grote roedeverdeling naar oud model. Bepleisterde ruitmotieven op de borstwering en vensters op de verdieping met geblokte omlijstingen en bekroond met rondbogig fronton.
Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ruiselede, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL39, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)