De pastorie van de Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart en de Heilige Catharinaparochie werd rond het midden van de 18de eeuw opgetrokken. De parochie behoorde sinds 1148 tot het tiendenrecht van de Sint-Pietersabdij van Gent.
De pastorie dateert uit 1751-55 en is gelegen in een gedeeltelijk ommuurde tuin met hek. De oude formele aanleg is gedeeltelijk herkenbaar. De ommuring langs de straatzijde werd vermoedelijk tijdens het interbellum heropgebouwd vandaar de typische lichtarmaturen voor deze periode.
De pastorie is een dubbelhuistype met vier traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak. Deze baksteenbouw op arduinen plint heeft rond de segmentboogvormige ramen een arduinen omlijsting. De deur is voorzien van een bovenlicht. Het dak heeft een oversteek welke steunt op klossen. In de zijgevels en op de bijgebouwen zijn sporen van muurvlechtingen zichtbaar. De achtergevel is identiek aan de voorgevel. Twee bijgebouwen van één travee en één bouwlaag onder een zadeldak werden aangebouwd. Enkel het rechter aanbouwsel heeft langs de tuinzijde een met natuursteen omlijste buitendeur.
Achteraan de woning werd in de 19de eeuw een dwarsvleugel toegevoegd welke bekend staat als de 'soldatenvleugel'. Deze is via het linker zijgebouw bereikbaar. De vleugel bestaat uit vier traveeën en twee bouwlagen onder een schilddak. De bovenste verdieping is merkbaar hoger dan de benedenverdieping. De linker travee herbergt de traphal waardoor het venster op de eerste verdieping een blindraam is met trompe-l'oeil-versiering. De oude buitendeur van de soldatenvleugel geeft toegang tot een koele berging welke tegen de vleugel aangebouwd werd.
De hoofdvleugel heeft een traditionele 18de-eeuwse indeling. De trap bevindt zich achteraan links in de gang. Bovenaan wordt de trap afgesloten door een deur. Een oude spiltrap, eveneens afgesloten door een deur, leidt naar de zolder. De eerste verdieping had oorspronkelijk aan de rechterkant vier en aan de linkerkant twee (slaap-)kamers. Het rechterdeel van het huis werd zwaar verbouwd door het inplanten van een trap die de vier kamers afzonderlijk toegankelijk maakte. Hiervoor werden de oorspronkelijke muren weggebroken en twee nieuwe gebouwd. De 18de-eeuwse plafonds worden daardoor versneden maar hun vorm en originele afmeting is nog steeds afleesbaar.
Opvallend in het huis zijn de vele verschillende plafonds uit de 18de eeuw. Zowel op de gelijkvloerse als bovenverdieping zijn ze aanwezig. Allen zijn ze van zeer hoge kwaliteit, ondanks de versnijding van sommige exemplaren. Het binnenschrijnwerk bleef intact bewaard. Opvallend is de schouw en lambrisering in het rechter salon aan de straatzijde. De vormgeving doet vermoeden dat het hier gaat om een 20ste-eeuwse aanpassing van een oudere situatie. De stijl kan als neo-Vlaams bestempeld worden. De schouwboezem zelf is neogotisch geïnspireerd. In de houten schouwaankleding werd een vermoedelijk neogotische kruisiging geplaatst. Het gaat hier wellicht om een deel van een retabel. Interessant zijn de sporen van een rococo-omlijsting in de aanpalende kamer (aan tuinzijde), aansluitend op de scheidingsmuur met de kamer aan de straatzijde. Of het hier ging om een alkoof zoals de pastoor vermoedt of eerder een presentatieruimte voor de feestdis is onduidelijk. Er was zeker een brede toegang tussen beide kamers. Momenteel is deze afgesloten en vanuit het salon niet meer herkenbaar. Het linker salon aan de straatzijde werd voor het moment van bescherming (2003) doorgetrokken tot in het bijgebouw om een grotere leefruimte te bekomen. De aansluitende keuken herbergt een fraai 19de-eeuws hoekmeubel. In de gang hangt boven een deur een 15de-eeuws beeld van de Heilige Anna dat onderdeel uitmaakt van het gebouw.
Een oude buitendeur geeft toegang tot de soldatenvleugel. Dat 19de-eeuws gebouw bestaat op de gelijkvloerse verdieping uit een traphal en een functionele ruimte terwijl op de bovenverdieping één grote zaal ingericht werd. De volledige inrichting is 19de-eeuws. Getuige daarvan is de trap, het stucwerk op het plafond en de aankleding van de schouw.
- Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002213, Pastorieën in het kanton Aalst (MERTENS J., 2003).