Hoekhuis bestaande uit een voorhuis aan de Bruggestraat en een dwars geplaatst laag achterhuis langs de Eyerstraat. Volgens J. Vangaver locatie van de oude pastorie. Op de Ferrariskaart (1770-1778) en het primitief kadasterplan (circa 1830) is hier bebouwing aangeduid. Het kadaster registreert in 1907 een vergroting, zeker al vóór 1857 doorgevoerd, en in 1865 het verdelen in drie huizen. Een foto van circa 1920 toont een aantal lage huisjes in de volksmond Tienkote genoemd, gelegen langs de gekasseide Eyerstraat. In 1931 worden de twee achterste woningen tot één huis samengevoegd en in 1939 verenigd met het voorhuis en uitgebreid.
Verhoogd voorhuis, eventueel met oudere kern. Het achterhuis is opgetrokken in witgeschilderde, verankerde baksteen boven een grijze plint en onder zadeldak (Vlaamse pannen). Dubbelhuis met rechts een opkamer, oorspronkelijk met luiken cf. duimen. Rechthoekige muuropeningen, venster in de linkertravee met bolkozijn, lage deuropening.
VANGAVER J., De Pastorij van Ruiselede, in Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk. Handelingen. Nieuwe Reeks, Dl. XXIV, 1950-51, p. 167.
VERHALLE A., Adrienne Verhalle vertelt (1), in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 6, nr. 1, 1989, p. 5, p. 7.
Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ruiselede, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL39, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)