Grote kerk met omringend, ommuurd kerkhof; weg en trap aan westzijde. De plattegrond ontvouwt een vierkante westtoren, een driebeukig schip van zeven traveeën, koor met twee rechte traveeën en apsis, noordelijke en zuidelijke sacristie. De gotische kerk uit de 14de eeuw werd grondig gewijzigd in 1835; gotische westtoren uit de 14de eeuw met torenspits, binnenin de toren gedateerd op uitspringend stuk arduin 1576. Zandstenen toren; westgevel, schip en koor: baksteenbouw, negblokken en afgeschuinde plint van zandsteen. Neoclassicistische westgevel geritmeerd door drie rondbogen op vlakke penanten met doorlopende imposten van arduin, radvensters met ijzeren roedeverdeling in de spaarvelden. Rechthoekige deur geflankeerd door pilasters met lijstkapitelen onder bekronende druiplijst waarop Onze-Lieve-Vrouwebeeld. Aflijnende geprofileerde zandstenen lijst. Ingebouwde westtoren, onderbouw uit de 14de eeuw, onder ingesnoerde achtzijdige spits (leien) van 1576, flankerende steunberen. Gekoppelde spitsboogvormige galmgaten, omlopende onderdorpels. Licht getoogde vensters op arduinen lekdrempels, ramen in ijzeren harnas, in noord- zuidgevels afgewerkt met geprofileerde kroonlijst. In oostgevels van schip en apsis, kleine radvensters met ijzeren roedeverdeling. Calvarie tegen koor. Toren: kruisribgewelf. Middenbeuk onder tongewelf met kroonlijst; zeilen op achtzijdige basis met abacus. Geplafonneerde zijbeuken.

Mobilair

Kruisweg door Jan De Cooman (1935-1936). Biechtstoel door C.L. de Clerc (1838); communiebank in empirestijl (eerste helft van de 19de eeuw); koorgestoelte (midden 19de eeuw); preekstoel door F. Delcourt.

Orgel door C. Anneessens, 1838. Doopvont (18de eeuw).