Oude pachthoeve "Het Waakhof" met losstaande bestanddelen rond een begraasd erf. Ook nog "Van Quathems hof" genoemd naar de familie Van Quathem die de hoeve uitbaatte tussen 1843 en 1988. Staat op de Ferrariskaart (1770-1778) getekend met boerenhuis en schuur, zie huidig. Het kadaster registreert in 1887 uitbreiding van woonhuis en schuur (met in de westelijke eindgevel een jaartal "1867"). Waarschijnlijk wordt dan ook ten oosten van het erf de overdekte mestvaalt opgericht.
Breed boerenhuis, wellicht met 18de-eeuwse kern, in witbeschilderde, verankerde baksteen boven een gepekte plint en onder zadeldak (Vlaamse pannen), links een hoge opkamertravee. Tegen de achtergevel is parallel een lager volume onder zadeldak aangebouwd. Rechthoekige muuropeningen met nieuw schrijnwerk en beluikte vensters. Sierlijke dakruiter met smeedijzeren bekroning.
Monumentale dwarsschuur met geïncorporeerde stal. Verankerde baksteenbouw onder zadeldak (Vlaamse pannen) met enkele asemgaten en zonnerad in de westgevel.
Overdekte mestvaalt onder hoog schilddak (Vlaamse pannen). Bij voor- en achtergevel zijn de traveeën afgescheiden door pilasters en opengewerkt met bakstenen roosters. Ten oosten van het erf bevindt zich een poel.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ruiselede, 1887/104.
- DEGUFFROY G., DEPREDOMME J., Ruiseleedse plaatsnamen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 10, nr. 4, 1993, p. 192-193.