Monumentaal, neoclassicistisch herenhuis, opgetrokken circa 1858-1859 met achteraan twee dwars geplaatste bijgebouwen. Gelegen in een ruime, beboomde tuin. Huis en tuin zouden zich bevinden op de site van de voormalige "Poekse mote" een "omwalde mote met bogaert, syngel ende twee stickx lants, groot 2 bunder, met een dreefken tot op de plaetse", gelegen achter de huizen op de Markt, tussen de Kasteelstraat, Bruggestraat en Eyerstraat. Deze omwalde motte, wellicht de locatie van een vroeger opperhof, staat afgebeeld op de gravure van Sanderus' Flandria Illustrata (1641-1644). De bouwheer was Carolus Franciscus Demuynck (1807-1903), schepen van Ruiselede gedurende meer dan dertig jaar en eigenaar van meerdere eigendommen en gronden, onder andere herenboer van hoeve "Groot Goed ter Vlaagt". Hij koopt in 1840 "Hostens Molen" en in 1860 48 ha van de zogenaamde "Gheeraertsvijvers" waaronder de Visserijvijver (zie Krommekeerstraat). Ferdinand Hoste, schrijnwerker-timmerman uit Ruiselede maakt in 1858 het ontwerp voor het huis en noteert hierover "een plan gemaekt voor bouwen van een huys met twee aenhangende gebouwkens, het een dienende voor eene achterkeuken, het ander dienende voor remise daer bij twee gebouwen van achter met de face naer malkaer het een dienende voor stalling en voederplaetse en ander voor schure". Het huis staat in 1859 bij het kadaster geregistreerd, circa 1913 wordt het linker bijgebouw in zuidelijke richting uitgebreid.

Beeldbepalend volume van twee bouwlagen met mezzanino en vijf traveeën onder afgeknot schilddak (zwarte Vlaamse pannen). Tegen de zijgevels aanleunende, lage bijgebouwen onder halve schilddaken (zwarte mechanische pannen). Statig dubbelhuis in bruine baksteen met verhoogde begane grond. De ligging aan een doorlopende in- en uitrij met gazon en plantsoenen geeft de allure van een 18de-eeuws herenhuis 'entre cour et jardin'.

Symmetrisch uitgewerkte, beraapte (bij de mezzanino met bruine kleur) voorgevel boven een bepleisterde plint met rechthoekige keldermonden, arduinen kordon en hoofdgestel met geprofileerde lijsten. Rechthoekige muuropeningen in een geprofileerde omlijsting met bewaard schrijnwerk. Dubbele vleugeldeur met paneelwerk, toegankelijk via een arduinen buitentrap. Bovenlicht met glas in lood en afbeelding van een wapenschild met bisschopsstaf. Boven de deur een lantaarn met smeedijzeren arm. Vensters met grote roedeverdeling en glas in lood, persiennes op de begane grond. Centrale travee op de verdieping met vlaggenmasthouder. Mezannino met kleine rechthoekige venstertjes. Bakstenen achtergevel met gelijkaardige muuropeningen en blinde zijgevels, omlopende lijsten ter hoogte van de mezzanino, geprofileerd onder de dakgoot.

Lage aanbouwen met gecementeerde gevels, aan de voorzijde opengewerkt met geprofileerde rondbogenarcade rustend op eenvoudige pilasters. Tussen de bogen telkens een lantaarn met smeedijzeren arm waarin een schildje met leeuw is verwerkt. Links is de voormalige remise in gebruik als garage. Rechts (bijkeuken) met dienstingang toegankelijk via arduinen buitentrap en vensters met T-ramen.

Bijgebouwen in tuin, de vroegere stal en schuur. Lage, bruine baksteenbouw onder schilddak (zwarte en rode Vlaamse pannen). Drie traveeën gevat in een geprofileerde rondboogarcade waarin rechthoekige deuren en poorten onder houten lateien. Fijne waterlijst onder de dakgoot. Zijgevels met rondboogvensters en -nissen. Westelijk bijgebouw aanvankelijk met gebogen druivenserre, thans in aangepaste materialen.

Vernieuwd en aangepast interieur. Bewaarde houten slingertrap met balustervormige trappaal in de gang, bruinmarmeren schouw in de woonkamer.

Ruime, ommuurde tuin met slechts enkele overblijvende parkbomen onder meer bruine beuk, esdoorn, witte paardenkastanje en ceder. Tuin recenter aangepast met trappen en muren in breuksteen en ingevuld met coniferen, treurberk en berk.