Achterin gelegen hoeve, toegankelijk via een lange, onverharde oprit. Staat weergegeven op de Ferrariskaart (1770-1778). Het kadaster registreert in 1873 een uitbreiding van het huis aan de oostkant en de afbraak van het bakhuis. In de loop van de 19de eeuw (in 1849, 1865, 1873, 1887) wordt het huis meerdere keren opgesplitst en weer samengevoegd. In 1903 bij het kadaster definitief geregistreerd als eengezinswoning. De hoeve is door de huidige bewoners opgeknapt, op het begraasde erf werden een aantal nutsgebouwen op traditionele wijze ge(re)construeerd (monumentale dwarsschuur, schuurtje onder strooien dak, zomerkeuken alsook een houten pomphuis).
Boerenhuis deels 18de-eeuws of ouder, deels 19de-eeuws. Verankerde, gedeeltelijk witbeschilderde baksteen boven gepekte plint en onder zadeldak (rode en zwarte Vlaamse pannen). Rechthoekige vensters (gedeeltelijk bewaard schrijnwerk?) met grote roedeverdeling, het oudste, westelijke gedeelte heeft blokramen met luiken, overige ramen onder houten lateien. Een lage, licht getoogde deur geeft toegang tot het oude deel, de rechterdeur naar de 19de-eeuwse uitbreiding. Stoep met bakstenen klinkers.
Het interieur bewaart gedeeltelijk de oorspronkelijke moer- en kinderbalken, een alkoof, twee schouwen waarvan een met geprofileerde houten schouwbalk, zwarte plavuizen, enkele deuren met bewaard hang- en sluitwerk, houten windschot.
De boomgaard is naar verluidt aangelegd in 1947.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ruiselede, 1849/88, 1865/116, 1873/6, 1887/95, 1893/15, 1903/80.