Deze stenen bergmolen, ook wel Branders Molen genoemd naar de laatste molenaar, verving in 1867 een staakmolen op molenberg. De romp is bewaard en ligt in een open landelijke omgeving. De molenaarswoning bevond zich vroeger aan de overzijde van de weg.
Historiek
De eerste vermelding van de molensite gaat terug tot 1457: "den thieltwech die comt van den vlaechtmeulen". De molen behoorde als dwangmolen toe aan de heerlijkheid "Ter Vlaagt", waarnaar de hoeve Groot Goed Ter Vlaagt nog verwijst. De Kortrijkse landmeter P.J. Lemaieur beeldde de molen in 1774 af als een staakmolen, evenals de Ferrariskaart (1771-1778). Rond 1867 werd de houten molen vervangen door de een bakstenen bergmolen, waarvan de romp bewaard is. Deze stenen molen werd ingeplant op de molenberg van de afgebroken staakmolen. Het binnenwerk van de houten molen werd hierbij hergebruikt. Bij een storm in 1940 braken de roeden af, waarna er met een dieselmotor verder werd gemaald. In 1941 werd de molenkap onttakeld en kocht de molenaar van de Knokmolen in Ruiselede het vangwiel en het kamwiel aan. In 1942 richtte de Duitse bezetter de molen in als uitkijkpost met ontvangst- en zendinstallatie Bij hun terugtrekking op 2 september 1944 vernielden Duitse troepen de binneninrichting van de molen.
Beschrijving
De romp is ingeplant op een molenberg, omgeven door een weide en akkerland. In de steile rand van de molenberg zijn waarschijnlijk nog twee molenstenen bewaard. De conische molenromp met benedenverdieping, eerste zolder, tweede zolder en vroeger kapzolder is opgebouwd uit donkerrode baksteen (formaat 22,5-24 x 10-11 x 5 cm). Bovenaan is ze afgeboord door een borstwering met stellinggaten. De rondbogige muuropeningen met omlopende waterlijst in fijnere baksteen zijn geschrankt geplaatst. Boven de ingangspoort steekt een kleine rondbogige beeldnis.
- Rijksarchief Gent, Kaarten en Plans, nummer 1585.
- BRAET A. 1984: De familie Braet: daar bij de molens…, Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede 1, 27-34.
- BRAET A. 2001: Ruiselede in moeilijke tijden (1550-1600). Sociaal-economische schets, Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede 18.3,
- BRAET M. 2001: Petrus Judocus De Muynck en zijn nageslacht, Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede 18.2, 95.
- DEGUFFROY G. 1997: Ruiseleeds Molenrepertorium, Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede 14.2, 91-93.
- DEGUFFROY G. & DEPREDOMME J. 1993: Ruiseleedse plaatsnamen, Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede 10.4, 170.
- DEVLIEGHER L. 1984: De Molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt-Weesp, 356-357.