Achterin gelegen historische hoeve, "Goed ter Straten" toegankelijk via een populierendreef. Afgebeeld als "Tgoet ter Strate" op de "Grenskaart tussen de kasselrijen Kortrijk en de Oudburg" van 1627, geschilderd door landmeter Lodewijk de Bersacques. Een ongedateerde figuratieve kaart, vermoedelijk uit de eerste helft van de 18de eeuw, beeldt de hoeve met landerijen af en omschrijft de hoeve als: "d'hofstede, lant, bogaert ende mote". De op de kaart afgebeelde omgrachte motte is thans verdwenen. Op de Ferrariskaart (1770-1778) staat "ter Straeten".
De heerlijkheid ter Straten, die in ieder geval teruggaat tot de 16de eeuw, is verdeeld in huis en landerijen. De behuizing ressorteert onder de heerlijkheid Kwadestraat, dat het Ruiseleedse grondgebied van de Kanegemse heerlijkheid Hames omvat. De landerijen, die zich uitstrekken aan weerszijden van de Poekestraat, maar voornamelijk op de zuidzijde, behoren tot het grondgebied van de heerlijkheid Hansbeke, en zijn als dusdanig omschreven in een 17de-eeuws leenboek van de heerlijkheid Hansbeke. Dit leenboek is niet exact gedateerd, maar er is sprake van een "Joncheer Andries de la Coste" als leenheer van deze heerlijkheid, die "sieur Pieter de Valencis" opvolgt, en op zijn beurt het leen verwerft van "wylent Joncheer Joanne de Deurnahgele". In ditzelfde leenboek is er sprake van een "nieuwe hofstede, west de dreve". Dezelfde Jan de Deurnaghele komt in het penningkohier van 1569 terug als eigenaar van een goed "in de Meulenakker". Het is niet duidelijk of het hier om het "Goed ter Straten" gaat, aangezien hij hier volgens de literatuur opgevolgd wordt door zijn schoonzoon, Jonkheer Guido Lauweryn. In 1690 is er sprake van een zekere Jan de la Coste als eigenaar van het goed en volgens de Poppkaart (1845) behoort het goed, met als eigenares weduwe de la Coste, nog steeds aan dezelfde familie.
Volgens de literatuur zou het "Goed ter Straten" overeenkomen met de hoeve "'t Blauwleen" met behuizing opgericht in 1782 maar wordt wellicht verward met de nabijgelegen hoeve in de Grensstraat (zie nummer 7).
Hoeve met losse bestanddelen rond een onverhard erf met treurwilg. Verankerde, witbeschilderde gebouwen onder zadeldaken, eventueel teruggaand tot de 18de eeuw.
(Bezoek van erf en gebouwen was niet toegestaan).
- Rijksarchief Brugge, Gemeentearchief Ruiselede, nr. 5.
- Rijksarchief Gent, Fonds Preud'homme-d'Hailly, nr. 708.
- Rijksarchief Gent, Kaarten en Plans, nr. 1959.
- BRAET A., Ruiselede in moeilijke tijden (1550-1600). Sociaal-economische schets, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 18, nr. 3, 2001, p. 121, p. 141.
- DEGUFFROY G., DEPREDOMME J., Ruiseleedse plaatsnamen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 10, nr. 4, 1993, p. 170.
- DEPREDOMME J., Ruiseleedse gebouwen en plaatsnamen op de Grenskaart van 1627, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 2, nr. 2, 1985, p. 87-92.
- VERHOUSTRAETE A., Feodaal overzicht van Ruiselede (overdruk uit Appeltjes van het Meetjesland), Maldegem, 1965.