Plaats van de vroegere hoeve "Ravennest" met de "Ravennestmolen". De Flou noteert een vermelding uit 1571 als "meulen gheseyt Raveneste". In 1572 blijkt de molen eigendom te zijn van de heer van Poeke. Op de "Grenskaart tussen de kasselrijen Kortrijk en de Oudburg" van 1627, geschilderd door landmeter Lodewijk de Bersacques als "Ravenest muellene" ook "Plaatsemolen". De houten molen werd tussen de 16de en de 18de eeuw bediend door de molenaarsfamilie Braet. In 1845 is de brouwer Ferdinand Dewulf (zie Aalterstraat nummer 4) eigenaar van de hoeve met landerijen. In de omgeving lag het hoppeveld van de brouwerij, de aanwezigheid van de molen geeft op het eind van de 18de eeuw aan de brouwerij langs de Aalterstraat de naam "De Molen".

De molenaarsfamilie Hoste breekt de molen af in 1912 en laat de molenwal afvoeren, op die plaats staat nu de woning nummer 26.
De hoeve met bijgebouwen staat afgebeeld op het primitief kadasterplan (circa 1830) en kent in de loop van de 19de en 20ste eeuw meerdere wijzigingen. Het woonhuis wordt volgens kadastergegevens circa 1988 afgebroken.

De site is omhaagd met aan de oostkant de oude toegang met smeedijzeren hekken gevat in met klimop overwoekerde pijlers. In de linkerpijler een spitsboognis met beeld van Maria. Van de vroegere gebouwen is enkel de stal bewaard, gelegen langs een restant van de oude "Poucques Voetweg" zoals te zien op de Atlas der Buurtwegen (1842), dat nu nog doorloopt tot aan de Ommegangstraat. Tuin met oude boomgaard en enkele beuken.