Halfvrijstaande burgerwoning volgens kadastergegevens opgetrokken circa 1897, zou hebben gediend als woning voor de onderpastoor. Dubbelhuis van twee bouwlagen en vier traveeën onder zadeldak (mechanische pannen). Verankerde baksteenbouw met bepleisterde en beigebeschilderde, neoclassicistische voorgevel. Gebruik van sierpleister bij de flankerende pilasters, uitgewerkte vlakke omlijstingen van de segmentboogopeningen met geprofileerde waterlijsten en consoles. Kordon en doorlopende onderdorpels op de verdieping. Vensters oorspronkelijk beluikt, zie duimen, deur met arduinen buitentrapje en voetenschraper. Rechterzijgevel met twee rondboogvensters.
DEGUFFROY G., Ruiseleedse voetschrepers, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 10, nr. 1, 1993, p. 32.
Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ruiselede, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL39, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)