Voormalige portiers- of hovenierswoning van kasteel De Helle (nummer 15) met vierkante duiventoren van circa 1730, machtssymbool uit het ancien régime. Gelegen in de zuidwestelijke hoek van het kasteeldomein.
Oorspronkelijk ging het vermoedelijk om een vrijstaande toren van bak- en zandsteen, drie bouwlagen hoog onder tentdak, heden blijkbaar de enige duiventoren in Vlaams-Brabant uit die periode. De duiventoren werd samen met kasteel De Helle, de omheiningsmuur, de omgrachting en brug en het voorplein met hekken en terras beschermd als monument bij Ministerieel Besluit van 3 februari 1997.
Haaks op de straat ingeplante, heden sterk verbouwde woning van één bouwlaag onder overkragend, leien zadeldak op modillons; eenvoudige dakkapellen en rechthoekige muuropeningen. Grotendeels ingebouwde en met schijnvoegen gecementeerde duiventoren onder eien tentdak op modillons, aan elke zijde een kleine dakkapel met bolvormige bekroning. Gedecapeerde, met wingerd begroeide oostgevel; zichtbare sporen van zandstenen hoekblokken en getoogde, boven elkaar geplaatste muuropeningen.
Bron: KENNES H. met medewerking van VAN DAMME M. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Sint-Pieters-Leeuw, Deelgemeenten Sint-Pieters-Leeuw, Oudenaken, Ruisbroek, Sint-Laureins-Berchem en Vlezenbeek, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB8, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 2008: Personeelswoning kasteel De Helle [online], https://id.erfgoed.net/teksten/90850 (geraadpleegd op ).
Voormalige zetel van de plaatselijke heerlijkheid, leen van Brabant, waarvan het sedert 1309 vermeld kasteel met aanhorigheden meermaals verkocht wordt, en onder meer achtereenvolgens bezit is van de families van Aa, de Swaef, Taye, van Witthem etc. In 1732 wordt de heerlijkheid ten gunste van G.H.R. d'Yve tot graafschap verheven.
Het huidig beboomd goed omvat aan de straatkant een conciërgerie en achterin een volledig omgracht U-vormig kasteel.
Dubbelhuis met twee bouwlagen van vijf traveeën onder mansardedak (leien), voorzien van twee haakse éénlaagse aanhorigheden onder een gelijksoortige bedaking, eveneens op houten modillons; algemeen karakter daterend uit de tweede helft van de 18de eeuw en behorend tot de classicistische stijl doch alle gevels werden in het begin van de 20ste eeuw voorzien van een cementering van schijnbaksteen en de vensters kregen rolluiken. Middenrisaliet gemarkeerd door imitatiebanden, op de begane grond voorzien van een rondboogdeur en een breed steekboogvormig deurvenster met gesmeed ijzeren balkon erboven; voorts steekboogvensters.
Het geplaveide voorhof is toegankelijk via hekpijlers met vaasbekroning en gesmeed ijzeren hekken.
De conciërgerie omvat een langsgebouw met schilddak aan de straatkant, en een haakse éénlaagse woonvleugel (nok loodrecht op de straat) onder zadeldak met klimmende dakkapellen (pannen en leien) en uitgesneden modillons, en een grotendeels ingebouwde hogere vierkante toren met tentdak (leien) en modillons; eerder daterend uit de 17de of de eerste helft van de 18de eeuw, doch naderhand verbouwd en gecementeerd, zodat een grondiger ontleding onmogelijk wordt.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Personeelswoning kasteel De Helle [online], https://id.erfgoed.net/teksten/299071 (geraadpleegd op ).