Vrijstaande pastorie met ommuurde voor- en achtertuin, opgetrokken in de periode 1897-1898 naar ontwerp van bouwmeester H. Jacobs en ingetekend op het kadaster in 1898. Onderkelderde baksteenbouw op onregelmatige plattegrond, drie traveeën en twee bouwlagen onder complexe leien bedaking met dakkapellen voorzien van windveren.

Lijstgevel met tuitvormig dakvenster in combinatie met een puntgevel rechts, beide gemarkeerd door een onderbouw van hardsteenblokken en steekbogige, ten dele gekoppelde benedenvensters in een omlijsting van blokken van blauwe hardsteen; gelijkaardige toepassing voor de rondbogige bovenvensters. Overluifelde inkom toegankelijk via een hardstenen bordestrap met dito leuning; oorspronkelijke houten vleugeldeur met ijzeren hang- en sluitwerk onder steekbogig bovenlicht. Aflijnende, gedeeltelijk omlopende houten kroonlijst op modillons. De overige gevels zijn eenvoudiger uitgewerkt met steekbogige of rondbogige muuropeningen. Pastorietuin met boomgaard en tegen de zuidgevel aangebouwde serre.