Deels vrijstaand burgerhuis volgens het kadaster in 1937 gebouwd door een Kortemarks onderwijzer. Achteruitspringend tegenover de rooilijn, zie het vernieuwde voortuintje.

Het huis wordt gekenmerkt door een vormentaal en materiaalgebruik typisch voor de jaren 1930. Parement van sierbaksteen boven donkerder plint; gebruik van natuursteen voor de doorgetrokken onderdorpels en voorts witgeschilderde betonnen (hoek)elementen. Tentdak bedekt met blauw geglazuurde Vlaamse pannen. Markerende driezijdige erkers en bowwindows. Het portaal is uitgewerkt aan de zijkant van het huis, in de hoek met een uitspringende partij; erboven balkon met buisleuning. Op de hoek, bowwindow onder dakje met rode ronde imitatieleien. Bewaard houtwerk, onder meer met T-indeling. Beglaasde deur en deurvenster met smeedwerk.