18de-eeuwse boerenhuis. Ten westen, een dwars op het boerenhuis gepositioneerd, recenter landgebouw. Gelegen binnen een ruime tuin met restant van een boomgaard, toegankelijk via een onverharde oprit. Van de straat afgescheiden door een taxushaag en knotwilgen.

De site is als dusdanig reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778) met drie gebouwen binnen een boomgaard. Weergegeven op het primitief kadasterplan (circa 1829) als woonhuis parallel met de straat en twee dwars gepositioneerde landgebouwen ten westen. Ten oosten van de woning bevindt zich een ruime poel. Onveranderde weergave van het gebouwenbestand op en op de Atlas der Buurtwegen (circa 1844) en op een kaart van het Militair Cartografisch Instituut (circa 1868). Naar verluidt wordt circa 1985 een dwarsschuur in stijl- en regelwerk met houten beplanking boven een bakstenen plint en met strodak afgebroken.

Ten noorden van het erf, boerenhuis. Verankerde gele baksteenbouw van twee opkamertraveeën + vier traveeën onder zadeldak (rode mechanische pannen) met geknikte dakoverstek. Zwartgepekte plint. Rechthoekige muuropeningen onder strek met smalle voeg, waarin vernieuwd schrijnwerk naar oud model. Duidelijke verticale bouwnaad ter hoogte van overgang naar opkamervolume. Achtergevel met aangepaste muuropeningen waarin recent schrijnwerk naar oud model.

Rechter zijgevel met duidelijke sporen van een dakverhoging: boven de muurvlechtingen is de gevel gedateerd met jaarankers "175…" (naar verluidt 1759). Rechthoekige muuropeningen waarvan één gedicht en één afgesloten door een houten deur.
Linker zijgevel gedeeltelijk voorzien van muurvlechtingen, een staande bouwnaad en een korfbogig keldervenster.

Interieur. Deels verwijderde binnenindeling nog af te lezen van de vloerbekleding: grijsgesmoorde terracottategels in westelijke kamer en zwart-witte keramiektegels in oostelijke kamer. Behoud van opkamer. Behouden balkenroostering (moer- en kinderbalken) met gesculpteerde balksleutels. 18de-eeuwse opgeklampte strokendeur naar opkamer met daaronder houten keldervalluik waarop vier houten treden. Halfverdiepte kelder onder troggewelfjes, vloer bedekt met grijsgesmoorde terracottategels en keldertrap met rode terracottategels. Behouden westelijke haard met geelbakstenen wangen en eikenhouten schouwbalk, halfronde geelbakstenen stookwand centraal afgewerkt met grijsgesmoorde klompjes. Behouden oostelijke haard met geelbakstenen wangen en eikenhouten schouwbalk, in de rechthoekige geelbakstenen stookwand een centraal ingewerkte bakoven met gietijzeren deur. In opkamer behouden haardraveling en 19de-eeuwse houten schouw.

Ten westen van het erf, 19de-eeuws landgebouw. Grondig verbouwd gebouw bestaande uit een hoger volume van één travee (nu garage) en een lager volume van circa acht traveeën. Beide onder zadeldak (rode mechanische pannen). Verankerde baksteenbouw met gebruik van rode recuperatiebaksteen en nieuwe baksteen.