Vrijstaande villa binnen ruime tuin met opgaande bomen. De site met tuin is van de straat gescheiden door een haag (taxus) en leilindes, toegankelijk via gekiezelde oprit rechts van de woning.
Volgens het kadaster gebouwd samen met de nu afgebroken nutsgebouwen ten oosten in 1931. Volgens eigenaars gebouwd circa 1925. In de 19de eeuw was deze site onbebouwd, met uitzondering van het 19de-eeuwse tuinpaviljoen dat vermoedelijk reeds aangegeven is op de Atlas der Buurtwegen (circa 1844). Op de Ferrariskaart (1770-1778) op deze plaats een omwalde site.
Quasi rechthoekig volume van vier traveeën en twee bouwlagen onder een gecombineerd schild- en zadeldak (blauw geglazuurde pannen) met vorstkam en een brede dakoverstek op uitgelengde klossen; twee klimmende dakkapellen. Oranje baksteenbouw met twee omlopende horizontale gecementeerde banden boven de vensteropeningen en een lage gecementeerde plint.
Straatgevel met als risaliet uitgewerkte linker travee met erkeruitbouw op de verdieping en oplopend in puntgevel met opengewerkt spantbeen in geometrisch motief. Hetzelfde schema herhaalt zich in de achtergevel, doch zonder erker. Segmentboogvensters en rondboogvensters in de geveltoppen. Deels vernieuwd schrijnwerk, doch bewaarde ramen met T-indeling en roedeverdeling in de bovenlichten in de achtergevel. De begane grond (rechter zijde) wordt deels gekenmerkt door een recente veranda-uitbouw, tevens nustgebouw met garages (ter vervanging van de oude nutsgebouwen). Rechter zijgevel met twee smalle segmentboogvenstertjes op verdieping met behouden ramen. De linker zijgevel is deels aangepast: de oorspronkelijke erkers op begane grond zijn vervangen door rechthoekige vensters, de balkons op de verdieping zijn verwijderd maar de drieledige deurramen in een segmentboogvenster zijn bewaard.
Interieur gedeeltelijk ingericht door architect Arthur Degeyter (Sint-Andries, Brugge) en naar verluidt ook door zijn echtgenote.
Ruime tuin met monumentale bomen, onder meer Amerikaanse eik, beuk, treurwilg, hazelaar, esdoorn, tamme kastanje, robinia, es en plataan. Prieel van haagbeuk, buxus- en taxusparterres aan de straatzijde. De oorspronkelijke tuinaanleg met onregelmatige vijver, moestuin met leifruit en geïntegreerde molenberg is bewaard. De molenberg gaat terug op "Huygebaerts molen" of de "Plaetsemolen", een houten graan- en oliewindmolen uit het einde van de 18de eeuw, circa 1880 reeds verdwenen.
Lourdesgrot in cementrustiek bekroond door een ruime beeldnis met Mariabeeld, wit beeld van knielende Bernadette; geheel geflankeerd door twee oude hulstbomen.
Vierkant tuinpaviljoen onder geknikt tentdak (natuurleien). Het paviljoen gaat terug op de 19de eeuw en is reeds aangeduid op de Atlas der Buurtwegen (circa 1844). Het zou oorspronkelijk behoord hebben bij een site in de huidige Edewallestraat. Witgeschilderde gecementeerde baksteenbouw voorzien van imitatievoegen. Aan drie zijden een rechthoekig venster met bewaarde ramen met T-indeling en met kleine roedeverdeling. Rechthoekige deur onder bovenlicht met kleine roedeverdeling, geflankeerd door twee kleine rechthoekige vensters met behouden ramen met kleine roedeverdeling voorzien van smeedijzeren dievenstaven. Interieur met witgepleisterde wanden, plafond met centraal rosas, cementtegelvloer.
LOWIE M., Handzame 1801-1976 dit was onze gemeente, Aartrijke, 1994, p. 106.
Bron: BAERT S. & VANNESTE P. in samenwerking met CREYF S., DEVOOGHT K., GHERARDTS F. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortemark, Deel I: Deelgemeenten Kortemark en Handzame, Deel II: Deelgemeenten Werken en Zarren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL40, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanneste, Pol; Baert, Sofie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)