Hoeve gelegen in een bocht van de weg, als site opklimmend tot de 18de eeuw. Langgerekte opstelling van een laag boerenhuis met rechts aansluitend een stalling, en een vrijstaande schuur, alle parallel aan de straat. Begraasd erf van de straat afgesloten door twee poorten in buisstaal (midden 20ste eeuw). Op het achtererf een deels behouden hulsthaag en knotwilgen langs de Strooibeek.

Het boerenhuis, de stalling en de schuur zijn in kern reeds weergegeven op de Ferrariskaart (1770-1778). Identieke weergave op het primitief kadasterplan (circa 1829) en op de Atlas der Buurtwegen (circa 1844) als een vrijstaand boerenhuis met de aansluitende stal en een vrijstaande schuur in elkaars verlengde opgesteld. Volgens het kadaster wordt een dwarsvolume achteraan de woning afgebroken in 1883. Circa 1930 wordt het boerenhuis uitgebreid aan de linkerzijde.

19de-eeuws boerenhuis. Gecementeerd (schijnvoegen) volume van vijf traveeën onder zadeldak (blauwe mechanische pannen) met behouden gootlijst op klossen. De achtergevel heeft rechts een brede opkamer met een bewaard rechthoekig kozijnvenster (mogelijk een restant van een oudere constructie), en voorts getoogde muuropeningen, onder meer van een kelderluik. In de linker zijgevel een licht getoogd keldervenster.

Aansluitende, in kern 19de-eeuwse stalling onder een lager zadeldak (rode mechanische pannen). Gele en rode baksteenbouw. Aangepaste muuropeningen met kleine stalvensters onder betonnen latei.

Rechts van het huis en de stalling, dwarsschuur, huidig volume vermoedelijk daterend uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Verankerde rode baksteenbouw onder zadeldak (rode Vlaamse pannen), centrale doorrit. Tegen de zijgevels, latere lage aanbouwen onder lessenaarsdak.
Achter de hoeve ligt een grote loods uit de tweede helft van de 20ste eeuw.