is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Barisdamhoeve met omgeving
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Barisdamhoeve met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Barisdamhoeve: omwalde motte met boerenwoning
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Barisdamhoeve
Deze vaststelling was geldig van tot
"Barisdamhoeve". Ook "Hoeve Klokhof" genoemd in de literatuur.
Gaaf bewaarde site van boerenhuis op motte oorspronkelijk binnen een achtvormige omwalling. De omwalde motte (opperhof) met boerenhuis is beschermd als monument. De omgeving met het neerhof ten noordoosten, de lagergelegen weilanden of "Broeken" ten zuidwesten gelegen tussen het omwalde opperhof en de Handzamevaart, de aanplantingen van doornhaag en populierenrij, en het microreliëf ten zuidwesten van het woonhuis verwijzend naar de oorspronkelijke achtvormige omwalling, is beschermd als dorpsgezicht. Ook een deel van de straat en de weiden ten zuiden van de Handzamevaart (grondgebied Zarren) zijn mee opgenomen in het dorpsgezicht.
De geschiedenis van deze site is nauw verbonden met deze van de nabijgelegen waterloop de "Handzame". De "Handzame" is vanaf de middeleeuwen een belangrijke verkeersader voor platte schuiten tussen Diksmuide en de IJzer enerzijds en Staden en Hooglede anderzijds. Hij is in deze periode enkel bevaarbaar tot aan de grens Kortemark-Handzame, waar een aanlegplaats zogenaamd "Aarsgat" is. Om de rivier te beschermen worden op strategische plaatsen versterkingen opgericht. Een van deze versterkingen wordt in 1333 als "Baroudsdamme" vermeld, verwijzend naar zijn ligging op een hoger gelegen dam. De hoeve gaat terug op deze versterking en zou opgericht zijn door de familie Inghels. Hier was ook de losplaats voor schepen. "Barsdamme" was een grote 'landing' die aansloot op het wegennet naar Staden en Hooglede. Er worden allerlei van op het water aangevoerde goederen te koop aangeboden. Net voor de Barisdambrug, bij de overgang van de Handzamevaart naar de natuurlijke "Handzame", lag op de linkeroever een kleine havengeul met losplaats langsheen de Barisdamstraat. De hoeve is gelegen op een uitstulpende zandintrusie in de overstroombare vallei van de "Handzame", behorend tot de kustvlakte en geografisch tot de polders.
Een akte van 1625 vermeldt "een sterkte waarin men zich verdedigd had in de voorgaande ongelukkige tijden eene langs de steenstraat nabij de vaart ende andere langs de barisdamstraat ook nabij de vaart". In 1785 wordt de site als volgt omschreven: "Een zijnde 20-1-0-R. onder hofstede, chinglen, walgraghten, brouck, zaylant ende bosch, genaemt barisdamme, binnen de prochie van Wercken, oost vande kercke te barisdamme". Op de Ferrariskaart (1770-1778) aanduiding van een omwald opperhof en een neerhof ten westen tussen het opperhof en de straat, alwaar sporen van de vroegere achtvormige omwalling. Het huidige, niet omwalde neerhof ten noordoosten is ook reeds aangeduid. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1845) en op het actuele kadasterplan is het restant van de achtvormig omwalling ten westen duidelijk aangeduid, het neerhof aldaar is echter compleet verdwenen. Een bron van 1866 zegt dat het kasteel een zestiental jaar daarvoor was afgebroken en vervangen door een hoeve. Het familiewapenschild zou zich naar verluidt boven de ingangsdeur en in één van de zalen van het oude kasteel hebben bevonden. Volgens het kadaster wordt het boerenhuis in 1876 uitgebreid in noordelijke richting. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de hoeve verwoest en in 1921 op dezelfde plaats en vermoedelijk ook op dezelfde funderingen heropgebouwd. Het valt echter niet uit te sluiten dat het boerenhuis nog een 19de-eeuwse kern omvat.
Het gaat om een gaaf bewaarde hoevesite gelegen binnen een uitzonderlijke weideomgeving, in de Handzamevallei (de Handzamevaart is deels de perceelsgrens). Door de specifieke beplanting (zie infra) is de "Barisdamhoeve" sterk oriënterend aanwezig in het open landschap van de Handzamevallei met zijn begeleidende hooilanden en de lagergelegen weilanden of "Broeken" ten westen gelegen tussen het omwalde opperhof en de Handzamevaart. De duidelijk herkenbare smalle, rechthoekige perceelsvormen verwijzen naar de smalle watergeul en losplaatsen van de vroegere 'landing' aan de Barisdambrug. De huidige toestand gaat grosso modo terug op de 18de-eeuwse situatie zoals afgebeeld op de Ferrariskaart (1770-1778).
De omwalde motte (opperhof) met boerenhuis is achterin gelegen tegenover de straat. Het neerhof met schuur en stalling is ten noordoosten daarvan gelegen. Het microreliëf ten westen van het boerenhuis verwijst naar de vroegere site met opper- en neerhof binnen een achtvormige omwalling. De site is ten noorden toegankelijk via een begrinte erfoprit; de erftoegang werd op het moment van de bescherming gemarkeerd door een gietijzeren hek (op vandaag een houten poort) tussen twee lindes (één linde met een beglaasd, ijzeren Mariakapelletje). Aan de straatzijde is de site afgezoomd met een oude weerhaag (veekering) van meidoorn, waarin enkele doorgroeiende eik en wilgen. Een rij populieren accentueert de waterrijke site en een populier naast het erf fungeert als bliksemboom. Langs de omwalling, erfbeplanting met lagere struiken en een moestuin.
Omwalde motte met boerenhuis. Het huis is gedeeltelijk herbouwd na de Eerste Wereldoorlog, doch omvat een oudere 19de-eeuwse kern. Boerenhuis van zeven traveeën en één (zuidzijde, achteraan) of anderhalve (noordzijde, ter hoogte van de erftoegang) bouwlaag onder mank zadeldak (Vlaamse pannen, waarvan gedeelte bruin geglazuurd), houten dakruiter met klokje. Verankerde gele baksteenbouw boven een gepekte plint, gebruik van gesmoorde baksteen voor onderdorpels. De meest representatieve gevel - anderhalve bouwlaag aan de noordzijde - is afgelijnd door een geprofileerde houten gootlijst op klossen. Licht getoogde muuropeningen waarin witgeschilderd houtwerk met T-indeling en luiken, paneeldeuren. Rechts een (na de Eerste Wereldoorlog) verbreed rechthoekig venster. De halve verdieping is vermoedelijk toegevoegd na de Eerste Wereldoorlog (zie andere baksteen): rechthoekige muuropeningen met afgeronde bovenhoeken. De twee linker venstertjes en het rechter venstertje zijn blind met raamimitatiebeschildering, voorts bewaarde naar binnen open draaiende ramen. Links twee getoogde keldervensters.
De analoge achtergevel van één bouwlaag is afgelijnd door een geknikte dakoverstek: licht getoogde muuropeningen onder strek, ter hoogte van de twee rechter traveeën, rechthoekig kelderraam onder houten latei. Het ten tijde van de bescherming bewaarde witgeschilderde 19de-eeuwse of vroeg 20ste-eeuwse houtwerk is vervangen door nieuw houtwerk, geïnspireerd op het oude model.
In de manke zijpuntgevels meerdere bouwnaden en sporen van gedichte muuropeningen en ophoging voorgevel. In de linker zijgevel, oorspronkelijk twee witgeschilderde, rechthoekige zolderluiken met geleed bovenlicht. Recent vervangen door niet geschilderde raampjes met dito bovenlicht, tussen de raampjes is een nieuwe opening gemaakt. Erboven, jaarsteen "...1759" (rest onleesbaar). In de rechter zijgevel, een rondbogig zoldervenster.
Interieur. Vrij eenvoudig uitgevoerd in de lijn van de 19de-eeuwse traditie zie deuren, schouwen en cementtegelvloeren met een aantal oudere bewaarde elementen zoals stookplaats en balkenroostering. Tweeledige kelder overwelfd door middel van een balkenroostering, rode terracottategels en schorren; toegankelijk via een opgeklampte deur. Gelijkvloerse verdieping: rechter voorkamer met brede stookplaats met stookwand in kleine gesmoorde bakstenen, afgeronde hoeken, rechts tegen de grond een gedichte nis onder getoogde rollaag. Rechts daarvan behouden tweedelige spindekast. Deels behouden balkenroostering met afgeschuinde moerbalken en ingekavelde kinderbalken waarop plankenvloer van regelmatige breedte. Behouden raveelconstructie van bijna kamerbrede stookplaats in middenkamer achteraan. Grijsblauwe cementtegels. Kapconstructie bestaande uit getelmerkte gebinten van gekromde stijlen en geschoorde makelaar, verbonden met pen en gat. Recuperatie van een balk met jaartal "1381" in kerfsneetechniek.
Op de motte, ten oosten van het boerenhuis, is ten tijde van de bescherming een bakhuisje aanwezig. Bakstenen gebouwtje onder zadeldak.
Ten noordoosten van de motte, erf met twee lage bakstenen bestanddelen onder zadeldaken (blauwe mechanische pannen, geknikte dakoverstekken), daterend uit de wederopbouwperiode van de jaren 1920.
Ten westen van het erf, dwarsschuur omgebouwd tot stalling. De zijgevels (oorspronkelijk mogelijk met aandak) zijn voorzien van overhoekse topstukken. Rechthoekige schuurpoorten, dichtgemetselde wagenhuispoort rechts. De linker zijgevel is voorzien van een rechthoekig laadluik onder een ronde ontlastingsboog met druiplijst, waarboven uilengat. Getelmerkte dakconstructie uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.
Ten oosten van het erf, stalling, schuin op de schuur ingeplant. Gewijzigde (midden 20ste eeuw) rechthoekige muuropeningen.
Op de site zijn op het moment van de bescherming nog een aantal bakstenen stoepen en een bakstenen putvaalt bewaard.
Bron: BAERT S. & VANNESTE P. in samenwerking met CREYF S., DEVOOGHT K., GHERARDTS F. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortemark, Deel I: Deelgemeenten Kortemark en Handzame, Deel II: Deelgemeenten Werken en Zarren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL40, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Baert, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Barisdamstraat (Werken)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Barisdamhoeve met omgeving [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/91278 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.